Met het jaareinde in zicht, is dit een mooi moment om na te gaan of u op fiscaal gebied nog actie moet ondernemen. Sommige zaken kunnen niet wachten tot 2023, terwijl andere zaken juist om uitstel tot in het nieuwe jaar vragen. In ieder geval zijn er diverse veranderingen die om aandacht vragen. Welke dat zijn, leest u in deze eindejaarstips.
U kunt de onderstaande tekst ook eenvoudig hier downloaden als PDF.
Inhoudsopgave
- Druk winst 2022 met voorziening. 3
- Start vóór 2023 met herinvesteren. 3
- Benut vergeten investeringsaftrek. 3
- Regel KIA voor 2022. 3
- Doe tijdig aanbetaling voor KIA.. 4
- Verkoop ‘nieuw’ bedrijfsmiddel in 2023. 4
- Begin tijdig met aanvraag voor Milieulijst 2024. 4
- Meld tijdig bijzondere investering. 4
- Vraag snel WBSO 2023 aan. 4
- Op naar de 1.225 uren! 5
- Doe laatste dotatie aan oudedagsreserve. 5
- Wacht met bijbaantje tot na jaarwisseling. 5
- Ken pas vanaf 2023 partnervergoeding toe. 5
- Voldoe familieschuld voor investering. 6
- Verreken IB-verlies uit 2013. 6
- Maak haast met uw verhuizing. 6
- Bespaar belastingrente met VA Vpb. 6
- In vordering op bv na 1 januari 2023. 7
- Zoek naar meest vergelijkbare dienstbetrekking. 7
- Dga, laat uw bv uw loon verhogen. 7
- Begin dit jaar een innovatieve start-up. 7
- Verreken verliezen vóór belangenwijziging. 8
- Wacht met afstoten van werkzaamheden. 8
- Laat winst bv in 2022 vallen. 8
- Benut vóór 2023 ab-belastingkorting. 8
- Controleer voordeel van hypotheek bij bv. 8
- Overweeg herfinanciering lening bv. 9
- Breng uw schulden aan uw bv in beeld. 9
- Deponeer tijdig jaarrekening van bv. 9
- Stop belastingschulden in bv. 10
- Voltooi vereffening in 2022. 10
- Neem in 2022 bedrijfsopvolger in dienst 10
- Trek u pas na 2022 terug uit VBI 10
- Geef in 2020 verzwegen tbs uit 2019 op. 11
- Controleer verrekenprijzen. 11
- Regel tijdig dollaraangifte. 11
- Keer in 2022 rente op inleggelden uit 11
- Bereid verzoek voor FGR voor 11
BTW EN OVERDRACHTSBELASTING… 12
- Corrigeer btw auto in 4e kwartaal 2022. 12
- Dien tijdig suppletieaangifte btw in. 12
- Verwerk BUA-correctie in slotaangifte 2022. 12
- Reik vóór 28 januari 2023 90%-verklaring uit 12
- Maak afspraken over btw-schade bij levering pand. 12
- Vraag vóór december 2022 om toepassing KOR.. 13
- Start in 2022 werkzaamheden voor werk-bv. 13
- Vraag btw over 2021 terug. 13
- Rapporteer kleine invoer in I-OSS. 13
- Vraag tijdig beschikking FE btw aan. 13
- Sluit administraties op elkaar aan. 14
- Laat werknemers met lage lonen 1.248 uur werken. 14
- Benut loonkostenvoordelen. 14
- Check resterende vrije ruimte. 14
- Keer in 2022 gebruikelijke bonus uit 15
- Laat uw werknemer bij u inkopen doen. 15
- Maak afspraken over thuiswerken. 15
- Richt vóór 2023 een personeelsfonds op. 15
- Houd personeelsfeestje 2023 op de zaak. 16
- Pas op met de concernregeling in 2022. 16
- Check of de sectorindeling voor 2023 klopt 16
- Voltooi afsluiting loonadministratie 2022. 16
- Check vóór 2023 administratie van uitzendkrachten. 16
- Zeg tijdelijk contract op vóór 1 december 2022. 17
- Vorm voorziening voor transitievergoeding. 17
- Pas vóór 14 december 2022 uw aangiftetijdvak aan. 17
- Verleg vóór 1 januari 2023 inhoudingsplicht binnen concern 17
- Zorg vlug voor een A1-verklaring. 18
- Verleng werkvergunningen vóór 2023. 18
- Neem nog dit jaar buitenlandse werknemer aan. 18
- Bepaal de werkelijke extraterritoriale kosten. 18
- Koop nog in 2022 een nieuwe elektrische auto van de zaak 19
- Verkoop nieuwe bestelauto in 2023. 19
