Fiscale Eindejaars Belastingtips 2023-2024

Met het jaareinde in zicht, is dit een mooi moment om na te gaan of u op fiscaal gebied nog actie moet ondernemen. Sommige zaken kunnen niet wachten tot 2024, terwijl andere zaken juist om uitstel tot in het nieuwe jaar vragen. In ieder geval zijn er diverse veranderingen die om aandacht vragen. Welke dat zijn, leest u in deze eindejaarstips.

Inhoud

ALLE ONDERNEMERS

  1. Profiteer van hoge MKB-winstvrijstellinG
  2. Start vóór 2024 met herinvesteren
  3. Benut vergeten investeringsaftrek
  4. Regel KIA in 2023
  5. Doe tijdig aanbetaling voor KIA
  6. Verkoop ‘nieuw’ bedrijfsmiddel in 2024
  7. Begin tijdig met aanvraag voor Milieulijst 2025
  8. Doe nog dit jaar een energie-investering
  9. Vraag snel WBSO 2024 aan

IB-ONDERNEMER

  1. Voltooi de 1.225 uren
  2. Wacht met bijbaantje tot na jaarwisseling
  3. Betwist WOZ-waarde bedrijfspand!
  4. Investeer nog in 2023 in nieuw bedrijfsmiddel
  5. Voldoe familieschuld voor investering
  6. Verreken IB-verlies uit 2014
  7. Probeer staking door overheidsingrijpen uit te stellen
  8. Verzoek om navorderingsaanslag

VENNOOTSCHAPPEN EN DGA’S

  1. In vordering op bv na 1 januari 2024
  2. Zoek naar meest vergelijkbare dienstbetrekking
  3. Verreken verliezen vóór belangenwijziging
  4. Wacht met afstoten van werkzaamheden
  5. Benut vóór 2024 ab-belastingkorting
  6. Controleer voordeel van hypotheek bij bv
  7. Los af op uw schuld aan uw bv
  8. Wacht tot 2024 met lenen van uw bv
  9. Deponeer tijdig jaarrekening van bv
  10. Breng belastingschulden de bv in
  11. Voltooi vereffening in 2023
  12. Stel doorschuiving aan bedrijfsopvolger veilig
  13. Trek u pas na 2023 terug uit VBI
  14. Laat uw bv dit jaar fors dividend uitkeren
  15. Wacht met dividend van hooguit € 134.000 tot 2024
  16. In 2021 tbs uit 2020 verzwegen? Geef dat op in 2023
  17. Check verrekenprijzen
  18. Verruil giften voor sponsoring
  19. Regel tijdig dollaraangifte
  20. Verzamel tegenbewijs voor dividendstripping

BTW EN OVERDRACHTSBELASTING

  1. Corrigeer btw auto in 4e kwartaal 2023
  2. Dien tijdig suppletieaangifte btw in
  3. Verwerk BUA-correctie in slotaangifte 2023
  4. Reik vóór 28 januari 2024 90%-verklaring uit
  5. Vraag vóór december 2023 om toepassing KOR
  6. Start vóór 2024 werkzaamheden voor werk-bv
  7. Vraag btw over 2022 terug
  8. Controleer voorwaarden FE btw

WERKGEVER

  1. Sluit administraties op elkaar aan
  2. Laat werknemers met lage lonen 1.248 uur werken
  3. Check resterende vrije ruimte 2023
  4. Keer in 2023 gebruikelijke bonus uit
  5. Pas OV-reiskostenvergoeding aan
  6. Maak afspraken over thuiswerken
  7. Richt vóór 2024 een personeelsfonds op
  8. Houd personeelsfeestje 2024 op de zaak
  9. Pas op met de concernregeling in 2023
  10. Check of de sectorindeling voor 2024 klopt
  11. Voltooi afsluiting loonadministratie 2023
  12. Check vóór 2024 administratie van uitzendkrachten
  13. Zeg tijdelijk contract op vóór 1 december 2023
  14. Vorm voorziening voor transitievergoeding
  15. Pas vóór 14 december 2023 uw aangiftetijdvak aan
  16. Verleg vóór 1 januari 2024 inhoudingsplicht binnen concern
  17. Zorg vlug voor een A1-verklaring
  18. Verleng werkvergunningen vóór 2024
  19. Wijs loon buitenlandse werknemer in 2023 aan
  20. Bepaal de werkelijke extraterritoriale kosten

AUTO

  1. Check gebruik van bedrijfsauto in 2024
  2. Bewaak de grens van 500 privékilometers
  3. Controleer hoeveel vermogen de zonnecelauto heeft
  4. Laat werknemer zijn boeten betalen
  5. Schaf gewone auto in 2023 aan
  6. Wacht tot 2024 met aankoop elektrische bestelauto
  7. Verhoog gewone reiskostenvergoeding
  8. Heroverweg BPM-procedure
  9. Tank nog even voor de jaarwisseling

ESTATE PLANNING/PRIVE

  1. Vraag snel om teruggaaf over 2018
  2. Gebruik 2023 voor middeling
  3. Verzoek om voorlopige aanslag IB
  4. Schenk in 2023 aan 39-jarig kind
  5. Schenk nog in 2023 voor eigen woning
  6. Laat kind onderhoud aan woning in 2023 afronden
  7. Betaal partneralimentatie niet te vroeg
  8. Voeg giften zoveel mogelijk samen
  9. Regel taxatierapport voor gift in natura
  10. Doneer in 2023 aan culturele instelling
  11. Zet uw gewone giften om in periodieke giften
  12. Betaal uw ziektekosten in 2024
  13. Sluit nog in 2023 samenlevingscontract
  14. Betaal nog in 2023 lijfrentepremie
  15. Koop lijfrente in 2024 af
  16. Los kleine schulden vóór 2024 af
  17. Doe nog in 2023 grote uitgaven
  18. Betaal belastingaanslagen vóór 2024
  19. Wacht met verkoop groene belegging
  20. Dien vóór 1 november 2023 uw verzoek om een voorlopige aanslag in
  21. Ga in bezwaar tegen box 3-heffing
  22. Regel tijdig verdeling zorg voor kind
  23. Let op: laatste jaar voor betalingskorting
  24. Schenk vastgoedverhuuronderneming vóór 2024

EIGEN WONING

  1. Stel verkoop (hypotheekvrije) woning uit tot 2024
  2. Betaal hypotheekrente 2024 vooruit
  3. Los hypotheek in 2023 af
  4. Wacht met inhalen van aflossingsachterstand bij uw bv
  5. Ga in 2023 een schuld voor verbouwing aan
  6. Wacht tot 2024 met aankoop eerste eigen woning
  7. Heroverweg WOZ-beroep

ALLE ONDERNEMERS

1. Profiteer van hoge MKB-winstvrijstelling
Afhankelijk van de omstandigheden kan het voor een IB-ondernemer voor- of nadelig zijn om fiscale winst naar voren te halen. Een omstandigheid die het naar voren halen van winst interessant maakt, is de geplande verlaging van de MKB-winstvrijstelling. Momenteel bedraagt die vrijstelling 14% van de fiscale winst na vermindering met de ondernemersaftrek. In 2024 zal de MKB-winstvrijstelling naar verwachting 12,7% bedragen.

Tip
Een manier om de fiscale winst naar voren te halen is door geen of lagere voorzieningen te vormen. Ook kan dit jaar nog een vermogensbestanddeel uit de ondernemingssfeer worden gehaald en naar privé overgebracht.


2. Start vóór 2024 met herinvesteren
Heeft u in 2020 een bedrijfsmiddel verkocht en daarbij een fiscale boekwinst behaald? En heeft u deze boekwinst ondergebracht in een herinvesteringsreserve (HIR)? Dan heeft u tot 1 januari 2024 de tijd om een nieuwe investering te doen. Soms loopt de aanschaf van een nieuw bedrijfsmiddel vertraging op door bijzondere omstandigheden. Verzoek in zo’n situatie de Belastingdienst om de driejaarstermijn te verlengen. De inspecteur zal dit verzoek alleen inwilligen als u kunt aantonen dat u een begin heeft gemaakt met de herinvestering.

Tip
Leg uw herinvesteringsvoornemen vast in een schriftelijk document. Mocht de inspecteur namelijk menen dat u geen herinvesteringsvoornemen (meer) heeft, dan zal hij de HIR toevoegen aan de belaste winst. Blijf het voortbestaan van uw herinvesteringsvoornemen aan het eind van ieder jaar vastleggen totdat u de herinvestering doet. Als de herinvestering vertraging oploopt, bewaar dan de documenten die bewijzen dat sprake is van een bijzondere omstandigheid.


3. Benut vergeten investeringsaftrek
In beginsel mogen ondernemers die investeren hun afschrijvingskosten aftrekken. Verder geeft een investering onder voorwaarden recht op een extra aftrekpost, de investeringsaftrek. De investeringsaftrek kent drie vormen: de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de energie-investeringsaftrek (EIA) en de milieu-investeringsaftrek (MIA). Wellicht bent u in uw aangifte inkomstenbelasting over 2018 vergeten de investeringsaftrek te claimen. In dat geval kunt u de inspecteur in 2023 alsnog verzoeken om ambtshalve vermindering vanwege die investeringsaftrek. Maar dit is wel het laatste jaar waarin u nog kunt verzoeken om een ambtshalve vermindering over 2018.

Tip
Voor aanslagen die op of na 1 januari 2023 zijn opgelegd geldt dat iedere beschikking, waarvan het bedrag op het aanslagbiljet van de aanslag is vermeld of volgens de wet vermeld had moeten worden, telt als een onderdeel van de belastingaanslag. Daardoor hoeft u geen apart verzoek om ambtshalve vermindering in verband met de beschikking meer in te dienen.


4. Regel KIA in 2023
Wilt u in 2023 nog extra investeren in bedrijfsmiddelen? Besef dan dat de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) vervalt als de investeringen die recht geven op KIA dit jaar meer bedragen dan € 353.973. Als een overschrijding van dit bedrag dreigt, is het beter de investering uit te stellen tot in 2024. De investering wordt toegerekend aan het jaar waarin u verplichtingen aangaat. Bij het aangaan van verplichtingen valt te denken aan het plaatsen van een order, het akkoord gaan met een offerte of het tekenen van een koopcontract. Produceert u zelf een bedrijfsmiddel, dan draait het om het jaar waarin u de voortbrengingskosten maakt.

Let op!
Maakt uw onderneming deel uit van een vof of een ander samenwerkingsverband? Kijk dan voor het bepalen van de KIA naar de totale investering van de vof en naar uw buitenvennootschappelijke investeringen en niet naar de investering van elke vennoot afzonderlijk.


5. Doe tijdig aanbetaling voor KIA
Als u nog voor 1 januari 2024 investeringsverplichtingen aangaat voor een bedrijfsmiddel, mag u daarover de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) toepassen in 2023. In beginsel geldt daarbij de voorwaarde dat u het bedrijfsmiddel in 2023 heeft betaald en in gebruik heeft genomen. Maar wat als u het bedrijfsmiddel in 2023 nog niet heeft gebruikt? En de investeringsaftrek in eerste instantie uitgaat boven het bedrag dat u aan het einde van 2023 voor die investering heeft betaald? Dan wordt uw KIA beperkt tot het bedrag dat u in 2023 heeft betaald. Het meerdere is aftrekbaar als KIA in 2024. Wilt u de KIA toch volledig benutten in 2023? Doe dan een aanbetaling, zodat de totale betaling in 2023 voor de investeringen minimaal gelijk is aan het bedrag van de KIA voor dat jaar.


6. Verkoop ‘nieuw’ bedrijfsmiddel in 2024
Overweegt u bedrijfsmiddelen te verkopen die u in 2019 heeft gekocht? En heeft u investeringsaftrek gekregen over de toenmalige investering in deze bedrijfsmiddelen? Probeer dan de verkoop uit te stellen tot na de jaarwisseling. Anders loopt u aan tegen de desinvesteringsbijtelling. Dat betekent dat u een deel van de investeringsaftrek moet terugbetalen. De desinvesteringsbijtelling bedraagt maximaal de destijds genoten investeringsaftrek. De desinvesteringsbijtelling kan achterwege blijven als u de bedrijfsmiddelen voor maximaal € 2.600 verkoopt.

Let op!
De desinvesteringsbijtelling doet zich ook voor bij andere vormen van vervreemding. Als u een bedrijfsmiddel overbrengt naar uw privévermogen, vormt dit een fictieve vervreemding. In zulke situaties neemt de fiscus de waarde in het economische verkeer van het bedrijfsmiddel als overdrachtsprijs.


7. Begin tijdig met aanvraag voor Milieulijst 2025
Investeert u in een product en blijkt dat niet op de Milieulijst 2024 te staan? Maar denkt u dat het wel zou moeten staan op de Milieulijst 2025? Bereid dan een verzoek voor en dien dat zo snel mogelijk na de jaarwisseling in via het voorstelformulier op RVO.nl. Tegen het einde van elk jaar wordt de nieuwe Milieulijst gepubliceerd in de Staatscourant en op de website van de RVO. Vier weken na de publicatie neemt de RVO contact op met degenen die een voorstel hebben ingediend. Bij afwijzing van het voorstel geeft de RVO een motivering.

