Nieuwsbrief oktober 2022

In dit nummer onder andere:

  • Vanaf 2024 twee tariefschijven in box 2
  • Laag tarief van vennootschapsbelasting stijgt in 2023
  • Sale-and-lease-back-overeenkomst kan factuur zijn voor btw
  • Sterftekans is irrelevant voor kwalificatie periodieke gift
  • Verklaring voor laag tarief OVB mag in bezwaarschrift
  • Fiscus mag alleen bestaande informatie benutten voor boete

De ondernemer en de dga

Vanaf 2024 twee tariefschijven in box 2
Voor belast inkomsten uit aanmerkelijk belang (ab), zoals dividenden die een dga uitgekeerd krijgt van zijn bv, geldt nu één tarief van 26,9%. Op Prinsjesdag 2022 heeft het kabinet zijn voornemen bekend gemaakt om per 1 januari 2024 een tweede belastingschijf voor inkomen uit box 2 in te voeren. De eerste schijf zal lopen tot € 67.000 en valt onder een tarief van 24,5%. Over het meerdere zal de belastingplichtige 31% verschuldigd zijn.

Tip!
Door bij wisselende winsten te zorgen voor een spreiding van dividenduitkeringen over de jaren, kan men proberen om zoveel mogelijk in de laagste tariefschijf te blijven. Denk daarbij ook aan de mogelijkheid om het ab-inkomen bij fiscaal partnerschap te verdelen tussen de partners. In 2024 is het laagste tarief 2,4%-punt lager dan het tarief in 2022. Benut dit verschil door dividenden tot maximaal € 67.000 in 2024 uit te keren. Partners kunnen daarbij zelfs dubbel voordeel behalen.

Afbouw zelfstandigenaftrek versneld
De zelfstandigenaftrek wordt versneld afgebouwd met in beginsel € 1.280 per jaar. Dat is inclusief de al eerder op basis van het Belastingplan 2020 en het Belastingplan 2021 aangekondigde afbouw. De zelfstandigenaftrek wordt stapsgewijs verlaagd van € 6.310 in 2022 naar € 900 in 2027. Per 2023 zal de zelfstandigenaftrek € 5.030 bedragen. De verhoging van de zelfstandigenaftrek voor starters (de startersaftrek) blijft voorlopig nog ongewijzigd (€ 2.123).

Rechtsherstel wordt in wetgeving verwerkt
Eind vorig jaar heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de box 3-heffing vanaf 2017 dusdanig in strijd is met het Europees recht, dat rechtsherstel moet plaatsvinden. De wetgever heeft in eerste instantie rechtsherstel verwerkt in het Besluit rechtsherstel box 3. Op Prinsjesdag 2022 heeft de staatssecretaris van Financiën onder andere de Wet rechtsherstel box 3 en de Overbruggingswet box 3 gepresenteerd. In de Wet rechtsherstel box 3 wordt het besluit rechtsherstel grotendeels gecodificeerd. Dit rechtsherstel ziet op de periode 2017 – 2022. De Overbruggingswet box 3 voert een nieuw box 3-systeem in voor de jaren 2023 – 2015. Beide wetten passen de forfaitaire spaarvariant toe. Daarbij hanteert de Belastingdienst drie forfaitaire rendementen voor de vermogenscategorieën banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Maar de fiscus sluit wel aan bij de werkelijke verdeling over deze vermogenscategorieën.

Tip!
Vóór 2017 kan de box 3-heffing ook in strijd zijn met het Europees recht, maar dan zal de belastingplichtige moeten aantonen dat sprake was van een individuele, buitensporige last.

Vennootschapsbelasting

Laag tarief van vennootschapsbelasting stijgt in 2023
In het Belastingplan 2023 is voorgesteld het vennootschapsbelastingtarief in de eerste schijf te verhogen van 15% naar 19%. Daarnaast wil het kabinet de schijflengte van de eerste schijf inkorten van € 395.000 naar € 200.000. Hierdoor gaat het hoge vennootschapsbelastingtarief van 25,8% al spelen vanaf een belastbaar bedrag boven de € 200.000.