- Check gebruik van bedrijfsauto in 2023. 19
- Bewaak de grens van 500 privékilometers. 19
- Houd in autobranche autogebruik bij 20
- Laat werknemer zijn boeten betalen. 20
- Zeg vóór 2023 leasecontract auto werknemer op. 20
- Schaf gewone auto in 2022 aan. 20
- Verhoog reiskostenvergoeding. 20
- Vraag snel om teruggaaf over 2017. 20
- Doe aan middeling nu het nog kan. 20
- Verzoek om voorlopige aanslag IB.. 21
- Schenk in 2022 voor een eigen woning. 21
- Laat kind onderhoud aan woning in 2022 afronden. 22
- Vul snel verhoogde vrijstelling aan. 22
- Dien vóór 1 maart 2023 aangifte schenkbelasting in. 22
- Los schuld voor papieren schenking af 22
- Betaal uw alimentatie vóór 1 januari 2023. 22
- Koop alimentatieverplichting nog in 2022 af 22
- Voeg giften zoveel mogelijk samen. 23
- Doneer in 2022 aan culturele instelling. 23
- Zet uw gewone giften om in periodieke giften. 23
- Check of uw periodieke giften nog optimaal zijn. 23
- Voeg zorgkosten zoveel mogelijk samen. 24
- Sluit nog in 2022 samenlevingscontract 24
- Voer periodieke verrekening 2022 uit 24
- Betaal nog in 2022 lijfrentepremie. 24
- Los kleine schulden voor 2023 af 25
- Doe nog in 2022 grote uitgaven. 25
- Zoek zakelijke reden om belegging in 2022 te verkopen. 25
- Betaal belastingaanslagen vóór 2023. 25
- Wacht met verkoop groene belegging. 25
- Dien vóór 1 november 2022 uw verzoek om een voorlopige aanslag in 26
- Maak vliegreis nog in 2022. 26
- Zoek nieuwe beschermde huurder 26
- Stel verkoop hypotheekvrije woning uit tot 2023. 26
- Verkoop woning onder hypotheek in 2022. 26
- Betaal hypotheekrente 2023 vooruit 26
- Los hypotheek in 2022 af 27
- Ga in 2022 een schuld voor verbouwing aan. 27
- Dien verklaring overdrachtsbelasting ‘onvoorziene omstandigheden’ in 27
ALLE ONDERNEMERS
1. Druk winst 2022 met voorziening
Merkt u dat uw fiscale winst over dit jaar, ondanks de stijgende prijzen, hoger is dan u lief is? En verwacht u in 2023 of later grote uitgaven te doen? Dan kan het interessant zijn om dit jaar een voorziening te vormen. Dotaties aan een voorziening verlagen uw fiscale winst. Een aandachtspunt daarbij is dat de toekomstige uitgaven hun oorsprong moeten vinden in feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan in 2022 of eerder. Verder moet u deze feiten en omstandigheden kunnen toerekenen aan dat jaar en moet redelijk zeker zijn dat u de uitgaven zult maken. Bespreek met uw adviseur of u in 2022 nog een voorziening kunt vormen.
2. Start vóór 2023 met herinvesteren
Heeft u in 2019 een bedrijfsmiddel verkocht en daarbij een fiscale boekwinst behaald? En heeft u deze boekwinst ondergebracht in een herinvesteringsreserve (HIR)? Dan heeft u tot 1 januari 2023 de tijd om een nieuwe investering te doen. Nu loopt soms de aanschaf van een nieuw bedrijfsmiddel vertraging op door bijzondere omstandigheden. Verzoek in zo’n situatie de Belastingdienst om de driejaarstermijn te verlengen. De inspecteur zal dit verzoek alleen inwilligen als u kunt aantonen dat u een begin heeft gemaakt met de herinvestering.
Tip
Leg uw herinvesteringsvoornemen vast in een schriftelijk document. Mocht de inspecteur namelijk menen dat u geen herinvesteringsvoornemen (meer) heeft, dan zal hij de HIR toevoegen aan de belaste winst. Blijf het voortbestaan van uw herinvesteringsvoornemen aan het eind van ieder jaar vastleggen totdat u de herinvestering doet. Als de herinvestering vertraging oploopt, bewaar dan de documenten die bewijzen dat sprake is van een bijzondere omstandigheid.