Tip
Het is belangrijk dat u aanvullende informatie over uw voorstel beschikbaar heeft. Daarbij valt te denken aan vakliteratuur en documentatiemateriaal. Daarnaast kunt u alvast nagaan welke instanties u meer informatie kunnen geven over uw voorstel.


8. Doe nog dit jaar een energie-investering
De energie-investeringsaftrek (EIA) en de milieu-investeringsaftrek (MIA) zouden eindigen per 1 januari 2024. Deze regelingen worden nu echter verlengd tot en met 31 december 2028. Per 1 januari 2024 vindt wel een verlaging plaats van het percentage van de EIA van 45,5% naar 40%. Daarom is het aan te raden, indien mogelijk, nog in 2023 uw energie-investering te doen.

Let op!
Meld binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichting via RVO.nl dat u deze investering heeft gedaan. Anders mag u de EIA niet toepassen. Ga bij het controleren van de termijnen uit van de koopovereenkomst, niet van de offerte.


9. Vraag snel WBSO 2024 aan
U kunt de (loon)kosten van uw speur- en ontwikkelingsproject in 2024 verlagen door een zogeheten tegemoetkoming op grond van de WBSO te claimen. Ondernemers met personeel in dienst kunnen deze tegemoetkoming uiterlijk op 20 december 2023 aanvragen!

IB-ONDERNEMER

10. Voltooi de 1.225 uren
Als ondernemer heeft u misschien recht op diverse ondernemersfaciliteiten in de inkomstenbelasting. Denk bijvoorbeeld aan de zelfstandigenaftrek en de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk. Om deze faciliteiten te kunnen benutten, moet u voldoen aan het zogeheten urencriterium. Dat betekent dat u in 2023 minimaal 1.225 uren moet besteden aan uw onderneming. Dat valt aannemelijk te maken met een urenadministratie. Twijfelt u of u genoeg uren voor uw onderneming heeft gewerkt? Maak dan nog wat extra uren, zodat u wel aan de 1.225 uren komt.

Let op!
Bij een onderbreking vanwege zwangerschap tellen de uren die de onderneemster normaal gesproken wel zou hebben gewerkt in de 16 weken rondom de bevalling, toch mee.


11. Wacht met bijbaantje tot na jaarwisseling
Om te voldoen aan het urencriterium, dat toegang geeft tot verschillende fiscale faciliteiten, moet u ook meer dan 50% van uw totale arbeidstijd besteden aan uw onderneming. Daardoor is het misschien beter om nu niet te veel tijd te besteden aan andere werkzaamheden (bijvoorbeeld ‘bijbaantjes’ in dienstbetrekking) die minder opleveren dan de fiscale faciliteiten.

Tip
De 50%-eis blijft buiten beschouwing als u in een of meer van de voorgaande vijf kalenderjaren geen ondernemer was en in die periode hooguit twee keer de zelfstandigenaftrek heeft toegepast.


12. Betwist WOZ-waarde bedrijfspand!
Ondernemers mogen gebouwen niet meer verder afschrijven dan tot de zogeheten bodemwaarde. Voor gebouwen die een IB-ondernemer aanhoudt als belegging is de bodemwaarde gelijk aan de WOZ-waarde. Van een belegging is sprake als de gebouwen worden aangehouden om aan niet-verbonden lichamen of personen ter beschikking te worden gesteld. Voor een gebouw in eigen gebruik van een IB-onderneming bedraagt de bodemwaarde slechts de helft van de WOZ-waarde. Maar er is voorgesteld om per 1 januari 2024 de bodemwaarde voor alle gebouwen op de WOZ-waarde te stellen. Daarom kan het extra nuttig zijn om de WOZ-waarde ter discussie te stellen en deze zo laag mogelijk proberen te krijgen.

Let op!
Hogere afschrijvingen leiden tot een lage boekwaarde en daarmee tot een hogere kans op een fiscale boekwinst bij verkoop van een gebouw.


13. Investeer nog in 2023 in nieuw bedrijfsmiddel
Als u nog dit jaar investeert in een nieuw bedrijfsmiddel, mag u daar in principe willekeurig op afschrijven. De willekeurige afschrijving bedraagt maximaal 50% van het bedrag aan af te schrijven aanschaffings- of voortbrengingskosten. Deze regeling geldt enkel voor 2023. Het deel dat niet willekeurig wordt afgeschreven, mag u op de normale manier afschrijven. Deze speciale regeling voor willekeurige afschrijving in 2023 staat niet open voor bedrijfsmiddelen waarop u al op grond van een andere regeling willekeurig mag afschrijven.

Let op!
Bepaalde bedrijfsmiddelen zoals gebouwen, diverse categorieën vervoersmiddelen, immateriële activa en dieren zijn uitgesloten van deze regeling. Personenauto’s met een CO2-uitstoot van 0 gram per kilometer vallen wel onder de regeling.


14. Voldoe familieschuld voor investering
In beginsel mag u als ondernemer geen investeringsaftrek toepassen voor verplichtingen die u bent aangegaan met bloed- en aanverwanten in de rechte lijn of personen die behoren tot uw huishouden. U kunt via uw aangifte de Belastingdienst verzoeken deze beperking achterwege te laten. Een belangrijke voorwaarde daarbij is dat het gaat om reële verplichtingen. Verder mag u de investering in beginsel niet zijn aangegaan om het percentage van de investeringsaftrek te beïnvloeden. De inspecteur zal de desinvesteringsbijtelling toepassen als u de verplichting tegenover de bloed- of aanverwant niet nakomt. Hetzelfde geldt bij een verandering van de verplichting binnen vijf jaar na aanvang van het kalender(boek)jaar waarin u de verplichting bent aangegaan. Als u in 2019 zo’n verplichting bent aangegaan, moet u dus vóór 1 januari 2024 de verschuldigde rente en aflossing betalen. Lukt dat niet, maak dan aannemelijk dat de afwijking van wat is overeengekomen, op zakelijke gronden berust.


15. Verreken IB-verlies uit 2014
Heeft u in 2014 met uw IB-onderneming een fiscaal verlies geleden dat u nog niet volledig heeft verrekend? Doe dan dit jaar niet te veel aan fiscaal winstuitstel. U kunt bijvoorbeeld proberen om een fiscale boekwinst op een bedrijfsmiddel te laten vrijvallen. Voor zover u het verlies uit 2014 niet verrekent met winst uit 2023, is dit verlies per 1 januari 2024 namelijk niet meer verrekenbaar.


16. Probeer staking door overheidsingrijpen uit te stellen
Onder bepaalde omstandigheden kan de overheid een ondernemer dwingen zijn onderneming geheel of gedeeltelijk te staken. Daarbij is het mogelijk dat de ondernemer boekwinsten behaalt die hij in een herinvesteringsreserve (HIR) wil onderbrengen. Onder de huidige regelgeving kan de ondernemer dat in principe alleen doen als hij het voornemen heeft om een herinvestering te doen in zijn resterende onderneming. Er is voorgesteld om in 2024 een verruiming van deze voorwaarde in te voeren bij een gedeeltelijke staking door overheidsingrijpen. De ondernemer mag dan namelijk ook een herinvesteringsvoornemen hebben voor een andere onderneming. Deze andere onderneming kan een bestaande of een nieuwe onderneming zijn. Probeer dus een staking door overheidsingrijpen te vertragen, zodat deze plaatsvindt in 2024.

Tip
In principe hoeft de afboeking van een HIR, die is gevormd op een bedrijfsmiddel waarop men niet of over meer dan tien jaar pleegt af te schrijven, alleen te gebeuren op de aanschafkosten van een bedrijfsmiddel met eenzelfde economische functie. Deze beperking geldt niet voor zover de bedrijfsmiddelen zijn vervreemd in het kader van een staking door overheidsingrijpen.


17. Verzoek om navorderingsaanslag
Merkt u dat een fout hebt gemaakt in uw aangifte inkomstenbelasting 2022, waardoor u te weinig belasting heeft betaald? U kunt deze fout herstellen door zelf de Belastingdienst te verzoeken om een navorderingsaanslag op te leggen. Zo kunt u bovendien uzelf wat belastingrente besparen. De fiscus berekent namelijk in beginsel de belastingrente bij een navorderingsaanslag IB 2022 over de periode van 1 juli 2023 tot de datum waarop de inspecteur de navorderingsaanslag oplegt. Als de inspecteur de navorderingsaanslag vaststelt naar aanleiding van uw verzoek, eindigt de periode waarover hij belastingrente mag rekenen uiterlijk twaalf weken na ontvangst van uw verzoek. De belastingrente voor andere belastingen dan de vennootschapsbelasting bedraagt sinds 1 juli 2023 6%.

Tip
Als u de belastingaanslag 2022 niet op tijd betaalt, brengt de Belastingdienst ook nog invorderingsrente in rekening. Die rente komt bovenop de belastingrente.


VENNOOTSCHAPPEN EN DGA’S

18. In vordering op bv na 1 januari 2024
Als u een vordering op uw bv wilt innen, wacht daar dan mee tot na 1 januari 2024. Op die manier voorkomt u dat het geldbedrag dat u ontvangt meteen in de rendementsgrondslag van box 3 voor het jaar 2024 valt.

Let op!
De zaak is gecompliceerder als u vanuit uw privévermogen een lening van maximaal drie maanden heeft verstrekt. De Belastingdienst past in zo’n geval een sanctie toe. De inspecteur rekent de vordering aan uw box 3-vermogen toe en belast tegelijkertijd het voordeel uit terbeschikkingstelling in box 1. Deze sanctie kan ook aan de orde komen als de terbeschikkingstelling langer dan drie maanden maar niet meer dan zes maanden duurde. Maar in deze situatie kunt u de dubbele heffing ontlopen als u aannemelijk maakt dat uw handelingen voor meer dan 50% zijn gebaseerd op zakelijke overwegingen.


19. Zoek naar meest vergelijkbare dienstbetrekking
Op grond van de gebruikelijkloonregeling wordt een dga geacht een minimum aan loon te ontvangen. In eerste instantie is dat minimum het hoogste van de volgende drie bedragen: het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking, het loon van de meestverdienende werknemer in de bv (of het concern) of een vast bedrag van € 51.000 (bedrag 2023). Als de bv aannemelijk maakt dat het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan het hoogste bedrag, is het gebruikelijk loon gelijk aan het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Daarom is het belangrijk om te weten wat de meest vergelijkbare dienstbetrekking is. Zoek dit tijdig uit, zodat uw bv u een fiscaal toegestaan (zo laag mogelijk) loon kan uitbetalen. Dit verkleint het risico op naheffingsaanslagen.

Tip
De gebruikelijkloonregeling is niet van toepassing als het gebruikelijk loon zou uitkomen op een bedrag van hoogstens € 5.000.


20. Verreken verliezen vóór belangenwijziging
Vennootschapsbelastingplichtige lichamen kunnen geleden verliezen verrekenen met behaalde winsten. Een verlies is te verrekenen met de winst van het vorige jaar en de winsten van de volgende jaren. Vindt in een jaar een wijziging in het uiteindelijk belang van de bv plaats van 30% of meer in vergelijking met het oudste jaar waarvan een verlies is te verrekenen? In beginsel zijn de verliezen die zijn geleden vóór deze belangenwijziging niet meer te verrekenen met winsten die na de belangenwijziging zijn behaald. Op deze beperking bestaan wel uitzonderingen, bijvoorbeeld als de bv niet had kunnen weten van de belangenwijziging en de wijziging in het belang niet ongebruikelijk groot is. Als u plannen heeft om een groot deel van uw belang in uw bv over te dragen aan een derde, kan verliesverdamping dreigen. Laat in zo’n situatie een voorziening of een fiscale reserve vrijvallen. Of verkoop bedrijfsmiddelen met stille reserves aan een gelieerde vennootschap.

Let op!
Sinds 2022 is de verliesverrekening per jaar beperkt tot € 1 miljoen vermeerderd met 50% van de winst voor zover die een bedrag van € 1 miljoen overtreft.


21. Wacht met afstoten van werkzaamheden
Als het uiteindelijk belang in een bv met compensabele verliezen voor meer dan 30% wijzigt ten opzichte van het oudste openstaande verliesjaar, dreigt in beginsel een beperking van de verliesverrekening. Deze beperking kan achterwege blijven als verliezen zijn geleden in een belastingjaar waarin de bezittingen van de bv gedurende minimaal negen maanden niet grotendeels bestonden uit beleggingen. Daarbij geldt bovendien de eis dat vlak vóór de belangenwijziging de werkzaamheden van de bv niet zijn afgenomen tot minder dan 30% van de gezamenlijke omvang van de werkzaamheden bij het begin van het oudste jaar waarin compensabele verliezen zijn geleden. Evenmin mag op het tijdstip van de belangenwijziging een voornemen bestaan om binnen drie jaar alsnog de werkzaamheden van de bv zo sterk te laten inkrimpen.