Bereken vervangende betaling over wereldwinst
Fiscale beleggingsinstellingen (fbi’s) mogen sinds 1 januari 2008 onder voorwaarden een vermindering toepassen op hun af te dragen dividendbelasting. Vóór 2008 konden zij onder voorwaarden verzoeken om een teruggaaf van dividendbelasting. Buitenlandse beleggingsfondsen kunnen ook de vermindering toepassen of een teruggaaf krijgen als zij voldoende zijn te vergelijken met fbi’s. Om aan die voorwaarde te voldoen, moet het buitenlandse fonds een vervangende betaling doen. Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft geoordeeld dat een buitenlands fonds deze vervangende betaling moet berekenen over zijn wereldwinst. Het fonds kan niet volstaan met een berekening over alleen zijn Nederlandse winst.

NOB: nieuwe wet dwingt tot transparantie multinational
Het wetsvoorstel Implementatiewet Richtlijn openbaarmaking winstbelasting is gericht op de bevordering van de transparantie van de winstbelasting die multinationals wereldwijd betalen. Het wetsvoorstel verplicht multinationals met meer dan € 750 miljoen geconsolideerde inkomsten of zichzelf staande ondernemingen met meer dan € 750 miljoen inkomsten om jaarlijks inzicht te geven in de wereldwijd betaalde winstbelasting. De beroepsvereniging NOB verwelkomt de door de wetgever gemaakte keuzes bij de implementatie van de Richtlijn waardoor de stijging van de administratieve lasten beperkt blijft. Aan de andere kant constateert het NOB ook knelpunten, zoals de mogelijke implementatieverschillen tussen de lidstaten. Bovendien is de definitie van ‘inkomsten’ zoals gebruikt in de richtlijn niet eenduidig. Ten slotte ontbreekt een nadere uitleg ten aanzien van de te publiceren data.

BTW

Sale-and-lease-back-overeenkomst kan factuur zijn voor btw
Btw-ondernemers kunnen btw op de facturen voor afgenomen prestaties aftrekken voor zover zij die prestaties gebruiken voor hun eigen btw-belaste prestaties. Het Hof van Justitie van de EU kreeg de vraag voorgelegd of een schriftelijke overeenkomst ook is aan te merken als een factuur. Een document is volgens het Hof een factuur in de zin van de btw-richtlijn als in het document de btw is vermeld. Daarnaast moet het document informatie bevatten aan de hand waarvan de fiscale autoriteiten kunnen vaststellen of aan de materiële voorwaarden voor het recht op aftrek van btw is voldaan. Een sale-and-leaseback-overeenkomst zou in principe kunnen voldoen aan deze voorwaarden. Of dit in een praktijksituatie ook echt het geval is, zal de nationale rechter (de rechtbank of het hof) moeten onderzoeken.

Nieuw btw-nultarief op zonnepanelen
Onder de huidige wet- en regelgeving is de levering en installatie van zonnepanelen belast met 21% btw. Het kabinet is van plan om de levering en installatie van zonnepanelen bij of aan woningen vanaf 1 januari 2023 onder het btw-nultarief te brengen. Er drukt dan geen btw meer op de aanschaf van zonnepanelen. Als de jaaromzet van de stroomleveringen onder de € 1.800 blijft, hoeft de particuliere zonnepaneelhouder zich dan voortaan niet meer aan te melden bij de Belastingdienst.

Let op!
Deze voorgestelde maatregel heeft alleen betrekking op de levering en installatie van zonnepanelen bij of aan woningen.

Familievermogensrecht

Bedrijfsopvolgingsregeling vervalt voor verhuurd vastgoed
Het kabinet is van plan constructies en fiscale regelingen verder aanpakken. Een daaruit volgend voorstel is om verhuurd vastgoed straks niet meer in aanmerking te laten komen voor de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de erf- en schenkbelasting en de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting. Daardoor kan men verhuurd vastgoed op deze manier niet meer fiscaal voordelig overdragen. Dit voorstel, dat de staatssecretaris van Financiën nog nader zal uitwerken, is aangekondigd in de Miljoenennota 2023.