3. Benut vergeten investeringsaftrek
In beginsel mogen ondernemers die investeren hun afschrijvingskosten aftrekken. Verder geeft een investering onder voorwaarden recht op een extra aftrekpost: de investeringsaftrek. De investeringsaftrek kent drie vormen: de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de energie-investeringsaftrek (EIA) en de milieu-investeringsaftrek (MIA). Wellicht bent u in uw aangifte inkomstenbelasting over 2017 vergeten de investeringsaftrek te claimen. In dat geval kunt u de inspecteur in 2022 alsnog verzoeken om ambtshalve vermindering voor die investeringsaftrek. Maar dit is wel het laatste jaar waarin u nog kunt verzoeken om een ambtshalve vermindering over 2017.
Tip
Voor aanslagen die op of na 1 januari 2023 zijn opgelegd geldt dat iedere beschikking, waarvan het bedrag op het aanslagbiljet van de aanslag is vermeld of volgens de wet vermeld had moeten worden, telt als een onderdeel van de belastingaanslag. Daardoor hoeft u geen apart verzoek om ambtshalve vermindering in verband met de beschikking in te dienen.
4. Regel KIA voor 2022
Wilt u in 2022 nog extra investeren in bedrijfsmiddelen? Besef dan dat de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) vervalt als de investeringen die recht geven op KIA dit jaar meer bedragen dan € 332.994. Als een overschrijding van dit bedrag dreigt, is het beter de investering uit te stellen tot in 2023. De investering wordt toegerekend aan het jaar waarin u verplichtingen aangaat. Bij het aangaan van verplichtingen valt te denken aan het plaatsen van een order, het akkoord gaan met een offerte of het tekenen van een koopcontract. Produceert u zelf een bedrijfsmiddel, dan draait het om het jaar waarin u de voortbrengingskosten maakt.
Let op!
Maakt uw onderneming deel uit van een vof of een ander samenwerkingsverband? Kijk dan voor het bepalen van de KIA naar de totale investering van de vof en niet naar de investering van elke vennoot afzonderlijk.
5. Doe tijdig aanbetaling voor KIA
Als u nog voor 1 januari 2023 investeringsverplichtingen aangaat voor een bedrijfsmiddel, mag u daarover de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) toepassen in 2022. In beginsel geldt daarbij de voorwaarde dat u het bedrijfsmiddel in 2022 heeft betaald en in gebruik heeft genomen. Maar wat als u het bedrijfsmiddel in 2022 nog niet heeft gebruikt? En de investeringsaftrek in eerste instantie uitgaat boven het bedrag dat u aan het einde van 2022 voor die investering heeft betaald? Dan wordt uw KIA beperkt tot het bedrag dat u in 2022 heeft betaald. Het meerdere is aftrekbaar als KIA in 2023. Wilt u de KIA toch volledig benutten in 2022? Doe dan een aanbetaling, zodat de totale betaling in 2022 voor de investeringen minimaal gelijk is aan het bedrag van de KIA voor dat jaar.
6. Verkoop ‘nieuw’ bedrijfsmiddel in 2023
Overweegt u bedrijfsmiddelen te verkopen die u in 2018 heeft gekocht? En heeft u investeringsaftrek gekregen over de toenmalige investering in deze bedrijfsmiddelen? Probeer dan de verkoop uit te stellen tot na de jaarwisseling. Anders loopt u aan tegen de desinvesteringsbijtelling. Dat betekent dat u een deel van de investeringsaftrek moet terugbetalen. De desinvesteringsbijtelling bedraagt maximaal de destijds genoten investeringsaftrek. De desinvesteringsbijtelling kan achterwege blijven als u de bedrijfsmiddelen voor maximaal € 2.400 verkoopt.
Let op!
De desinvesteringsbijtelling doet zich ook voor bij andere vormen van vervreemding. Als u een bedrijfsmiddel overbrengt naar uw privévermogen, vormt dit een fictieve vervreemding. In zulke situaties neemt de fiscus de waarde in het economische verkeer van het bedrijfsmiddel als overdrachtsprijs.