22. Benut vóór 2024 ab-belastingkorting
Stel, u heeft in 2022 en 2023 geen aanmerkelijk belang (ab) meer, maar nog wel een openstaand verlies uit ab. Zet dan dit verlies nog in 2023 om in een belastingkorting. De belastingkorting bedraagt dit jaar nog 26,9% van het openstaande ab-verlies. In 2024 is dit naar verwachting nog maar 24,5%! Als u uw ab-verlies in 2023 omzet in een belastingkorting, mag u deze korting aftrekken van de inkomstenbelasting over de box 1-inkomens van 2023 tot en met 2030. Let wel op het jaar waarin u het desbetreffende ab-verlies heeft geleden. De belastingkorting is niet meer van toepassing als het verlies uit ab ouder is dan negen jaar.


23. Controleer voordeel van hypotheek bij bv
Misschien heeft u net zoals sommige andere dga’s de mogelijkheid om een lening voor uw eigen woning aan te gaan bij uw bv. In dat geval hebt u meer controle over de leningsvoorwaarden dan eigenwoningbezitters die een hypotheek bij een derde hebben. De leningsvoorwaarden hebben invloed op de kwalificatie als eigenwoningschuld. Een aflossingsvrije hypotheek valt bijvoorbeeld in beginsel niet in box 1, maar in box 3. Een hypotheek in box 1 leidt tot een hypotheekrente die in box 1 aftrekbaar is tegen het progressieve tarief. In 2023 is het effectief tarief waartegen de hypotheekrente aftrekbaar is maximaal 36,93%. In box 3 levert de hypotheek een rendement op van negatief 2,57% (voorlopig percentage 2023), gesteld dat de schuldendrempel van € 3.400 per fiscale partner al is benut. Afhankelijk van de omstandigheden kan het fiscaal voordelig zijn om de hypotheek in box 3 te laten vallen.

Let op!
Heeft u een lening waarop het regime van vóór 2013 van toepassing is? Dan is het niet mogelijk om een eigenwoningschuld te transformeren naar een box 3-schuld. Bij zulke leningen kunt u namelijk wel overeenkomen om gedurende de looptijd niet te hoeven aflossen. In dat geval valt zo’n hypotheek niet in box 3.

Let op!
In de politiek bestaat de wens om een nieuw systeem voor box 3 in te voeren, mogelijk op basis van het werkelijke rendement. Maar de geplande invoeringsdatum van dat nieuwe stelsel wordt steeds verschoven. De laatst genoemde datum is 1 januari 2027. Toch kan het verstandig zijn rekening te houden met mogelijke stelselwijzigingen als u verwacht veel tijd nodig te hebben om de hypotheek volledig af te lossen.


24. Los af op uw schuld aan uw bv
Verwacht u, al dan niet samen met uw partner, op 31 december 2023 meer dan € 700.000 schuld aan uw bv te hebben? Weet dan dat het meerdere in beginsel een fictieve winstuitdeling vormt vanwege excessief lenen van de eigen bv. Over die winstuitdeling moet u belasting betalen. Deze omstandigheid kan aanleiding zijn om een deel van de schuld aan uw bv te herfinancieren. Bijvoorbeeld door bij een bank een lening aan te gaan.

Tip
Eigenwoningschulden behoren niet tot de schulden voor toepassing van deze regeling als aan de bv een recht van hypotheek is verstrekt of als zij al bestonden op 31 december 2022.


25. Wacht tot 2024 met lenen van uw bv
Bent u als dga geëmigreerd en heeft u om die reden een conserverende aanslag ontvangen? Dan is het fiscaal gezien niet handig om nog dit jaar veel geld van uw bv te gaan lenen. De Belastingdienst kan dan namelijk het verleende betalingsuitstel intrekken. Het is de bedoeling dat in 2024 een kleine versoepeling plaatsvindt. Dat betekent dat invordering van de conserverende aanslag alleen plaatsvindt indien en voor zover u bovenmatig (excessief) leent van een bv die verband houdt met de conserverende aanslag. Bovendien blijft invordering achterwege voor zover de schuldtoename al eerder het uitstel van betaling heeft doen beëindigen.

Let op!
Invordering van de conserverende aanslag kan plaatsvinden voor zover u bovenmatig leent van vennootschappen ter zake waarvan aan u een conserverende belastingaanslag met uitstel van betaling is verleend.


26. Deponeer tijdig jaarrekening van bv
Zorg ervoor dat uw bv haar jaarrekening op tijd deponeert. Bij een faillissement riskeert u als bestuurder hoofdelijk aansprakelijk te worden gesteld voor de schulden van de bv die niet door vereffening zijn te voldoen, als niet aan de verplichting tot deponering is voldaan. Het deponeren van de jaarrekening bij de Kamer van Koophandel (KvK) dient uiterlijk acht dagen na vaststelling van die jaarrekening plaats te vinden. Verder moet het deponeren uiterlijk twaalf maanden na afloop van het desbetreffende boekjaar plaatsvinden. De uiterste deponeerdatum voor het boekjaar 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 is dus 31 december 2023. Bent u bang dat u het niet redt om de jaarstukken tijdig te deponeren? Dan kunt u desnoods de voorlopige jaarrekening deponeren.

Let op!
Als alle aandeelhouders ook bestuurder of commissaris zijn, is er minder tijd voor het deponeren van de jaarrekening. Zelfs als de maximale vijf maanden uitstel zijn verleend voor het opstellen van de jaarrekening (de normale termijn is vijf maanden), moet u de jaarrekening voor een boekjaar van 1 januari tot en met 31 december uiterlijk deponeren op 8 november van het jaar daarop. In statuten kan trouwens van deze wettelijke regeling zijn afgeweken!

Tip
Lukt het echt niet om de jaarstukken op tijd te deponeren en dreigt een faillissement? Dan rest u toch nog een mogelijkheid om de aansprakelijkstelling te voorkomen. Hoewel u als bestuurder wordt geacht uw taak onbehoorlijk te hebben vervuld, bent u niet aansprakelijk als u aannemelijk weet te maken dat uw onbehoorlijk bestuur geen belangrijke oorzaak is van het faillissement. Het is dan voor wat betreft bepaalde belastingen zoals de loonbelasting en de omzetbelasting wel van belang om tijdig een melding van betalingsonmacht te doen.


27. Breng belastingschulden de bv in
Vorderingen uit hoofde van verstrekte leningen aan derden zijn bezittingen die in box 3 bij u belastbaar zijn. Maar (grote) belastingschulden zijn niet aftrekbaar in box 3. Stel dat u uw bv de vorderingen en de belastingschulden die u heeft, laat overnemen. In die situatie vindt een verrekening van de vorderingen en schulden plaats. Voor zover de schulden groter zijn dan de vorderingen, krijgt u een schuld aan uw bv. Maar deze schuld kwalificeert wel als schuld voor box 3, waarvoor een afzonderlijk negatief forfaitair rendement geldt. Zo kunt u box 3-belasting besparen. Uiteraard moet de overdracht van de vorderingen en belastingschulden dan wel plaatsvinden vóór de peildatum van 1 januari 2024.

Let op!
Ontstaat per saldo een vordering op uw bv, dan valt deze vordering onder de terbeschikkingstellingsregeling. Het gevolg is dat u over de rente in box 1 belasting moet betalen. Bereken of dat wenselijk is. Is dat niet zo, draag dan slechts een deel van uw vorderingen over!


28. Voltooi vereffening in 2023
Een holding kan het verlies uit de liquidatie van een vennootschap waarin zij een deelneming heeft, in beginsel aftrekken. Maar deze aftrek is beperkt tot € 5 miljoen. De aftrekbeperking blijft achterwege als op het moment vlak voor het voltooien van de vereffening van het vermogen van de ontbonden vennootschap de holding (indirect) een dusdanig belang heeft in die vennootschap, dat het de activiteiten van die vennootschap kan bepalen. Daarnaast moet de ontbonden vennootschap zijn gevestigd in Nederland, een andere lidstaat van de EU of EER of in een aangewezen staat. In principe moet de holding in de periode van vijf jaar die direct voorafgaat aan het voltooien van de vereffening onafgebroken voldoen aan de eerdergenoemde voorwaarden.


29. Stel doorschuiving aan bedrijfsopvolger veilig
Als u als dga de aandelen in uw bv schenkt aan uw kinderen of aan een andere bedrijfsopvolger, leidt dat in beginsel tot een fiscale afrekening. De waarde in het economische verkeer van de aandelen minus uw verkrijgingsprijs is dan namelijk belast. Onder voorwaarden is deze fiscale claim door te schuiven. Met betrekking tot deze regeling zijn diverse wijzigingen voorgesteld. De voorwaarde dat de verkrijger minstens 36 maanden in dienstbetrekking moet zijn geweest, zal per 1 januari 2025 komen te vervallen. In plaats van deze voorwaarde komt de eis dat de verkrijger op het moment van de schenking 21 jaar of ouder moet zijn. Als u de aandelen in uw bv wilt schenken aan uw kind dat al 36 maanden in de onderneming werkt maar dit jaar de leeftijd van 19 jaar niet gaat bereiken, is het van belang ervoor te zorgen dat de schenking vóór 2025 geregeld is. Voor oudere potentiële bedrijfsopvolgers die nog niet zo lang in de onderneming werken, is het in dit opzicht juist beter om te wachten met schenkingen.

Tip
De dienstbetrekkingseis zegt niet hoeveel uren de boogde bedrijfsopvolger voor uw bv moet werken. Het hoeft bovendien niet om een belangrijke functie te gaan.


30. Trek u pas na 2023 terug uit VBI
Houdt u een aanmerkelijk belang in een vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI)? Dan berekent de inspecteur in principe een fictief regulier voordeel van 6,17% (percentage 2023) over de waarde in het economische verkeer van de aandelen aan het begin van het jaar. Dit forfaitaire reguliere voordeel mag u verlagen met het bedrag dat u daadwerkelijk aan dividend heeft ontvangen. Maar het forfaitair regulier voordeel mag daardoor niet negatief worden. Vindt u het forfaitaire rendement te hoog? Vervreemd dan na 1 januari 2024 uw aandelen in de VBI en ga in box 3 beleggen. Als u na de peildatum voor box 3 in 2024 uw belang in de VBI vervreemdt, belandt de opbrengst voor 2023 nog niet in de rendementsgrondslag. Wel moet het forfaitaire voordeel over 2024 uit de VBI tijdsevenredig worden berekend. Maar de hoogte daarvan valt wel mee, aangezien het maar ziet op een korte periode.

Let op!
Brengt u uw vermogen binnen achttien maanden weer over van box 3 naar de VBI? Dan treedt een sanctie in werking. De inspecteur belast dan de (forfaitaire) inkomsten uit het desbetreffende vermogen zowel in box 2 als in box 3. Denkt u erover om vermogen over te hevelen van uw VBI naar box 3, check dan of u voldoet aan de genoemde termijn van achttien maanden.

Tip
U heeft de mogelijkheid om tegenbewijs te leveren. De sanctie geldt niet als u aannemelijk maakt dat u om zakelijke redenen het vermogen binnen achttien maanden terughaalt naar box 3.


31. Laat uw bv dit jaar fors dividend uitkeren
Hebt u een groot bedrag aan liquide middelen nodig, dan is het misschien interessant om nog dit jaar uw bv een fors bedrag aan dividend uit te laten keren. Nu geldt namelijk nog maar één tarief voor inkomen uit aanmerkelijk belang: 26,9%. In 2024 krijgt u te maken met een progressief tarief. Over de eerste schijf van € 67.000 zal het tarief 24,5% zijn. Maar over het meerdere bent u naar verwachting 31% of misschien zelfs 33% (als gevolg van een aangenomen motie) verschuldigd!

Tip
Als uw bv bij wijze van dividenduitkering uw schuld aan de bv kwijtscheldt, hoeft u voor deze schuld geen forfaitair dividend op grond van de regeling voor excessief lenen bij de eigen bv in aanmerking te nemen.

Let op!
Een bv mag alleen maar dividend uitkeren voor zover haar eigen vermogen meer bedraagt dan de wettelijke reserves. Bovendien moet de bv na het uitkeren van het dividend in staat zijn haar betalingsverplichtingen te voldoen.


32. Wacht met dividend van hooguit € 134.000 tot 2024
Als u dga bent en een partner heeft, kan het interessant zijn om tot 1 januari 2024 te wachten met een dividenduitkering. In 2024 geldt namelijk wel een hoger tarief in de tweede schijf, maar u en uw partner kunnen beiden gebruik maken van de eerste schijf van € 67.000. Wees u er tevens van bewust dat inkomen uit aanmerkelijk belang tot het gemeenschappelijke inkomen behoort. U kunt een dividenduitkering van € 134.000 dus gelijk verdelen tussen u en uw partner.


33. In 2021 tbs uit 2020 verzwegen? Geef dat op in 2023
Heeft u een of meer vermogensbestanddelen ter beschikking gesteld aan uw bv, maar de vergoeding daarvoor niet gerekend tot uw box 1-inkomen? Meld dat alsnog met gebruik van de inkeerregeling. Verstuurt u het verzoek om de inkeerregeling toe te passen binnen twee jaar na de aangifte waarin u het inkomen heeft verzwegen, dan krijgt u geen vergrijpboete opgelegd. Als u later inkeert, zal de inspecteur de boete verminderen tot 60% van de maximale boete die hij kan opleggen als u helemaal niet inkeert. Het ontlopen van de vergrijpboete is niet mogelijk voor zover u inkomen uit aanmerkelijk belang of uit sparen en beleggen heeft verzwegen.