Sterftekans is irrelevant voor kwalificatie periodieke gift
De aftrek van periodieke giften in de inkomstenbelasting is ruimer dan de aftrek van overige giften. Overigens is voorgesteld om een maximum te stellen aan de aftrekbare periodieke giften van € 250.000 per huishouden. De Belastingdienst hanteert als beleid dat pas sprake is van een periodieke gift als het sterfterisico van de schenker gedurende de schenkingsperiode van vijf jaar minstens 1% is. Bij schenkingen door echtelieden gaat het om het gezamenlijke sterfterisico. Maar de Hoge Raad meent dat de wetgever de eis dat een uitkering op zijn minst jaarlijks gedurende vijf jaar moet worden voldaan, heeft opgenomen om geschillen over het risico-element te voorkomen. Daarom moet ervan worden uitgegaan dat wanneer aan de voorwaarde van het aantal jaren is voldaan, daarmee een wezenlijk risico-element aanwezig is. Dit betekent dat als de sterftekans lager is dan 1%, dit niet aan aftrek als periodieke gift in de weg staat. Evenmin staat daaraan in de weg dat de periodieke gift afhankelijk is van meer levens.

Let op!
Gewone giften zijn pas aftrekbaar voor zover zij meer bedragen dan € 60 en dan 1% van het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek. Bovendien zijn zij in beginsel niet verder aftrekbaar dan tot maximaal 10% van het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek.

Loonheffingen en sociale verzekeringen

Herreken vast minimum loon dga niet naar tijdsgelang
Bv’s moeten in beginsel op grond van de gebruikelijkloonregeling hun dga’s een bepaald minimum aan loon toekennen. Daarbij hanteert de wet een aantal minimumbedragen. Een van deze minimumbedragen is een vast bedrag (€ 48.000 in 2022). Zowel de Belastingdienst als Hof Amsterdam meent dat dit vaste bedrag een absolute waarde is. Dat wil zeggen dat de werkgever het niet naar tijdsgelang mag berekenen als de dga minder dan een vol jaar voor de bv heeft gewerkt.

Auto

Overgenomen advies over BPM-berekening gebruikte auto
Het onderzoeksbureau VMS | Insight heeft onderzoek gedaan naar forfaits en andere grenswaarden in de BPM. Het onderzoek ziet op de wijze waarop de hoogte van de BPM wordt bepaald voor een gebruikt motorrijtuig (parallelimport). Het onderzoeksbureau onderzocht de wettelijke forfaitaire afschrijvingstabel, het onderscheid tussen een nieuw en gebruikt motorrijtuig en het waardeverliespercentage door schade. Aan de hand van dit onderzoek adviseert het onderzoeksbureau een aangepaste forfaitaire afschrijvingstabel op basis waarvan 95% van de huidige markt is afgedekt. Daarnaast zou men een motorrijtuig voor de BPM in ieder geval als gebruikt moeten beschouwen als deze meer dan 3.000 kilometer heeft gereden. Ten slotte concludeert het onderzoeksbureau dat in de markt gemiddeld 31% van de begrote schadeherstelkosten leiden tot waardeverlies. De staatssecretaris van Financiën wil de aanbevelingen uit het onderzoek grotendeels overnemen. Hiervoor zal hij wetgeving opstellen die getoetst zal worden op uitvoerbaarheid.

Let op!
De onderzoeksresultaten zijn gebaseerd zijn op de huidige markt, die zich kenmerkt door een tekort aan nieuwe auto’s. Dat is van invloed op de prijzen van gebruikte auto’s. Daarom wil de staatssecretaris de gestelde grenswaarden regelmatig herijken, zodat de branche en belastingplichtigen hieraan vertrouwen kunnen blijven ontlenen.

Ook inspecteur mag privégebruik auto stellen op 2,7%

Het privégebruik van een bedrijfsauto waarvoor (gedeeltelijk) recht op aftrek van voorbelasting is genoten, telt als een btw-belaste dienst. De ondernemer zal daarom over de waarde van dat privégebruik btw moeten afdragen. Onder voorwaarden mag de ondernemer de waarde van dit privégebruik stellen op 2,7% van de catalogusprijs inclusief btw en BPM van de auto. Uit een uitspraak van Rechtbank Gelderland blijkt dat het gebruik van het forfait niet alleen is voorbehouden aan de ondernemer. Ook de Belastingdienst mag de btw-correctie berekenen met toepassing van dit forfait.