7. Begin tijdig met aanvraag voor Milieulijst 2024
Investeert u in een product dat nog niet op de Milieulijst 2023 staat? Maar denkt u dat het wel zou moeten staan op de Milieulijst 2024? Vanaf 1 januari 2023 kunt u daartoe een voorstel indienen via RVO.nl. Vanaf die datum is namelijk het voorstelformulier beschikbaar. Tegen het einde van het jaar vindt de publicatie plaats van de nieuwe Milieulijst in de Staatscourant en op de website van de RVO. Vier weken na de publicatie neemt de RVO contact op met degenen die een voorstel hebben ingediend. Bij afwijzing van het voorstel geeft de RVO een motivering.
Tip
Het is belangrijk dat u aanvullende informatie over uw voorstel beschikbaar heeft. Daarbij valt te denken aan vakliteratuur en documentatiemateriaal. Daarnaast kunt u alvast nagaan welke instanties u meer informatie kunnen geven over uw voorstel.
8. Meld tijdig bijzondere investering
Heeft u onlangs geïnvesteerd in een bedrijfsmiddel dat staat op de Energielijst 2022 of de Milieulijst 2022? Meld dit dan binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichting via RVO.nl. Anders mag u de energie-investeringsaftrek (EIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) of de vervroegde afschrijving op milieu-investeringen (Vamil) niet toepassen.
Let op!
Over dezelfde investering mag u niet zowel de EIA als de MIA toepassen.
9. Vraag snel WBSO 2023 aan
U kunt de (loon)kosten van uw speur- en ontwikkelingsproject in 2023 verlagen door een zogeheten tegemoetkoming op grond van de WBSO te claimen. Heeft u personeel in dienst? Vraag deze tegemoetkoming dan uiterlijk op 20 december 2022 aan! Bent u een zelfstandige zonder personeel (zzp’er)? Dan heeft u tot en met 1 januari 2023 de tijd om de aanvraag voor een WBSO-tegemoetkoming voor het jaar 2023 in te dienen.
IB-ONDERNEMER
10. Op naar de 1.225 uren!
Als ondernemer heeft u misschien recht op diverse ondernemersfaciliteiten in de inkomstenbelasting. Denk bijvoorbeeld aan de ondernemersaftrek en de mogelijkheid om aan de oudedagsreserve toe te voegen. Om deze faciliteiten te kunnen benutten, moet u voldoen aan het zogeheten urencriterium. Dat betekent dat u in 2022 minimaal 1.225 uren moet besteden aan uw onderneming. Dat valt aannemelijk te maken met een urenadministratie. Twijfelt u of u genoeg uren voor uw onderneming heeft gewerkt? Maak dan nog wat extra uren, zodat u wel aan de 1.225 uren komt.
Let op!
Bij een onderbreking vanwege zwangerschap tellen de uren die de onderneemster normaal gesproken wel zou hebben gewerkt in de 16 weken rondom de bevalling, toch mee.
11. Doe laatste dotatie aan oudedagsreserve
Als u een IB-ondernemer bent, kunt u onder voorwaarden fiscale winstneming uitstellen door een toevoeging aan de oudedagsreserve. U doet dat in principe voor 9,44% van de winst, maar maximaal voor € 9.632 (cijfers 2022) of het bedrag waarmee het ondernemingsvermogen aan het einde van het jaar de oudedagsreserve aan het begin van het jaar te boven gaat. Per 1 januari 2023 wordt de FOR afgeschaft. U kunt dan niet meer doteren aan deze reserve, maar uw bestaande reserve zal volgens de huidige regels zijn af te wikkelen. Een dotatie in 2022 kan dus zeker nog zinvol zijn.
Let op!
Om toe te voegen aan de oudedagsreserve moet u in 2022 voldoen aan het urencriterium. Daarnaast mag u aan het begin van 2022 de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt.
Kijk ook naar het tarief waartegen de toevoeging aftrekbaar is. Als u later de oudedagsreserve moet afrekenen tegen een hoger tarief dan het tarief dat voor aftrek van de toevoeging geldt, is het beter af te zien van de toevoeging.
12. Wacht met bijbaantje tot na jaarwisseling
Om te voldoen aan het urencriterium, dat toegang geeft tot verschillende fiscale faciliteiten, moet u ook meer dan 50% van uw totale arbeidstijd besteden aan uw onderneming. Daardoor is het misschien beter om nu niet te veel tijd te besteden aan andere werkzaamheden (bijvoorbeeld ‘bijbaantjes’ in dienstbetrekking) die minder opleveren dan de fiscale faciliteiten.