34. Check verrekenprijzen
Neemt uw vennootschap goederen of diensten af van gelieerde lichamen in het buitenland of verricht zij prestaties voor gelieerde buitenlandse lichamen? Dan moeten uw vennootschap en het gelieerde lichaam daarbij zakelijke verrekenprijzen toepassen. Houd daarbij in de gaten dat de inspecteur geen verlaging van de fiscale winst accepteert zonder dat daartegenover in het buitenland een verhoging van de belastinggrondslag staat. Controleer daarom of de verrekenprijzen die dit jaar voor buitenlandse concernvennootschappen zijn gehanteerd problemen opleveren met deze bepaling.


35. Verruil giften voor sponsoring
Voorgesteld is om in 2024 de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting te laten vervallen. Daardoor kan het interessant zijn voor een bv om een goed doel voortaan te sponsoren. De kosten van zakelijke sponsoring zijn namelijk wel aftrekbaar in de vennootschapsbelasting.

Tip
Een niet-aftrekbare gift via een bv aan een algemeen nut beogende instelling (ANBI) of steunstichting sociaal belang behartigende instelling (SBBI) blijft vrijgesteld van schenkbelasting.


36. Regel tijdig dollaraangifte
Wilt u vanaf 2024 uw aangifte vennootschapsbelasting in een andere valuta dan de euro indienen, bijvoorbeeld de dollar? Vraag dan vóór 1 januari 2024 een beschikking ‘Regeling functionele valuta’ aan bij de Belastingdienst. Als de inspecteur zo’n beschikking afgeeft, bent u in principe voor een periode van tien jaar gebonden aan deze keuze.


37. Verzamel tegenbewijs voor dividendstripping
Bij dividendstripping wordt heffing van dividendbelasting beperkt of zelfs voorkomen. De wetgever bestrijdt dividendstripping door een voorwaarde te stellen aan de verrekening, teruggaaf of vermindering van dividendbelasting. Deze voorwaarde houdt in dat de ontvanger van het dividend de uiteindelijk gerechtigde moet zijn. Bij dividendstripping is het voor de Belastingdienst lastig om te bepalen of hieraan wordt voldaan. Om de bewijspositie van de Belastingdienst te verbeteren, is voorgesteld dat per 1 januari 2024 degene die een beroep doet op verrekening, teruggave of vermindering, aannemelijk moet maken dat aan de voorwaarden wordt voldaan. Dit geldt echter pas vanaf een bedrag van € 1.000 aan geheven dividendbelasting op jaarbasis.


BTW EN OVERDRACHTSBELASTING

38. Corrigeer btw auto in 4e kwartaal 2023
Als aan uw bedrijf in 2023 btw is gefactureerd in verband met de aanschaf, het onderhoud en het gebruik van de zakelijke auto, is deze btw aftrekbaar als voorbelasting. Tenminste, zolang u(w bedrijf) de auto heeft gebruikt voor belaste omzet. Heeft u de auto in 2023 mede voor privédoeleinden gebruikt? Pas dan daarvoor een correctie toe in uw laatste btw-aangifte van 2023. Wie het werkelijke privégebruik niet heeft bijgehouden, mag uitgaan van 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm). Voor bepaalde auto’s, waaronder auto’s die vijf jaar in de onderneming zijn gebruikt, mag u een forfait van 1,5% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm) hanteren.

Let op!
Woon-werkverkeer telt voor de btw-heffing als privégebruik.


39. Dien tijdig suppletieaangifte btw in
Het is verstandig om op basis van uw administratie geregeld na te gaan of uw btw-aangiften kloppen. Merkt u tijdens de controle van uw btw-aangiften dat u te veel of te weinig btw heeft afgedragen? Corrigeer dan het bedrag aan te veel of te weinig afgedragen btw via een suppletieaangifte. U kunt dit zowel over 2023 als over de vijf voorgaande jaren doen.

Tip
U hoeft de suppletieaangifte niet te gebruiken als de correctie hoogstens € 1.000 bedraagt. In deze situatie mag u de correctie namelijk verwerken in uw eerstvolgende btw-aangifte.


40. Verwerk BUA-correctie in slotaangifte 2023
Wellicht heeft u in 2023 btw op kosten voor relatiegeschenken of personeelsverstrekkingen afgetrokken. Controleer dan of u een of meer personeelsleden hiermee voor meer dan € 227 per persoon (exclusief btw) heeft bevoordeeld. Controleer daarnaast of u een of meer relaties voor meer dan € 227 heeft bevoordeeld. Als minstens een van beide situaties zich voordoet, dient u in de btw-aangifte over het laatste tijdvak van 2023 de afgetrokken btw te corrigeren en alsnog te voldoen. Dit noemt men ook wel de BUA-correctie (BUA: Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting).

Let op!
De BUA-regeling is niet van toepassing op de fiets van de zaak. Daarnaast gelden aparte regels voor de btw-aftrek op kosten van verstrekkingen van eten en drinken aan personeel.


41. Reik vóór 28 januari 2024 90%-verklaring uit
Is aan u in 2022 een onroerende zaak geleverd? En heeft u daarbij samen met de verkoper geopteerd voor een btw-belaste levering? Reik dan binnen vier weken na afloop van het boekjaar volgend op het boekjaar van levering (dus vóór 28 januari 2024) de 90%-verklaring uit aan de verkoper en de fiscus. Vermeld in deze verklaring of u de onroerende zaak gebruikt voor doeleinden waarvoor u voor minstens 90% recht heeft op btw-aftrek. Voldoet u in het eerste boekjaar of in het daaropvolgende boekjaar niet aan het 90%-criterium? Dan stelt de fiscus dat de levering met terugwerkende kracht alsnog is vrijgesteld van btw. Voor de verkoper betekent dit dat het recht op btw-aftrek vervalt. Hij moet in dat geval dus de in vooraftrek gebrachte btw terugbetalen aan de Belastingdienst. Als u in een later jaar niet meer voldoet aan het 90%-criterium, dient u op de gewone manier uw btw-aftrek te herzien.

Let op!
In de koopovereenkomst kan bepaald zijn dat u de door de verkoper geleden schade (deels) moet vergoeden.


42. Vraag vóór december 2023 om toepassing KOR
Komt uw jaaromzet niet boven de € 20.000 (exclusief btw) uit? Dan kunt u kiezen voor de kleineondernemersregeling btw (KOR). Het voordeel daarvan is dat u geen btw aan afnemers in rekening hoeft te brengen. Ook hoeft u geen btw-aangiften in te dienen. De keuze voor toepassing van de KOR geldt voor een periode van drie jaar. U moet zich uiterlijk vier weken voor het begin van het tijdvak waarin u de KOR wilt toepassen, aanmelden bij de Belastingdienst. Wilt u per 1 januari 2024 de KOR toepassen? Meld u zich dan vóór 1 december 2023 aan bij de Belastingdienst.

Let op!
Het toepassen van de KOR maakt u een btw-vrijgestelde ondernemer. Dit houdt in dat u niet langer btw kunt terugvragen op uw inkopen. Doet u op korte termijn grote investeringen? Dan kan toepassing van de KOR nadelig zijn. U kunt dan de btw op de aanschaf niet meer terugvragen. Vraagt u de KOR aan in het tijdvak na een investering, dan moet u mogelijk een groot deel van de teruggekregen omzetbelasting toch weer betalen.


43. Start vóór 2024 werkzaamheden voor werk-bv
Stel, uw holding heeft een werkmaatschappij die btw-belaste activiteiten verricht. Nu wil uw holding deze werkmaatschappij actief gaan beheren. Het kan dan fiscaal voordelig zijn als dga rechtstreeks namens uw holding de managementwerkzaamheden voor de werkmaatschappij te verrichten. Zo maakt u duidelijk dat uw bv een zogeheten moeiende holding is. Daardoor heeft zij recht op aftrek van voorbelasting voor zover de afgenomen prestaties zijn gebruikt voor btw-belaste activiteiten. Als het u niet lukt om dit huidige btw-tijdvak nog werkzaamheden te verrichten voor de werkmaatschappij, probeer dit dan te doen in het nieuwe belastingtijdvak.

Tip
Als een moeiende holding btw-belaste (management)diensten aan een vennootschap verleent, kan zij de btw op de aan- en verkoopkosten van een meerderheidsbelang in deze vennootschap pro rata aftrekken.


44. Vraag btw over 2022 terug
Zit u al lang te wachten op een betaling van een debiteur? Realiseert u zich dan dat u als crediteur één jaar na het opeisbaar worden van een vordering recht op teruggaaf van btw verkrijgt – gesteld dat u niet al eerder aannemelijk heeft gemaakt dat uw debiteur niet gaat betalen. U mag de periodieke btw-aangifte verlagen met het bedrag van de teruggaaf. U hoeft geen afzonderlijk verzoek in te dienen bij de fiscus. Het einde van het jaar is een geschikt moment om de openstaande vorderingen nog eens na te lopen.

Let op!
Mocht de debiteur de oninbaar geleken vordering op een later tijdstip alsnog betalen, voldoe dan de eerder in mindering gebrachte btw opnieuw op aangifte.


45. Controleer voorwaarden FE btw
Soms zijn btw-ondernemers, of het nu natuurlijke personen of lichamen zijn, in financieel, organisatorisch en economisch opzicht zodanig verweven, dat zij een eenheid vormen. Zij worden voor de heffing van de omzetbelasting dan aangemerkt als een fiscale eenheid. Op verzoek van de ondernemers kan de inspecteur een beschikking afgeven waarin hij vermeldt vanaf welke datum hij de btw-ondernemers in ieder geval als een fiscale eenheid voor de omzetbelasting aanmerkt. Nu zijn het in principe de feitelijke omstandigheden die bepalen wanneer de fiscale eenheid ingaat, maar het maakt de zaken wel eenvoudiger als men tijdig de beschikking aanvraagt. Zo hoeft er geen geschil te ontstaan over het moment (bijvoorbeeld aan het begin van het eerstvolgende belastingtijdvak) waarop de fiscale eenheid voor de omzetbelasting ingaat. Daarnaast is het aan te raden aan het einde van het jaar even te checken of (nog steeds) aan de voorwaarden voor de fiscale eenheid omzetbelasting wordt voldaan.

Tip
De omstandigheid dat btw-ondernemers over een belastingtijdvak afzonderlijke btw-aangiftes hebben ingediend, sluit niet uit dat zij in dat tijdvak al een fiscale eenheid voor de omzetbelasting vormden.


WERKGEVER

46. Sluit administraties op elkaar aan
Controleer aan het einde van 2023 zo snel mogelijk of de loonadministratie en de financiële administratie wel op elkaar aansluiten. Dit is bijvoorbeeld van belang als een of meer (belaste) uitbetaalde vergoedingen per abuis niet zijn verwerkt in de loonadministratie. Over deze vergoedingen zijn dan geen loonheffingen afgedragen. Bij het maken van de aansluiting tussen de loon- en de financiële administratie komen zulke afwijkingen naar voren. Vervolgens kunt u de verschuldigde loonheffingen alsnog afdragen. Dit kan onder voorwaarden in de vorm van eindheffing gebeuren.


47. Laat werknemers met lage lonen 1.248 uur werken
Werkgevers die werknemers in dienst hebben met het minimumloon of iets daarboven, hebben recht op het lage-inkomensvoordeel. Het gaat om werknemers die in 2023 tussen de € 12,04 (ondergrens) en € 15,06 verdienen. De tegemoetkoming is € 0,49 per uur met een maximum van € 960 per werknemer. Uw werknemer moet minimaal 1.248 verloonde uren per kalenderjaar hebben. Als uw werknemers aan de voorwaarden voldoen, betaalt het UWV het voordeel in de loop van 2023 aan u uit. Is het nog niet helemaal zeker of bepaalde werknemers meer dan 1.248 uur verloonde uren krijgen? Probeer die werknemers extra in te plannen, zodat uw bedrijf aan het minimumaantal uren komt.


48. Check resterende vrije ruimte 2023
Vanwege de huidige krapte op de arbeidsmarkt kan het nu extra interessant zijn om de vrije ruimte van de werkkostenregeling optimaal te benutten. Ga daarom na wat u nog aan vrije ruimte over heeft. In 2023 is de vrije ruimte 3% van de totale loonsom tot een maximumbedrag van € 12.000. Daar mag u nog 1,18% van de totale loonsom, voor zover deze meer bedraagt dan € 400.000, aan toevoegen. Als u merkt dat u nog vrije ruimte over heeft, kunt u deze benutten door bijvoorbeeld nog dit jaar een leuk kerstpakket naar uw werknemers te sturen. Per 1 januari 2024 daalt de vrije ruimte over de eerste € 400.000 van 3% naar 1,92%.