Tip! 
Als een auto is gekocht zonder dat daarvoor recht op aftrek van voorbelasting is ontstaan, en deze auto voor zowel zakelijke als privédoeleinden wordt gebruikt, geldt een lager forfait. Dit forfait bedraagt namelijk 1,5% van de catalogusprijs inclusief btw en BPM.

Toekomstvoorzieningen

Goedkeuring gebruik ODV voor lijfrente in wet opgenomen
Voorheen kon een dga een pensioenvoorziening opbouwen in zijn eigen bv. Toen dit werd afgeschaft, kon hij een deel van het pensioen omzetten in een oudedagsverplichting (ODV). Voordat een ODV tot uitkering komt, kan de dga er een lijfrente van kopen. In de praktijk bestond de wens om een lijfrente aan te kopen nadat de ODV-uitkeringen zijn gestart. Ook als al vijf jaar was verstreken na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingplichtige de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. De staatssecretaris van Financiën had daarvoor goedkeuringen afgegeven. Deze goedkeuringen, inclusief de daarin gestelde voorwaarden, worden nu in de wet opgenomen.

Tip!
Als een bv enkel in stand wordt gehouden vanwege een ODV, is die bv na aankoop van een lijfrente op te heffen.

Maatregelen om meer zzp’ers pensioen te laten opbouwen?

Door het toenemende aantal zelfstandigen, die niet verplicht bij een pensioenfonds zitten, zijn er steeds meer mensen die niet sparen voor hun pensioen. De partijen GroenLinks en PvdA willen dat de overheid experimenteert om zelfstandigen de mogelijkheid te geven zich aan te sluiten bij pensioenfondsen. Tot nu toe waren die mogelijkheden er alleen voor mensen in loondienst. De minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen wil op dit punt wel tegemoet komen aan de wensen van GroenLinks en PvdA. Verder staat de minister positief tegenover een suggestie om mensen die uit loondienst gaan en zelfstandige worden, als standaard de optie te bieden om bij het pensioenfonds aangesloten te blijven in plaats van het tegenovergestelde. Maar de minister wil zich niet mengen in de vrijheid van zelfstandigen zonder personeel om zelf te beslissen hoe, waar en hoeveel zij sparen voor hun oude dag. Zij wil zich evenmin mengen in de vrijheid van sociale partners om zelf afspraken te maken over arbeidsvoorwaarden.

Let op!
De minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen heeft de steun van GroenLinks en PvdA nodig om de pensioenwet door de Eerste Kamer te krijgen, waar de coalitie geen meerderheid heeft.
Eigen woning

Verklaring voor laag tarief OVB mag in bezwaarschrift
Wie een woning koopt die voor hem een eigen woning zal zijn, betaalt maar 2% overdrachtsbelasting in plaats van de gebruikelijke 8% (10,4% in 2023!). Is de verkrijger ook nog eens een natuurlijk persoon van nog geen 35 jaar oud? Dan is de verkrijging zelfs vrijgesteld van overdrachtsbelasting, tenzij hij al eerder die vrijstelling had toegepast. Een van de voorwaarden voor de toepassing van het verlaagde tarief of de vrijstelling is dat de verkrijger zijn voorgenomen gebruik opneemt in een schriftelijke verklaring. In het geval van onvoorziene omstandigheden die zich hebben voorgedaan vóór het tijdstip van de verkrijging, maar nadat de bijbehorende koopovereenkomst tot stand is gekomen, moet men die verklaring vóór de verkrijging indienen. Als op het tijdstip van de verkrijging de vereiste schriftelijke verklaring ontbreekt, is de startersvrijstelling of het verlaagde tarief niet toe te passen. Volgens de wettekst is dat niet in bezwaar te herstellen. Maar de staatssecretaris van Financiën keurt onder voorwaarden goed dat dit gebrek is te herstellen door middel van een tijdig ingediend bezwaarschrift tegen de voldoening op aangifte of tegen een opgelegde naheffingsaanslag. Zo moet de verkrijger de schriftelijke verklaring voegen bij zijn bezwaarschrift, dat ontvankelijk moet zijn. Hij moet bovendien voldoen aan de overige voorwaarden voor de vrijstelling.