Tip
De 50%-eis blijft buiten beschouwing als u in een of meer van de voorgaande vijf kalenderjaren geen ondernemer was en in die periode hooguit twee keer de zelfstandigenaftrek heeft toegepast.
13. Ken pas vanaf 2023 partnervergoeding toe
Heeft uw partner dit jaar minimaal 525 uren aan arbeid verricht voor uw onderneming zonder daarvoor een vergoeding te ontvangen? En wilt u uw partner toch een arbeidsvergoeding gaan toekennen? Wacht daarmee nog even tot na 2022. U kunt in dat geval namelijk dit jaar nog de meewerkaftrek benutten. De meewerkaftrek is 1,25% van de winst als uw partner minstens 525 uren maar hooguit 875 uren in uw onderneming heeft gewerkt. Bij een hoger aantal uren stijgt de aftrek tot maximaal 4% van de winst. Dit maximum is van toepassing als uw partner minstens 1.750 uren in uw onderneming werkt. Overigens tellen bepaalde vormen van winst, zoals stakingswinst, niet mee voor de berekening van de meewerkaftrek.
Tip
Het voordeel van het toekennen van een arbeidsvergoeding is dat deze aftrekbaar is. Een arbeidsbeloning van minder dan € 5.000 aan uw partner is echter niet aftrekbaar en evenmin belast bij uw partner. Reken dus uit wat het meest voordelig is. Let daarbij op de effecten die een hoger of lager inkomen kan hebben op heffingskortingen en toeslagen.
14. Voldoe familieschuld voor investering
In beginsel mag u als ondernemer geen investeringsaftrek toepassen voor verplichtingen die u bent aangegaan met bloed- en aanverwanten in de rechte lijn of personen die behoren tot uw huishouden. U kunt via uw aangifte de Belastingdienst verzoeken deze beperking achterwege te laten. Een belangrijke voorwaarde daarbij is dat het gaat om reële verplichtingen. Verder mag u de investering in beginsel niet zijn aangegaan om het percentage van de investeringsaftrek te beïnvloeden. De inspecteur zal de desinvesteringsbijtelling toepassen als u de verplichting tegenover de bloed- of aanverwant niet nakomt. Hetzelfde geldt bij een verandering van de verplichting binnen vijf jaar na aanvang van het kalender(boek)jaar waarin u de verplichting bent aangegaan. Als u in 2018 zo’n verplichting bent aangegaan, moet u dus vóór 1 januari 2023 de verschuldigde rente en aflossing betalen. Lukt dat niet, maak dan aannemelijk dat de afwijking van wat is overeengekomen, op zakelijke gronden berust.
15. Verreken IB-verlies uit 2013
Heeft u in 2013 met uw IB-onderneming een fiscaal verlies geleden dat u nog niet volledig heeft verrekend? Doe dan dit jaar niet te veel aan fiscaal winstuitstel. U kunt bijvoorbeeld afzien van een toevoeging aan de oudedagsreserve. Of u kunt proberen om een fiscale boekwinst op een bedrijfsmiddel te laten vrijvallen. Voor zover u het verlies uit 2013 niet verrekent met winst uit 2022, is dit verlies per 1 januari 2023 niet meer verrekenbaar.
16. Maak haast met uw verhuizing
Heeft u uw onderneming rond 1 januari 2021 verplaatst? En bent u momenteel bezig met een verhuizing zodat u dichter bij uw werk komt te wonen? Rond dan de verhuizing snel af. Zo stelt u de fiscale aftrekpost voor verhuizing vanwege een onderneming veilig. U mag de aftrekpost stellen op het bedrag van de kosten van het overbrengen van de inboedel plus € 7.750. Volgens de Belastingdienst is onder de volgende omstandigheden in ieder geval sprake van een verhuizing in het kader van de onderneming. Ten eerste moet de afstand tussen uw woning en uw werk voor de verhuizing minstens 25 kilometer zijn geweest. Bovendien moet de afstand van uw woning naar de werkplek van uw onderneming zijn afgenomen met 60% of meer. Deze afname moet plaatsvinden binnen twee jaar na de verplaatsing van uw onderneming.
Tip
De formulering van het begrip ‘verhuizing vanwege de onderneming’ van de Belastingdienst impliceert dat u eventueel op een andere wijze kunt aantonen dat u wegens uw onderneming bent verhuisd. Dan heeft u echter minder zekerheid.