Tip
Check of het berekenen van de vrije ruimte per concernonderdeel (concernregeling) gunstiger is.


49. Keer in 2023 gebruikelijke bonus uit
Heeft u aan het einde van 2023 nog vrije ruimte over? En overweegt u om een of meer werknemers een bonus te geven? Laat dan deze bonus in de vrije ruimte vallen. Daarbij geldt wel als voorwaarde dat u de bonus nog in 2023 uitbetaalt. Ook belangrijk: er moet zijn voldaan aan het gebruikelijkheidscriterium. De bonus mag dus niet meer dan 30% afwijken van wat voor vergelijkbare werknemers in dezelfde sector gebruikelijk is.

Tip
Het ministerie van Financiën keurt in ieder geval een bonus van maximaal € 2.400 per werknemer per jaar goed. Het leveren van bewijs of onderbouwing is dan dus niet nodig. Bent u dga en is er genoeg vrije ruimte? Dan mag u zichzelf ook een bonus van € 2.400 toekennen.

Let op!
Wilt u een hogere bonus toepassen? Zorg dan voor bewijs dat een dergelijke bonus gebruikelijk is in uw sector.


50. Pas OV-reiskostenvergoeding aan
Op Prinsjesdag 2023 is een voorstel gepubliceerd om het privégebruik van OV-abonnementen of voordeelurenkaarten, die de werkgever vergoedt of verstrekt, gericht vrij te stellen. Dit betekent dat werkgevers dergelijke abonnementen en kaarten per 1 januari 2024 altijd belastingvrij kunnen aanbieden zolang het aannemelijk is dat werknemers ze (ook) gebruiken voor zakelijke reizen, zoals woon-werkverkeer. Werkgevers hoeven geen registratie meer bij te houden van het privé- en zakelijk gebruik om in aanmerking te komen voor de vrijstelling. Ga daarom na of het makkelijker is om de huidige reiskostenvergoedingen per 2024 om te zetten in een andere vorm.


51. Maak afspraken over thuiswerken
Werkgevers mogen aan hun werknemers een onbelaste thuiswerkvergoeding betalen. Het gaat hier om een belastingvrije vergoeding van maximaal € 2,15 per thuiswerkdag (in 2023). Dat mag ook een vaste vergoeding zijn volgens een structureel thuiswerkpatroon. U kunt als werkgever per dag óf de onbelaste thuiswerkkostenvergoeding óf de onbelaste reiskostenvergoeding woon-werkverkeer geven. Heeft u in 2023 de thuiswerkvergoeding nog niet toegekend, kijk dan of u dat in 2024 alsnog kunt doen. Ga hierover alvast in overleg met uw werknemers.

Tip
Als meer werknemers gaan of blijven thuiswerken, heeft uw bedrijf waarschijnlijk minder kantoorruimte nodig. Als uw bedrijf een kantoorpand huurt, kan het misschien met de verhuurder een inkrimping van de gehuurde ruimte overeenkomen om de huurlasten te verlagen. Heeft uw bedrijf een eigen kantoorpand, dan zou het de overbodige ruimte kunnen verhuren en zo huurinkomsten genereren.


52. Richt vóór 2024 een personeelsfonds op
Wilt u uw werknemers steunen in financieel krappe tijden of bij tegenslagen door uitkeringen en verstrekkingen aan hen te doen toekomen? Dan kan het interessant zijn om nog in 2023 een personeelsfonds op te richten. Uitkeringen en verstrekkingen uit zo’n fonds zijn namelijk onder voorwaarden onbelast. Een belangrijke voorwaarde is dat de bijdrage van de werkgever gedurende de laatste vijf jaar niet hoger is dan de totale bijdrage van de gezamenlijke werknemers in die periode. Als het fonds minder dan vijf jaar bestaat, moeten de bijdragen gedurende het bestaan van het fonds worden vergeleken. De bijdragen van de werknemers moet u inhouden op hun nettoloon.

Tip
Als u nog in 2023 een personeelsfonds opricht en de werknemersbijdrage bijvoorbeeld inhoudt op de dertiende maand of eindejaarsuitkering van uw werknemers, kunt u zelf ook nog een bijdrage doen. Dan kunt u uw werknemers in 2023 al ondersteunen.


53. Houd personeelsfeestje 2024 op de zaak
Wilt u een personeelsfeest organiseren begin 2024? Organiseer dit feest dan op de werkplek. Een begin 2024 gepland personeelsfeestje kan onder de werkkostenregeling onbelast blijven als u de borrel op de werkplek organiseert. Deze faciliteit betreft zowel de drankjes en hapjes (geen zakelijke maaltijden) die de werknemers consumeren, als de kosten van bijvoorbeeld entertainment. Zou u toch kiezen voor een externe locatie, dan zijn het personeelsfeestje én de consumpties als eindheffingsloon belast. En wel tegen de factuurwaarde. Natuurlijk kunt u hiervoor de vrije ruimte gebruiken. Maar dan legt u al vroeg in 2024 beslag op deze ruimte.

Tip
De verstrekte consumpties op de werkplek zijn eveneens onbelast voor werknemers van andere vestigingen, locaties of kantoren én voor werknemers van andere werkgevers met wie u de concernregeling toepast.


54. Pas op met de concernregeling in 2023
Als uw bedrijf een concern vormt, kan het handig zijn om de concernregeling van de werkkostenregeling toe te passen. In dat geval hoeft u de vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers van meer dan één concernonderdeel niet langer te splitsen. Bovendien kunt u een overschot aan vrije ruimte bij het ene onderdeel benutten voor het tekort van een ander onderdeel. U kunt de concernregeling toepassen bij een aandelenbelang van minimaal 95%. In 2023 heeft u voor de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom een vrije ruimte van 3%, daarboven geldt 1,18%. Bij toepassing van de concernregeling kunt u slechts één keer gebruikmaken van de vrije ruimte van 3%. Zonder toepassing van de concernregeling heeft u voor elke vennootschap over de eerste € 400.000 fiscale loonsom 3% vrije ruimte. Beoordeel daarom of toepassing van de concernregeling voordelig is voor u.

Tip
Heeft u de concernregeling in 2023 toegepast, maar is dat achteraf gezien nadelig? Dan kunt u uiterlijk bij de aangifte over het tweede tijdvak van 2024 kiezen om de concernregeling in 2023 niet toe te passen.


55. Check of de sectorindeling voor 2024 klopt
Eind 2023 krijgt u van de Belastingdienst een beschikking met de sectorindeling en de premies voor de werkhervattingskas voor 2024. Ga na of de sectorindeling klopt met de activiteiten van uw bedrijf. Als u namelijk in de verkeerde sector wordt ingedeeld, kan dit grote financiële gevolgen hebben.


56. Voltooi afsluiting loonadministratie 2023
Het einde van het jaar nadert, zodat het bijna tijd is om de loonadministratie over 2023 af te sluiten. Pak dat voortvarend aan. In ieder geval moet de afsluiting plaatsvinden vóórdat u de loonaangifte over het laatste tijdvak van 2023 moet indienen. Controleer bij de afsluiting of u van iedere werknemer een kopie heeft van het identificatiebewijs. Zorg er ook voor dat u alle rekeningen van verstrekkingen en terbeschikkingstellingen aan werknemers en declaraties van aan werknemers vergoede kosten op orde heeft.


57. Check vóór 2024 administratie van uitzendkrachten
Maakt u binnen uw bedrijf gebruik van uitzendkrachten, gedetacheerden of andere medewerkers die niet bij uw onderneming in dienst zijn? Controleer dan vóór het einde van 2023 of uw administratie met betrekking tot deze medewerkers op orde is. U moet bijvoorbeeld van al deze medewerkers de identiteit hebben gecontroleerd. Omdat u uitzendkrachten niet mag vragen om een kopie van een identiteitsbewijs, is het raadzaam bij de controle het soort identiteitsbewijs, het nummer en de geldigheidsduur te noteren. Bovendien moet u bijhouden hoeveel loon en vakantiebijslag zij hebben ontvangen én hoeveel uren zij hebben gewerkt.

Let op!
Daarnaast moet u de registratie van het uitzendbureau checken. Voldoet u niet aan deze verplichting? Dan kan de Nederlandse Arbeidsinspectie u bij een eventuele controle een boete opleggen van in beginsel € 8.000 per werknemer (voor werkgevers die natuurlijke personen zijn bedraagt de boete in beginsel tussen de € 2.000 en € 4.000). Deze boetes kunnen bij recidive zelfs anderhalf, twee- of driemaal zo hoog uitpakken!


58. Zeg tijdelijk contract op vóór 1 december 2023
Zijn er in uw bedrijf tijdelijke arbeidsovereenkomsten die aflopen op 31 december 2023? Laat dan vóór 1 december 2023 aan de werknemer schriftelijk weten of u de tijdelijke arbeidsovereenkomst verlengt of niet. Deze zogeheten aanzegverplichting van een maand geldt voor tijdelijke contracten van minimaal zes maanden. Als u niet (tijdig) aanzegt, kan de werknemer een schadevergoeding eisen van maximaal een bruto maandsalaris. Overweeg meteen voor heel 2024 vast te leggen wanneer de contracten aflopen en stel een reminder in uw agenda in om u twee à drie maanden van tevoren te waarschuwen.

Tip
Door de aanzegging per e-mail met ontvangstbevestiging te versturen, kunt u bewijzen dat u de aanzegging tijdig heeft gedaan. Andere bewijsmiddelen zijn echter ook toegestaan, zoals een aangetekende brief.


59. Vorm voorziening voor transitievergoeding
Tegenwoordig heeft een werknemer bij ontslag meestal recht op een transitievergoeding. Die transitievergoeding bedraagt 1/3e maandsalaris per gewerkt jaar. De vergoeding is doorgaans maximaal € 89.000. Als het jaarsalaris van uw werknemer hoger is dan € 89.000, is de transitievergoeding voor uw werknemer gemaximeerd op het bruto jaarsalaris. Vorming van een voorziening voor een transitievergoeding is onder voorwaarden mogelijk. De uitgaven vinden hun oorsprong in feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan in de periode voor de balansdatum. De uitgaven moeten ook zijn toe te rekenen aan de periode voor balansdatum. Belangrijk is ook dat een redelijke mate van zekerheid bestaat dat de uitgave zal worden gedaan. Om een voorziening te vormen zal met name moeten worden aangetoond dat er een redelijke mate van zekerheid is dat in de toekomst een transitievergoeding verschuldigd zal worden. Denk in dit kader aan een reorganisatie of een herstructurering. Bent u met een werknemer in gesprek wegens zijn slechte functioneren? Vorm dan een voorziening als een ontslag onvermijdelijk is. Leg uw onderbouwing voor de vorming van een voorziening voor een toekomstige transitievergoeding goed vast.


60. Pas vóór 14 december 2023 uw aangiftetijdvak aan
Wellicht wilt u in 2024 een ander aangiftetijdvak gebruiken voor de loonheffingen. Bijvoorbeeld omdat u het loon voortaan om de vier weken gaat uitbetalen. Wijzig dan het loonaangiftetijdvak. Daarvoor moet u de Belastingdienst een ingevuld formulier ‘Wijziging aangiftetijdvak loonheffingen‘ opsturen. Hierin verzoekt u om een wijziging van het aangiftetijdvak. Dit formulier moet uiterlijk 14 december 2023 binnen zijn bij de Belastingdienst. Als de inspecteur het formulier later ontvangt, kunt u pas in 2025 een ander aangiftetijdvak gebruiken.


61. Verleg vóór 1 januari 2024 inhoudingsplicht binnen concern
Heeft uw concern een of meer buitenlandse concernonderdelen? Dan kan het Nederlandse concernonderdeel de buitenlandse concernonderdelen veel administratieve rompslomp uit handen nemen als het akkoord gaat met verlegging van de inhoudingsplicht naar het Nederlandse concernonderdeel. Dien daarvoor gezamenlijk vóór 1 januari 2024 een verzoek in bij de Belastingdienst.


62. Zorg vlug voor een A1-verklaring
Heeft u werknemers in dienst die in Nederland werken maar wonen in het buitenland? Dan is het de vraag in welk land deze werknemers zijn verzekerd voor de sociale verzekeringen en of u voor hen sociale premies moet inhouden en afdragen. Bij de sociale zekerheidsinstantie van het woonland (vaak Duitsland of België) kunt u hierover zekerheid krijgen door een beschikking aan te vragen die aangeeft welk wettelijk stelsel van sociale zekerheid van toepassing is. Deze beschikking staat bekend als de A1-verklaring. Meestal geldt een A1-verklaring voor 12 maanden. Daarom moet u jaarlijks een nieuwe beschikking aanvragen. Het einde van het jaar is een geschikt moment om te inventariseren wanneer de lopende verklaringen aflopen. Maak hiervan een overzicht. Mochten er een of meer verklaringen per 31 december 2023 aflopen, vraag dan nog in 2023 een nieuwe beschikking aan als u ook in 2024 zekerheid wilt hebben over de vraag of de betreffende werknemers wel of niet in Nederland zijn verzekerd voor de sociale verzekeringen.