Let op!
De toepassing van de startersvrijstelling of het verlaagde tarief op basis van deze goedkeuring vervalt als binnen zes maanden een opvolgende verkrijging van dezelfde woning plaatsvindt. Tenminste, als de opvolgende verkrijger daarbij aanspraak maakt op de vermindering van overdrachtsbelasting die dan geldt.

Aandeel van 35% in woning is bij bewoning eigen woning
De Hoge Raad heeft bevestigd dat een aandeel van 35% in een bouwkundig, maar niet kadastraal gesplitste woning een eigen woning kan zijn. Daarbij speelt een rol dat de omvang van het belastingplichtigen bewoonde deel niet afwijkt van hun aandeel in de onverdeelde eigendom. In zo’n situatie kan hun aandeel in de waardeontwikkeling van de gehele onroerende zaak in beginsel worden geacht overeen te komen met een 100% belang in de waardeontwikkeling van het deel dat zij bewonen. Dan moet men immers ervan uitgaan dat aan de gedeelten van de onroerende zaak geen afzonderlijke waardeontwikkelingen zijn toe te rekenen.

Administratieve verplichtingen

Fiscus mag alleen bestaande informatie benutten voor boete
De Belastingdienst mag iemand niet dwingen om mee te werken aan zijn eigen veroordeling. Dit is het zogeheten verbod op zelfincriminatie. Vraagt de inspecteur aan belastingplichtigen om gegevens over bijvoorbeeld verzwegen buitenlandse bankrekeningen? Dan kunnen deze belastingplichtigen pas een beroep doen op het verbod op zelfincriminatie als sprake is van enige dwang tot het afgeven van de informatie. Bovendien moet de belastingplichtige verdacht worden van een strafbaar feit. Het verbod op zelfincriminatie verhindert niet het gebruik van wilsonafhankelijk materiaal. Alleen als de autoriteiten specifiek bepaalde stukken willen hebben waarvan het bestaan al vaststaat (‘specific pre existing documents), is er sprake van wilsonafhankelijk materiaal. Dwingt de fiscus een belastingplichtige tot het afgeven van documenten waarvan de inspecteur alleen maar het bestaan vermoedt? Dan is sprake van een ‘fishing expedition’ en dat is niet toegestaan. Uiteraard is het verbod op zelfincriminatie altijd van toepassing op bewijs dat met foltering is verkregen. Tot deze conclusies komt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.

Tip!
Ten slotte moet men nagaan of een procedure niet de essentie van het verbod op zelfincriminatie heeft geëlimineerd.

Wetgever maakt maatwerk invorderingsrente mogelijk
Wie zijn belastingschuld niet tijdig betaalt, moet ook invorderingsrente betalen. Op Prinsjesdag 2022 is het voorstel bekendgemaakt om de mogelijkheden voor de fiscus te verruimen om geen invorderingsrente te berekenen. Daarbij gaat het om het geval waarin het te laat betalen niet is te wijten aan de belastingplichtige. Dit speelt bijvoorbeeld als bij een voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2022 geen rekening is gehouden met de ontwikkelingen rondom box 3. De invordering van deze aanslag is in dat geval stilgelegd. Hoewel de belastingplichtige dan niet hoeft te betalen, brengt de Belastingdienst in dit geval toch invorderingsrente in rekening. Dat hoeft dankzij de verruiming dus niet meer.

Redelijke termijn eindigt na volledig tegemoetkomen op bezwaar
Bij overschrijding van de redelijke termijn bij de behandeling van bezwaar en (hoger) beroep en cassatieberoep heeft de belastingplichtige recht op een immateriële schadevergoeding. Heeft de Belastingdienst uitspraak op bezwaar gedaan? En is de Belastingdienst volledig tegemoetgekomen aan het bezwaar? Dan ondervindt de belanghebbende geen spanning en frustratie meer vanwege wat de uitkomst van de procedure in de hoofdzaak is. Vanaf dat moment vervalt de grondslag voor toekenning van een immateriële schadevergoeding, zo oordeelt de Hoge Raad.