VENNOOTSCHAPPEN EN DGA’S
17. Bespaar belastingrente met VA Vpb
De Belastingdienst brengt rente in rekening op een aanslag vennootschapsbelasting 2021 die wordt opgelegd na 1 juli 2022. Deze rente is sinds 1 januari 2022 8% per jaar. In vergelijking met de rente die de bank u vergoedt, is deze rente hoog. U kunt belastingrente beperken door zo snel mogelijk een voorlopige aanslag vennootschapsbelasting 2021 aan te vragen. Verwacht u dat uw bv over 2021 nog vennootschapsbelasting moet bijbetalen? Laat de Belastingdienst zo snel mogelijk een voorlopige aanslag opleggen.
Tip
Als u een belastingaanslag 2021 niet op tijd betaalt, brengt de Belastingdienst ook nog invorderingsrente in rekening. Die rente komt bovenop de belastingrente. Overigens bedraagt de invorderingsrente van 1 juli 2022 tot en met 31 december 2022 slechts 1% per jaar, vanwege de gevolgen van het coronavirus. Daarna gaat de invorderingsrente weer stijgen. Zo zal de invorderingsrente per 1 januari 2023 2% bedragen en uiteindelijk per 1 januari 2024 op 4% komen te staan.
18. In vordering op bv na 1 januari 2023
Als u een vordering op uw bv wilt innen, wacht daar dan mee tot na 1 januari 2023. Op die manier voorkomt u dat het geldbedrag dat u ontvangt meteen in de rendementsgrondslag van box 3 voor het jaar 2023 valt.
Let op!
De zaak is gecompliceerder als u vanuit uw privévermogen een lening van maximaal drie maanden heeft verstrekt. De Belastingdienst past in zo’n geval de volgende sancties toe. Ten eerste rekent de inspecteur de vordering aan uw box 3-vermogen toe. Tegelijkertijd is het voordeel uit terbeschikkingstelling belast in box 1. Deze sancties kunnen ook aan de orde komen als de terbeschikkingstelling langer dan drie maanden maar niet meer dan zes maanden duurde. Maar in deze situatie kunt u de dubbele heffing ontlopen als u aannemelijk maakt dat uw handelingen voor meer dan 50% zijn gebaseerd op zakelijke overwegingen.
19. Zoek naar meest vergelijkbare dienstbetrekking
Op grond van de gebruikelijkloonregeling wordt een dga geacht een minimum aan loon te ontvangen. In eerste instantie is dat minimum het hoogste van de volgende drie bedragen: 75% van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking, het loon van de meestverdienende werknemer in de bv (of het concern) of een vast bedrag van € 48.000 (bedrag 2022). Als de bv aannemelijk maakt dat 75% van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan het loon van de meestverdienende werknemer, is het gebruikelijk loon gelijk aan die 75% van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Daarbij geldt wel als minimum € 48.000 (bedrag 2022) of, als dat lager is, 100% van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Het plan is om per 1 januari 2023 de doelmatigheidsmarge van 25% in deze regeling afschaffen, zodat het loon 100% van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking moet bedragen. Het blijft dus belangrijk om te weten wat de meest vergelijkbare dienstbetrekking is. Zoek dit tijdig uit, zodat uw bv u een fiscaal toegestaan loon kan uitbetalen. Dit verkleint het risico op naheffingsaanslagen.
Tip!
De gebruikelijkloonregeling is niet van toepassing als het gebruikelijk loon zou uitkomen op een bedrag van hoogstens € 5.000.
20. Dga, laat uw bv uw loon verhogen
Door het vervallen van de doelmatigheidsmarge is het mogelijk dat de Belastingdienst het standpunt gaat innemen dat veel bv’s de lonen van hun dga’s moeten verhogen. Dit zal vooral zo zijn als de dga een loon heeft dat meer bedraagt dan het vaste minimum gebruikelijk loon van € 48.000 (bedrag 2022). In zulke situaties zou de inspecteur kunnen stellen dat de bv haar dga een loon toekent dat gelijk is aan 75% van het meest vergelijkbare dienstbetrekking. In dat geval zal de fiscus het gebruikelijk loon voor 2023 willen verhogen met een derde, zodat het gebruikelijk loon gelijk wordt aan het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Als uw bv tijdig uw loon verhoogt, kan zij misschien naheffingsaanslagen loonheffingen voorkomen.