63. Verleng werkvergunningen vóór 2024
Als sommigen van uw werknemers een EU- of EER-nationaliteit hebben, moet u voor deze werknemers beschikken over een tewerkstellingsvergunning of een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid. Deze vergunningen worden voor een bepaalde periode afgegeven en lopen meestal per het eind van een kalenderjaar af. Daarom is het raadzaam om zo snel mogelijk te controleren of een of meer werkvergunningen per 31 december 2023 aflopen. Als dit inderdaad het geval is, vraag dan direct een verlenging aan, mits dit gewenst is.

Tip
Voor Zwitserse werknemers heeft u, net zomin als voor EU-werknemers, geen tewerkstellingsvergunning nodig.


64. Wijs loon buitenlandse werknemer in 2023 aan
Verwerft u dit jaar een werknemer vanuit het buitenland, dan kunt u onder voorwaarden de 30%-regeling op zijn loon toepassen. Volgens die regeling is voor 30% van het brutosalaris van de werknemer sprake van een onbelaste kostenvergoeding. Maar dan mag die werknemer niet op minder dan 150 kilometer van de Nederlandse grens hebben gewoond. Het kabinet wil dat het per 1 januari 2024 alleen maar mogelijk wordt om de 30%-regeling toe te passen tot maximaal de zogeheten Balkenendenorm (€ 223.000 in 2023). Voor werknemers die over het laatste loontijdvak van 2022 loon genoten waarop de 30%-regeling van toepassing was, geldt een overgangsregeling van maximaal drie jaar.

Let op!
De werknemer moet ook over een specifieke deskundigheid beschikken die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of schaars aanwezig is. De vraag of iemand een specifieke deskundigheid heeft, beoordeelt de fiscus aan de hand van zijn loon. Voor werknemers zonder universitaire mastergraad of werknemers met universitaire mastergraad en ouder dan 30 jaar geldt in 2023 een minimumloon van € 41.954. Voor werknemers die wel een universitaire mastergraad hebben maar jonger zijn dan 30 jaar geldt een minimumloon van € 31.891. Voor zover het loon van uw buitenlandse werknemer lager is dan € 41.954, respectievelijk € 31.891, kunt u dit nog contractueel verhogen. Op die manier zorgt u ervoor dat u voor de werknemer de 30%-regeling kunt toepassen. Deze regeling is maximaal vijf jaar na indiensttreding geldig.

Let op!
Heeft u het loon van uw aangeworven buitenlandse werknemers nog niet aangewezen? Doe dit dan voor 1 januari 2024.


65. Bepaal de werkelijke extraterritoriale kosten
Vaak zal de toepassing van de 30%-regeling voor uit het buitenland geworven werknemers voordelig zijn. Met de invoering van het maximum van de Balkenendenorm per 1 januari 2024 is het echter interessant om inzicht te krijgen in de werkelijke extraterritoriale kosten. Werkgevers kunnen dan namelijk ervoor kiezen om de 30%-regeling niet toe te passen maar de werkelijke extraterritoriale kosten onbelast te vergoeden. In de desbetreffende loontijdvakken moet de werknemer wel voldoen aan de voorwaarden.

Tip
De keuze geldt in beginsel voor een kalenderjaar. In het volgende jaar kan de werkgever dus eventueel een andere keus maken.


AUTO

66. Check gebruik van bedrijfsauto in 2024
Voor het ter beschikking stellen van een auto van de zaak aan een werknemer, moet u in beginsel een bijtelling toepassen. Deze bijtelling op het loon geeft het voordeel van het privégebruik van de auto weer. Onder voorwaarden kan de bijtelling achterwege blijven. Bijvoorbeeld als de werknemer aan u een kopie overlegt van de ‘Verklaring geen privégebruik auto’. In zo’n document verklaart de werknemer hooguit 500 privékilometers te rijden met de auto van de zaak. Informeer vóór de jaarwisseling bij uw werknemer of de situatie per 1 januari 2024 hetzelfde blijft. Als uw werknemer in 2024 naar verwachting meer dan 500 privékilometers zal rijden met de auto, moet u immers de bijtelling voor privégebruik gaan toepassen.


67. Bewaak de grens van 500 privékilometers
Stel, u stelt een auto van de zaak ter beschikking aan een werknemer. Deze werknemer gebruikt de auto niet of nauwelijks voor privéritten. Doordat hij in de kerstvakantie de auto van de zaak gebruikt om op wintersport te gaan, komt hij echter alsnog boven de 500 privékilometers uit. Dat is zonde, want daardoor moet u over het hele jaar de bijtelling vanwege privégebruik van de auto van de zaak toepassen. In beginsel is de bijtelling in 2023 22% van de cataloguswaarde. Waarschuw werknemers dus als ze in december net de grens van 500 privékilometers dreigen te overschrijden.

Let op!
De bijtelling bedraagt 35% van de waarde in het economische verkeer voor auto’s die meer dan vijftien jaar geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen.


68. Controleer hoeveel vermogen de zonnecelauto heeft
Als niet valt te vermijden dat een werknemer meer dan 500 privékilometers met de auto van de zaak aflegt, kan het voordelig zijn om hem een auto met een CO2-uitstoot van 0 gram per kilometer ter beschikking te stellen. In dat geval mag u namelijk de bijtelling verlagen met 6% van de waarde van de auto. Deze verlaging bedraagt echter in beginsel maximaal € 1.800. Deze beperking is onder meer niet van toepassing op een zogeheten zonnecelauto. Dat is een auto met geïntegreerde zonnepanelen waarbij de energie, die nodig is voor de aandrijving, wordt opgeslagen in een accupakket dat geen lood bevat. Onder de huidige wetgeving moeten de zonnepanelen een vermogen hebben van minimaal 1 kilowattpiek. Deze definitie wordt vanaf 1 januari 2024 waarschijnlijk aangescherpt, waardoor het voordeliger kan zijn om in 2023 nog een zonnecelauto aan te schaffen. Overigens zal de bijtelling voor een zonnecelauto vanaf 2025 waarschijnlijk 17% bedragen.


69. Laat werknemer zijn boeten betalen
Misschien begaat een werknemer tijdens zijn gebruik van de auto van de zaak verkeersovertredingen. Soms moet het bedrijf dan in eerste instantie de boeten betalen. Heeft uw bedrijf daar ook mee te maken, verhaal dan nog dit jaar deze boeten op de werknemer. Anders kan de inspecteur het bedrag van de boeten tot het loon van de werknemer rekenen. Uw bedrijf riskeert dan bovendien een naheffingsaanslag loonheffingen. In de wet is uitdrukkelijk opgenomen dat boetes het fiscale loon niet verlagen.


70. Schaf gewone auto in 2023 aan
Als u weleens een auto aanschaft en daarbij BPM betaalt, is het goed u te realiseren dat in 2024 de CO2-uitstootgrenzen met betrekking tot de tariefschijven weer dalen. Dat betekent dat u eerder aanloopt tegen de hogere BPM-tarieven. Bovendien stijgen de BPM-tarieven in 2024 met 2,35%. Dit geldt ook voor dieselvoertuigen. Schaf een gewone auto daarom nog in 2023 aan.


71. Wacht tot 2024 met aankoop elektrische bestelauto
Wilt u een elektrische bestelauto aanschaffen? Dan is het misschien beter om daarmee te wachten tot na de jaarwisseling. Als u de bestelauto aanschaft in 2024, kunt u namelijk onder voorwaarden gebruik maken van de Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA). Voor 2023 is het niet meer mogelijk van de SEBA gebruik te maken.


72. Verhoog gewone reiskostenvergoeding
Werkgevers mogen in 2023 aan hun werknemers een onbelaste reiskostenvergoeding van maximaal € 0,21 per zakelijke kilometer (inclusief woon-werkverkeer) toekennen. Deze maximale onbelaste vergoeding wordt naar verwachting per 1 januari 2024 verhoogd naar € 0,23 per kilometer. Als u in uw overeenkomsten niet verwijst naar het fiscale maximum maar het bedrag zelf heeft opgenomen, pas dan de overeenkomst aan.

Tip
De verhoging geldt ook voor de inkomstenbelasting, zodat ondernemers en resultaatgenieters € 0,23 per kilometer in aftrek op hun resultaat mogen brengen voor elke zakelijke kilometer die zij met hun privévervoermiddel (auto, motor of fiets) rijden.


73. Heroverweg BPM-procedure
Bent u van plan om een beroepsprocedure te beginnen tegen een afgedragen bedrag aan BPM? En wilt u daarvoor een ‘no cure, no pay’-kantoor inschakelen? Weet dan dat de wetgever dit minder interessant wil maken. De wetgever wil namelijk de werkdruk van het grote aantal BPM-bezwaren door ‘no cure, no pay’-gemachtigden beperken. Daarom zal een verlaging plaatsvinden van de vergoedingen ter tegemoetkoming in de kosten voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.


74. Tank nog even voor de jaarwisseling
Op 1 april 2022 heeft het kabinet een tijdelijke accijnsverlaging doorgevoerd om de sterk stijgende brandstofprijzen te compenseren. Deze compensatie liep uiteindelijk door tot 1 juli 2023. Per die datum zijn de accijnswijzigingen deels weer teruggedraaid. Het is de bedoeling om per 1 januari 2024 ook het resterende deel van de accijnsverlaging van 2022 te beëindigen. Dat betekent dat tanken vanaf 1 januari 2024 duurder wordt.


ESTATE PLANNING/PRIVE

75. Vraag snel om teruggaaf over 2018
Had u over 2018 nog recht op een teruggaaf inkomstenbelasting? Maar bent u vergeten deze teruggaaf aan te vragen? In dat geval hebt u tot 1 januari 2024 de tijd om de teruggaaf alsnog aan te vragen. De Belastingdienst betaalt u het belastingbedrag alleen terug als dit de teruggaafdrempel overschrijdt. In 2018 bedroeg deze € 14 in plaats van de € 16 die voor 2023 geldt.


76. Gebruik 2023 voor middeling
Hoewel de middelingsregeling per 1 januari 2023 is afgeschaft, kunt u het jaar 2023 eventueel opnemen in een middelingstijdvak van drie jaren. Middeling is mogelijk als u over het middelingstijdvak meer belasting hebt betaald dan u betaald zou hebben als u in die drie jaar gelijkmatige inkomsten had genoten. Bij middeling vindt voor drie achtereenvolgende jaren een herrekening van de belasting plaats op basis van het gemiddelde inkomen. Is die belasting meer dan € 545 lager dan de betaalde belasting, dan krijgt u het meerdere terug. Om de middelingsteruggaaf te krijgen, moet u een verzoek indienen bij de Belastingdienst. U kunt het verzoek indienen tot 36 maanden na het moment waarop de laatste aanslag van die drie jaar onherroepelijk vaststaat. Een aanslag is onherroepelijk als de termijn van 6 weken voor bezwaar, beroep, hoger beroep of cassatie is verstreken. Op internet zijn diverse tools beschikbaar om de middelingsteruggaaf te bepalen.

Let op!
Het laatste tijdvak waarover men kan middelen zal bestaan uit de jaren 2022, 2023 en 2024.


77. Verzoek om voorlopige aanslag IB
De inspecteur brengt rente in rekening op een aanslag inkomstenbelasting 2022 die hij oplegt na 1 juli 2023. Voor de inkomstenbelasting bedraagt deze rente sinds 1 juli 2023 6% per jaar. In vergelijking met de rente die de bank u vergoedt, is deze rente hoog. Verwacht u dat u over 2022 nog inkomstenbelasting moet bijbetalen? Dan is het zinvol zo snel mogelijk een voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2022 te vragen aan de inspecteur.

Tip
Als u een belastingaanslag 2022 niet of te laat tijd betaalt, brengt de Belastingdienst ook nog invorderingsrente in rekening. Die rente komt bovenop de belastingrente. De invorderingsrente over de periode van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2023 bedraagt 3%. Vanaf 1 januari 2024 geldt een invorderingsrente van 4%.


78. Schenk in 2023 aan 39-jarig kind
Personen tussen de 18 en 40 jaar kunnen in principe één keer in hun leven een beroep doen op een verhoogde vrijstelling van schenkbelasting voor schenkingen door ouders. De dag van de 40e verjaardag valt overigens nog binnen de leeftijdsgrens. De verhoogde vrijstelling bedraagt in 2023 € 28.947. Heeft u een kind dat binnenkort de leeftijd van veertig jaar gaat bereiken en is nog niet eerder de verhoogde vrijstelling benut? Wees dan op tijd met het doen van een schenking waarop de verhoogde vrijstelling is toe te passen.

Tip
Voor een schenking aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar ten behoeve van een dure studie geldt een hogere vrijstelling. Deze vrijstelling bedraagt in 2023 namelijk € 60.298.