Tip
Het is natuurlijk mogelijk dat uw loon al veel dichter bij het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking zit dan 75% van dat loon. In dat geval kan de verhoging van uw loon veel lager zijn of zelfs achterwege blijven. Maar houd wel rekening met de mogelijkheid dat u dan een en ander aannemelijk moet maken.
21. Begin dit jaar een innovatieve start-up
Een bv met een onderneming die kwalificeert als een innovatieve start-up mag het gebruikelijk loon voor haar dga voor maximaal drie jaar op het minimumloon stellen. Daarvoor is geen overleg nodig met de Belastingdienst. Deze regeling komt per 1 januari 2023 te vervallen voor nieuwe gevallen. Was u van plan te beginnen met zo’n innovatieve start-up, doe dat dan nog dit jaar!
Tip
Voer overleg met de inspecteur om een gebruikelijk loon vast te stellen dat rekening houdt met de financiële positie van uw bedrijf.
22. Verreken verliezen vóór belangenwijziging
Vennootschapsbelastingplichtige lichamen kunnen geleden verliezen verrekenen met behaalde winsten. Een verlies is te verrekenen met de winst van het vorige jaar en de winsten van de volgende jaren. Vindt in een jaar een wijziging in het uiteindelijk belang van de bv plaats van 30% of meer in vergelijking met het oudste jaar waarvan een verlies is te verrekenen? In beginsel zijn de verliezen die zijn geleden vóór deze belangenwijziging niet meer te verrekenen met winsten die na de belangenwijziging zijn behaald. Op deze beperking bestaan wel uitzonderingen, bijvoorbeeld als de bv niet had kunnen weten van de belangenwijziging en de wijziging in het belang niet ongebruikelijk groot is. Als u wel al plannen heeft om een groot deel van uw belang in uw bv over te dragen aan een derde, kan verliesverdamping dreigen. Laat in zo’n situatie een voorziening of een fiscale reserve vrijvallen. Of verkoop bedrijfsmiddelen met stille reserves aan een gelieerde vennootschap. In plaats van een gewone verkoop kan eventueel sprake zijn van een sale/leaseback.
Let op!
Sinds 2022 is de verliesverrekening per jaar beperkt tot € 1 miljoen vermeerderd met 50% van de winst voor zover die de € 1 miljoen overtreft.
23. Wacht met afstoten van werkzaamheden
Als het uiteindelijk belang in een bv met compensabele verliezen voor meer dan 30% wijzigt ten opzichte van het oudste openstaande verliesjaar, dreigt in beginsel een beperking van de verliesverrekening. Deze beperking kan achterwege blijven met betrekking tot verliezen die zijn geleden in een belastingjaar waarin de bezittingen van de bv gedurende minimaal negen maanden niet grotendeels bestonden uit beleggingen. Daarbij is bovendien van belang dat vlak vóór de belangenwijziging de werkzaamheden van de bv niet zijn afgenomen tot minder dan 30% van de gezamenlijke omvang van de werkzaamheden bij het begin van het oudste jaar waarin compensabele verliezen zijn geleden. Evenmin mag op het tijdstip van de belangenwijziging een voornemen bestaan om binnen drie jaar alsnog de werkzaamheden van de bv zo sterk te laten inkrimpen.
24. Laat winst bv in 2022 vallen
Hoewel het lastig kan zijn om winst van een vennootschap fiscaal gezien naar voren te halen, kan het voordelig zijn dit toch te proberen. Per 1 januari 2023 zal namelijk de eerste schijf van de vennootschapsbelasting inkrimpen van € 395.000 naar € 200.000. Uw bv komt dan dus eerder toe aan het hoge tarief van 25,8%.
Let op!
Per 1 januari 2023 stijgt het lage tarief van de vennootschapsbelasting van 15% naar 19%.
25. Benut vóór 2023 ab-belastingkorting
Stel, u heeft in 2021 en 2022 geen aanmerkelijk belang (ab) meer, maar nog wel een openstaand verlies uit ab. Zet dan dit verlies nog in 2022 om in een belastingkorting. De belastingkorting bedraagt 26,9% van het openstaande ab-verlies. Als u uw ab-verlies in 2022 omzet in een belastingkorting, mag u deze korting aftrekken van de inkomstenbelasting over de box 1-inkomens van 2022 tot en met 2029. Let wel op het jaar waarin u het desbetreffende ab-verlies heeft geleden. De belastingkorting is niet meer van toepassing als het verlies uit ab ouder is dan negen jaar.