79. Schenk nog in 2023 voor eigen woning
Op 1 januari 2023 is de vrijstelling van schenkbelasting voor de schenking ten behoeve van de eigen woning flink versoberd. De vrijstelling is namelijk verlaagd van maximaal € 106.671 naar maximaal € 28.947. Dat is gelijk aan de gewone eenmalige verhoogde vrijstelling voor kinderen tussen de 18 en 40 jaar. Voor schenkingen van ouders aan kinderen is de vrijstelling voor de eigen woning dus niet meer van belang. Maar in andere gevallen is dat nog wel het geval. Voor schenkingen aan anderen dan kinderen geldt er namelijk geen andere verhoogde vrijstelling van schenkbelasting. De vrijstelling voor de eigen woning komt op 1 januari 2024 te vervallen. Doe daarom nog dit jaar een schenking ten behoeve van de eigen woning aan iemand die niet uw kind is, maar die wel tussen de 18 en 40 jaar oud is.


80. Laat kind onderhoud aan woning in 2023 afronden
Heeft uw kind van u in 2021 een schenking ontvangen om daarmee zijn eigen woning te verbeteren of te onderhouden? Waarschijnlijk heeft uw kind toen de verhoogde schenkingsvrijstelling van op dat moment € 105.302 toegepast op de schenking. Een voorwaarde voor deze vrijstelling was dat de schenking plaatsvond onder de ontbindende voorwaarde dat het geschonken bedrag binnen twee jaar na het kalenderjaar van schenking moet zijn besteed aan de verbetering of het onderhoud. Wijs uw kind dus erop dat de werkzaamheden vóór 2024 moeten zijn afgerond, anders vervalt de vrijstelling!


81. Betaal partneralimentatie niet te vroeg
Het is tegenwoordig minder interessant om alimentatiebetalingen naar voren te halen. In voorgaande jaren heeft de wetgever geleidelijk aan het effectieve tarief, waartegen u uw partneralimentatie kunt aftrekken, afgebouwd. Deze afbouw is nu voltooid: u kunt de partneralimentatie slechts aftrekken tegen het laagste box 1-tarief. Maar in 2024 vindt een kleine stijging plaats van dat tarief. Dus als het gaat om het tarief, is de aftrek in 2024 voordeliger. Als u in 2024 de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet bereikt en volledig premieplichtig bent voor de volksverzekeringen, krijgt u naar verwachting te maken met een tarief van 36,97% (tarief 2023: 36,93%) over uw box 1-inkomen tot en met € 75.624 (bedrag 2023: € 73.031). Voor zover uw box 1-inkomen meer bedraagt dan € 75.624 bedrag 2023: € 73.031) bedraagt het tarief 49,50% (in 2024 en in 2023).

Let op!
Alimentatie voor kinderen is als zodanig niet aftrekbaar.


82. Voeg giften zoveel mogelijk samen
Giften aan goede doelen kunnen aftrekbaar zijn van de belasting. Het goede doel moet dan een zogeheten algemeen nut beogende instelling (ANBI) zijn. Gewone giften zijn echter niet volledig aftrekbaar. Er is een bedrag dat niet aftrekbaar is, een drempel. In 2023 is deze drempel € 60 of, als dat meer is, 1% van het gezamenlijke (drempel)inkomen. Als u alle giften in één jaar betaalt, heeft u slechts één keer te maken met een niet aftrekbaar bedrag. Het kan daarom verstandig zijn om giften zoveel mogelijk in één jaar te betalen.

Let op!
Gewone giften hebben naast een drempelbedrag ook te maken met een maximaal aftrekbaar bedrag. Maximaal is als gift 10% van het gezamenlijke drempelinkomen aftrekbaar. Denk hieraan als u giften zoveel mogelijk in één jaar wilt betalen.


83. Regel taxatierapport voor gift in natura
Het is mogelijk in natura te schenken, bijvoorbeeld in de vorm van een kunstwerk. In dat geval bestaat het bedrag van de schenking uit de waarde in het economische verkeer (WEV) van het desbetreffende goed. Per 1 januari 2024 zal de Belastingdienst alleen een schenking in natura van meer dan € 10.000 per kalenderjaar accepteren voor zover de WEV volgt uit een onafhankelijk taxatierapport dat of een factuur die voldoet aan nader te stellen voorwaarden.

Tip
Gaat u een verplichting tot het doen van een periodieke gift in natura aan voor 2024? Dan gelden de strengere regels daar niet voor. Ook in dat geval is echter aan te raden bewijsstukken te verzamelen waarmee u het bedrag van de gift aannemelijk kunt maken.


84. Doneer in 2023 aan culturele instelling
Als u dit jaar nog een schenking wilt doen aan een goed doel, overweeg dan eens een donatie aan een culturele algemeen nut beogende instelling (culturele ANBI). Dat is fiscaal voordeliger dan een donatie aan een gewone ANBI. Een gift aan een culturele instelling levert u voor de inkomstenbelasting een aftrekpost op van 125% van het geschonken bedrag, in plaats van 100%. Maar de extra aftrek van 25% is gemaximeerd op € 1.250. Verder geldt evenals bij gewone giften een drempel van 1% van het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek, maar minimaal € 60. De maximale aftrek bedraagt 10% van het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek.

Tip
Als u een eigen bv heeft, kunt u in 2023 ook nog via uw bv ook schenken aan een culturele instelling. Dat levert in de vennootschapsbelasting een extra aftrek op van 50% van het bedrag dat uw bv heeft geschonken aan culturele instellingen. Deze extra aftrek bedraagt maximaal € 2.500.


85. Zet uw gewone giften om in periodieke giften
Uw jaarlijkse giften aan een ANBI zijn pas aftrekbaar als ze boven een drempel uitkomen. Voor 2023 is die drempel minimaal € 60 of, als dat hoger is, 1% van uw verzamelinkomen. Heeft u een fiscale partner, dan geldt 1% van het gezamenlijke verzamelinkomen. De aftrek van giften is bovendien gemaximeerd op 10% van het (gezamenlijke) verzamelinkomen. Zijn uw giften aan goede doelen niet volledig aftrekbaar? Overweeg dan om deze giften om te zetten in periodieke giften. Hierbij legt u schriftelijk vast dat u gedurende vijf jaar een bepaald bedrag schenkt, tenzij u eerder komt te overlijden. Voor deze vastlegging hoeft u niet naar de notaris. Periodieke giften zijn volledig aftrekbaar tot een maximumbedrag van € 250.000 per kalenderjaar. Als u dit jaar uw gift nog omzet in een periodieke gift, profiteert u dit jaar van volledige aftrek.

Tip
Het maximum voor periodieke giften geldt niet als u de verplichting bent aangegaan vóór 4 oktober 2022, 16:00 uur.


86. Betaal uw ziektekosten in 2024
Denkt u nog bepaalde ziektekosten te maken waarvan u zelf kunt bepalen of u ze in 2023 of in 2024 betaalt? Besef dan dat u naar verwachting deze ziektekosten in 2024 tegen een iets hoger maximaal effectief tarief (36,97%) kunt aftrekken dan in 2023 (36,93%). Bij aftrekbare ziektekosten kunt u onder andere denken aan geneeskundige hulp, vervoer van zieken en invaliden, medicijnen op doktersvoorschrift.

Let op!
In beginsel kunt u uw ziektekosten pas aftrekken als zij een drempel overschrijden. Als uw verzamelinkomen bijvoorbeeld in 2023 een bedrag van € 45.695 op jaarbasis overtreft, dan is de drempel voor ziektekosten 5,75% x (verzamelinkomen -/- € 45.695) + € 753. Heeft u een fiscale partner? Voeg dan de uitgaven voor specifieke zorgkosten en het gezamenlijk verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek van u beiden samen.


87. Sluit nog in 2023 samenlevingscontract
Fiscaal partnerschap kan bepaalde voordelen bieden, bijvoorbeeld als een van de partners zijn heffingvrij vermogen in box 3 niet volledig benut. Als u en uw partner nog niet elkaars fiscale partner zijn, kunt u nog regelen dat u voor heel 2023 als elkaars fiscale partner voor de inkomstenbelasting wordt aangemerkt. U moet dan op zijn minst ongehuwd samenwonen en per 1 januari 2023 op hetzelfde woonadres staan ingeschreven. Daarnaast moet een bepaalde situatie aan de orde zijn. De situatie die u het makkelijkst op korte termijn kunt realiseren, is het afsluiten van een notarieel samenlevingscontract. Regel dit vóór 1 januari 2024 en voldoe aan de eerdergenoemde voorwaarden. Dan kunt u alsnog voor heel 2023 als fiscale partners worden aangemerkt.

Tip!
Er zijn nog vijf andere situaties waarin men fiscaal partnerschap voor de inkomstenbelasting voor het hele jaar kan verkrijgen. Namelijk als uit uw relatie een kind is geboren, een van u beiden een kind van de ander heeft erkend, een van u beiden als partner van de ander is aangemerkt in een pensioenregeling, u samen met uw partner een eigen woning bezit of op uw woonadres een minderjarig kind van een van u beiden staat ingeschreven. In dat laatste geval moeten u en uw partner beiden meerderjarig zijn.

Let op!
Fiscaal partnerschap leidt ook tot het samenvoegen van de schuldendrempels van € 3.400 (bedrag 2023) per fiscale partner. Komen uw eigen schulden boven uw schuldendrempel uit, terwijl uw potentiële fiscale partner geen schulden heeft, dan krijgt u door het fiscale partnerschap te maken met zijn schuldendrempel. Bij fiscaal partnerschap moet u bovendien het verzamelinkomen van u en uw partner samenvoegen voor de berekening van diverse aftrekdrempels, waaronder die van de zorgkosten. Reken dus uit of de voordelen van fiscaal partnerschap opwegen tegen de nadelen.


88. Betaal nog in 2023 lijfrentepremie
Als u te maken heeft met een pensioengat, is het misschien interessant om een lijfrente af te sluiten. De lijfrentepremies zijn namelijk binnen bepaalde grenzen fiscaal aftrekbaar. De aftrek van lijfrentepremie is in beginsel beperkt tot de zogeheten jaarruimte. Daarnaast is de premie uitsluitend aftrekbaar als u deze ook daadwerkelijk heeft betaald in het jaar waarin u de premie wilt aftrekken. Zorg er daarom voor dat u de lijfrentepremie uiterlijk 31 december 2023 heeft betaald.

Tip
Heeft u in de afgelopen vijf jaar lijfrentepremies betaald zonder deze op te geven in uw aangifte inkomstenbelasting? En staat de desbetreffende aanslag al onherroepelijk vast? Dan kunt u een verzoek om ambtshalve vermindering indienen bij de inspecteur. U moet dan kunnen bewijzen dat u de betaalde premie niet heeft afgetrokken. Bijvoorbeeld door het overleggen van kopieën van uw aangiften en de aanslagen over de betreffende jaren. Om voor teruggave over 2018 in aanmerking te komen, moet u uiterlijk 31 december 2023 verzoeken om een ambtshalve vermindering.


89. Koop lijfrente in 2024 af
In beginsel leidt het afkopen van een lijfrentepolis ertoe dat de afgetrokken lijfrentepremies en het daarover behaalde rendement worden belast bij de verzekerde. Hij moet bovendien 20% revisierente betalen. Deze sanctie blijft volgens de wet onder bepaalde voorwaarden achterwege als de verzekerde langdurig arbeidsongeschikt is. Een belangrijke voorwaarde is dat de afkoopsom in totaal niet meer bedraagt dan € 45.722 (bedrag 2023). In de praktijk brengt de fiscus bij een overschrijding van dit maximum slechts over het meerdere revisierente in rekening. Maar de verwachting is dat dit beleid pas in 2024 een wettelijke status krijgt. Wachten tot 2024 biedt u dus meer zekerheid.


90. Los kleine schulden vóór 2024 af
Het laten staan van kleine schulden is fiscaal nadelig, aangezien zij pas de heffingsgrondslag van box 3 verlagen voor zover zij een drempel van € 3.400 (bedrag 2023, in 2024 vindt wellicht een indexatie plaats) per fiscaal partner overschrijden. Het is daarom fiscaal voordeliger om kleine schulden zoveel mogelijk af te lossen vóór de peildatum van 1 januari 2024.


91. Doe nog in 2023 grote uitgaven
Is uw vermogen zo hoog dat u zelfs onder de aangepaste regels box 3-heffing moet betalen? En bezit u genoeg spaargeld om eventuele uitgaven nog in 2023 te doen? Dan is het misschien fiscaal voordelig om grote privéaankopen die u eigenlijk in 2024 had willen doen, zoals de aanschaf van een nieuwe auto of nieuwe meubels, vóór de jaarwisseling te doen. Zulke bezittingen behoren namelijk niet tot de grondslag voor de box 3-heffing, terwijl het spaargeld dat u voor de aankoop gebruikt dan op de peildatum van 1 januari 2024 niet meer meetelt voor de grondslag. Zo kunt u in box 3 belasting besparen!

Let op!
Voor geld dat op banktegoeden staat, geldt een forfaitair rendement dat voorlopig voor het jaar 2023 is gesteld op 0,01%.


92. Betaal belastingaanslagen vóór 2024
Belastingschulden tellen niet mee bij de berekening van de schulden voor box 3. Daarom is het raadzaam om een ontvangen belastingaanslag te betalen vóór 1 januari 2024. Over de gelden waarmee u deze aanslag betaalt, hoeft u dan geen box 3-heffing te betalen.

Tip
De regel dat een openstaande belastingschuld niet kwalificeert als schuld in box 3 kent enkele uitzonderingen. U mag bijvoorbeeld de nog niet betaalde erfbelasting wél als schuld aangeven in box 3.


93. Wacht met verkoop groene belegging
Wilt u de vrijstellingen in box 3 optimaal benutten? Benut dan ook de vrijstelling voor groene beleggingen. Deze beleggingen zijn namelijk vrijgesteld tot een maximum van € 65.072 (bedrag 2023) per persoon (€ 130.144 bij fiscale partners). Met de extra heffingskorting van 0,7% levert dit in box 3 een aardige belastingbesparing op. Wilt u dit belastingvoordeel ook in 2024 benutten? Dan is het van belang dat u de groene fondsen op 1 januari 2024 (peildatum) in bezit heeft. Dus als u overweegt om deze fondsen van de hand te doen, houd deze dan in elk geval aan tot na 1 januari 2024.

Tip
Als u nog geen groene beleggingen heeft maar overweegt om uw geld groen te beleggen, doe dit dan zo mogelijk al vóór 1 januari 2024. In dat geval kunt u immers al in 2024 profiteren van de vrijstelling én de heffingskorting.


94. Dien vóór 1 november 2023 uw verzoek om een voorlopige aanslag in
U kunt uw box 3-vermogen per 1 januari 2024 drukken door vóór 1 november 2023 een verzoek om een voorlopige aanslag in te dienen. Als de Belastingdienst u vóór 1 januari 2024 een belastingaanslag oplegt die u direct betaalt, heeft u uw box 3-vermogen al verminderd. Maar zelfs in het geval dat de Belastingdienst pas na 31 december 2023 de aanslag vaststelt, kunt u uw belaste box 3-vermogen verlagen. U mag in deze situatie namelijk het na 31 december 2023 betaalde belastingbedrag aftrekken van het box 3-vermogen per 1 januari 2024. Hetzelfde geldt trouwens ook als u vóór 1 oktober een definitieve aangifte heeft ingediend.


95. Ga in bezwaar tegen box 3-heffing
Op 24 december 2017 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het box 3-stelsel sinds 1 januari 2017 een schending vormt van het Europees recht. Vanwege dit arrest is de wetgever met een nieuw systeem gekomen, waarin echter nog steeds forfaits voorkomen. Inmiddels heeft de belastingrechter in bepaalde rechtszaken geconstateerd dat het forfaitair rendement volgens het nieuwe systeem soms hoger is dan het werkelijk rendement. In dat geval is de kans groot dat men moet rekenen met het werkelijk rendement. Volgens advocaat-generaal Wattel is een heffing gebaseerd op gemiddelde rendementen zelfs altijd in strijd met het eigendomsrecht en het discriminatieverbod. Hij meent echter ook dat de Hoge Raad moet aangeven welke foutmarge acceptabel is. Voorlopig is het aan te raden om in bezwaar te gaan tegen een eind 2023 opgelegde aanslag die is gebaseerd op een forfaitair box 3-rendement dat het werkelijk rendement overtreft. Daarbij is van belang om dit binnen de termijn te doen!

Let op!
De normale bezwaartermijn is zes weken. De bezwaartermijn begint op de dag na die van de dagtekening van het aanslagbiljet.

Let op!
Een belastingplichtige kan de Belastingdienst verzoeken om een vaststaande aanslag inkomstenbelasting die te hoog is, alsnog ambtshalve te verminderen. In een aantal situaties zal de inspecteur zo’n verzoek afwijzen, bijvoorbeeld als het desbetreffende belastingjaar meer dan vijf jaar geleden is geëindigd of als de vermindering is gebaseerd op nieuwe rechtspraak.


96. Regel tijdig verdeling zorg voor kind
De inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is een heffingskorting voor alleenstaanden of minstverdienende partners die arbeid en zorg voor een kind combineren. Bij co-ouderschap moet de zorg voor het kind door de co-ouders in gelijke mate worden verdeeld. Door een arrest van de Hoge Raad was daarvan al sprake bij 78 dagen zorg aan het kind in een kalenderjaar door één van de co-ouders. Maar vanaf 1 januari 2024 moeten co-ouders ieder ten minste 156 dagen van het kalenderjaar voor het kind zorgen.

Tip
De eis van 156 dagen geldt per kalenderjaar, maar het blijft mogelijk om die grens naar tijdsgelang te herrekenen in het jaar dat het co-ouderschap begint of eindigt. Daarbij geldt als voorwaarde dat het co-ouderschap in dat jaar minstens zes maanden duurt.


97. Let op: laatste jaar voor betalingskorting
Dit jaar is het nog zo dat u een betalingskorting krijgt als u een conserverende of voorlopige aanslag inkomstenbelasting, die in meerdere termijnen is te betalen, toch in één keer betaalt. De betalingskorting bedroeg van 1 januari 2023 tot 1 juli 2023 2%. Van 1 juli 2023 tot en met 31 december bedraagt de betalingskorting 3%. Maar in 2024 komt deze betalingskorting te vervallen.


98. Schenk vastgoedverhuuronderneming vóór 2024
Dankzij de zogeheten bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) kan een ondernemer zijn onderneming schenken, waarbij voor de begunstigde een grote vrijstelling van schenkbelasting geldt. Deze regeling heeft alleen betrekking op het ondernemingsvermogen plus maximaal 5% van het beleggingsvermogen. Het is de bedoeling dat per 1 januari 2025 al het beleggingsvermogen is uitgesloten van de BOR. En vanaf 1 januari 2024 zal verhuurd vastgoed in principe altijd beleggingsvermogen voor de BOR zijn. Dit geldt overigens ook voor de doorschuifregeling in het aanmerkelijk belang-regime. Door deze wijzigingen kan het raadzaam zijn om een geplande schenking van een onderneming die veel vastgoed verhuurt, nog in 2023 te laten plaatsvinden. Natuurlijk moet de beoogde bedrijfsopvolger daar wel klaar voor zijn.

Let op!
Er zal een tijdsevenredige benadering gelden voor vastgoed dat een deel van het jaar in de eigen onderneming wordt gebruikt en het andere deel van het jaar wordt verhuurd.


EIGEN WONING

99. Stel verkoop (hypotheekvrije) woning uit tot 2024
Bent u van plan om binnenkort uw schuldenvrije woning te verkopen zonder meteen een nieuwe woning aan te kopen? Misschien is het beter daarmee te wachten tot in 2024. Bij een verkoop vóór 1 januari 2024 telt de ontvangen verkoopsom immers mee in de grondslag van de vermogensrendementsheffing van het jaar 2024 (peildatum 1 januari 2024). Als u de woning bijvoorbeeld op 5 januari 2024 verkoopt, betaalt u over de koopsom in 2024 geen belasting in box 3.


100. Betaal hypotheekrente 2024 vooruit
Bereikt u in 2024 de AOW-leeftijd of valt u vanwege een andere reden in 2024 onder een lager belastingtarief? Betaal dan in 2023 nog de hypotheekrente die betrekking heeft op de periode tot 1 juli 2024. U trekt deze rente dan tegen een hoger tarief af, zodat u minder belasting betaalt.

Let op!
Voor een langere periode vooruitbetalen is zinloos. Doet u dat toch, dan weigert de inspecteur de vooruitbetaalde rente als aftrekpost voor 2023.


101. Los hypotheek in 2023 af
In bepaalde gevallen is het (fiscaal) voordelig om uw eigenwoningschuld deels of volledig af te lossen. Stel bijvoorbeeld dat u nog een gedeeltelijk aflossingsvrije hypotheek heeft met een vrij hoge rente. Tegelijkertijd beschikt u over belast vermogen in box 3 dat u niet liquide nodig heeft. Als het rendement op dat vermogen lager is dan wat u netto aan hypotheekrente betaalt, is aflossen waarschijnlijk voordelig. Informeer bij uw bank hoeveel u boetevrij kunt aflossen. Vaak is dat maximaal 10% tot 20% van het oorspronkelijke hypotheekbedrag per jaar. Lost u vóór 1 januari 2024 af, dan behaalt u hierbij ook een box 3-voordeel.

Let op!
Extra aandacht is nodig als u uw banktegoeden moet aanspreken als u uw hypotheek aflost. Voor banktegoeden geldt immers een laag forfaitair rendement, zodat tegenover het verlies aan hypotheekrenteaftrek maar een heel beperkt box 3-voordeel staat.

Let op!
Als u in 2023 geen eigenwoningschuld heeft of een eigenwoningschuld die minder bedraagt dan het eigenwoningforfait, krijgt u een aftrek. Die aftrek was aanvankelijk het eigenwoningforfait of het positieve verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten eigen woning. Per saldo was het inkomen uit eigen woning dan nihil. Sinds 2019 wordt die aftrek beperkt. In 2023 is nu 16,66% van het verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten eigen woning belast. In de komende jaren zal steeds 3,33% extra van het saldo als inkomen worden bijgeteld. In 2024 zal daardoor 19,99% van het positieve verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten belast zijn als inkomen uit werk en woning.


102. Wacht met inhalen van aflossingsachterstand bij uw bv
Heeft u een hypotheek afgesloten bij uw eigen bv? Ook dan kan de hypotheekrente onder voorwaarden aftrekbaar zijn in box 1. Doorgaans zal een van de voorwaarden zijn dat u ieder jaar minstens annuïtair aflost. Als u dat niet doet en een aflossingsachterstand opbouwt, kan dat betekenen dat de hypotheek naar box 3 gaat. De vraag is of dat echt nadelig is. Een nadeel is dat u de hypotheekrente niet kan aftrekken tegen het laagste tarief in box 1 (36,93% voor niet-AOW’ers in 2023). Ook is het mogelijk dat de hypotheekschuld onder de regeling voor excessief lenen van de eigen bv gaat vallen. De fiscus neemt dan het bedrag van de schuld als forfaitair inkomen uit aanmerkelijk belang bij u in aanmerking. De regeling voor excessief lenen bij de eigen bv is echter pas aan de orde als en voor zover u en uw partner meer dan € 700.000 schuldig zijn aan uw bv. Een voordeel van de hypotheekschuld in box 3 is dat u uw box 3-inkomen kunt verlagen met een negatief forfaitair rendement. Volgens de wettekst is dit forfaitaire rendement negatief 2,46%, maar dit percentage is nog niet definitief. U moet ook rekening houden met een schuldendrempel (€ 3.400 per partner) in 2023. Naar verwachting zal het box 3-tarief 34% in 2024 bedragen. Reken dus uit wat het voordeligste is: de aflossingsstand inhalen of niet.

Let op!
Heeft u een lening van vóór 2013 of een lening waarop het regime van vóór 2013 van toepassing is? Dan is het niet mogelijk om een eigenwoningschuld te transformeren naar een box 3-schuld. Zulke leningen vallen namelijk niet automatisch in box 3 als u een aflossingsachterstand opbouwt.


103. Ga in 2023 een schuld voor verbouwing aan
Bent u van plan uw eigen woning te laten verbouwen? Ga dan de benodigde verplichtingen aan vóór 1 januari 2024. Zo verlaagt u uw grondslag voor de heffing in box 3.

Let op!
De verbouwing van een woning kan ertoe leiden dat de woning een hogere waarde krijgt.


104. Wacht tot 2024 met aankoop eerste eigen woning
Het normale tarief voor de overdrachtsbelasting is 10,4%. Voor een onroerende zaak die voor de verkrijger een eigen woning zal zijn, bedraagt het tarief slechts 2%. Is de verkrijger van de eigen woning minstens 18, maar nog geen 35 jaar oud? Dan is de verkrijging zelfs vrijgesteld van overdrachtsbelasting als de totale waarde van die woning maximaal € 440.000 bedraagt en deze vrijstelling niet eerder is benut. Op 1 januari 2024 stijgt de toegestane maximale waarde naar € 510.000. Het kan dus voordelig zijn om nog even te wachten met de aankoop van een woning met een waarde van meer dan € 440.000, maar hooguit € 510.000.

Let op!
Voor de vrijstelling is ook vereist dat de verkrijger duidelijk, stellig en zonder voorbehoud schriftelijk verklaart dat hij de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaat gebruiken.


105. Heroverweg WOZ-beroep
Heeft u het voornemen om een beroepsprocedure te beginnen tegen een WOZ-beschikking? En overweegt u daarvoor een ‘no cure, no pay’-kantoor in te schakelen? ’Houdt er dan rekening mee dat zo’n procedure misschien minder interessant wordt. Om de werkdruk van het grote aantal WOZ-bezwaren door ‘no cure, no pay’-gemachtigden te beperken is namelijk voorgesteld om de vergoedingen ter tegemoetkoming in de kosten voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand te verlagen. Daarnaast wordt de hoogte van de vergoeding van immateriële schade vanwege overschrijding van de redelijke termijn wettelijk vastgelegd.

Tip
Een lagere WOZ-waarde leidt niet alleen tot lagere gemeentelijke heffingen, maar ook tot een lager eigenwoningforfait.