26. Controleer voordeel van hypotheek bij bv
Misschien heeft u net zoals sommige andere dga’s de mogelijkheid om de lening voor uw eigen woning aan te gaan bij uw bv. In dat geval hebt u meer controle over de leningsvoorwaarden dan eigenwoningbezitters die een hypotheek bij een derde hebben. De leningsvoorwaarden hebben invloed op de kwalificatie van eigenwoningschuld. Een aflossingsvrije hypotheek valt bijvoorbeeld in beginsel niet in box 1, maar in box 3. Een hypotheek in box 1 leidt tot een hypotheekrente die in box 1 aftrekbaar is tegen het progressieve tarief. Overigens zal de maximale aftrek plaatsvinden tegen een tarief dat steeds meer het tarief van de tweede schijf benadert. In 2022 is het effectief tarief waartegen de hypotheekrente aftrekbaar is maximaal 40%. In box 3 levert de hypotheek een rendement op van negatief 2,46% (percentage 2021, percentage 2022 nog niet bekend), gesteld dat de schuldendrempel van € 3.200 per fiscale partner al is benut. Afhankelijk van de omstandigheden kan het fiscaal voordelig zijn om de hypotheek in box 3 te laten vallen.
Let op!
Heeft u een lening van vóór 2013 of een lening waarop het regime van vóór 2013 van toepassing is? Dan is het niet mogelijk om een eigenwoningschuld te transformeren naar een box 3-schuld. Bij zulke leningen kunt u namelijk wel overeenkomen om gedurende de looptijd niet te hoeven aflossen. In dat geval valt zo’n hypotheek niet in box 3.
Let op!
Het kabinet hoopt in 2026 een nieuw systeem voor box 3 te kunnen invoeren, mogelijk op basis van het werkelijke rendement. Houd daarmee rekening als u niet verwacht de hypotheek vóór die tijd te hebben afgelost.
27. Overweeg herfinanciering lening bv
Dit jaar heeft de Tweede Kamer de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap aangenomen. Deze wet treedt per 1 januari 2023 in werking. Als u op 31 december 2023 meer dan € 700.000 schuld heeft aan uw bv, is het meerdere in beginsel een fictieve winstuitdeling. Over die winstuitdeling moet u belasting betalen. Heeft u vastgoed, anders dan uw eigen woning, in privé gefinancierd met een lening van de bv? En heeft u meer dan € 700.000 schuld aan de bv? Overweeg dan de schuld voor het vastgoed te herfinancieren met een lening van de bank. Het regelen van een herfinanciering kan de nodige tijd kosten. Begin hier op tijd aan. Misschien kunt u dan ook nog profiteren van de huidige relatief lage rente.
Let op!
Een alternatief voor herfinancieren van het vastgoed is verkoop van het vastgoed aan uw bv. Bedenk daarbij wel dat dit in 2022 8% overdrachtsbelasting kost. In 2023 zal dit percentage 10,4% zijn.
28. Breng uw schulden aan uw bv in beeld
Vanwege de invoering van de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap is het handig om tijdig in kaart te brengen welke schulden u heeft aan uw bv. Vergeet daarbij niet ook de schulden van uw partner aan uw bv mee te rekenen! Voor zover de gezamenlijke schulden meer bedragen dan € 700.000, kan de Belastingdienst dat als een fictieve winstuitdeling in aanmerking nemen. Hierbij is van belang dat eigenwoningschulden niet behoren tot de schulden voor toepassing van deze regeling als aan de bv een recht van hypotheek is verstrekt.
Tip
Eigenwoningschulden die al bestonden op 31 december 2022 tellen sowieso niet mee, ook niet als er geen recht van hypotheek is verstrekt aan de bv.
29. Deponeer tijdig jaarrekening van bv
Zorg ervoor dat uw bv haar jaarrekening op tijd deponeert. Dit is vooral belangrijk in situaties waarin een faillissement dreigt. In dat geval riskeert u als bestuurder hoofdelijk aansprakelijk te worden gesteld voor de schulden van de bv die niet door vereffening zijn te voldoen. Het deponeren van de jaarrekening bij de Kamer van Koophandel (KvK) dient uiterlijk acht dagen na vaststelling van die jaarrekening plaats te vinden. Verder moet het deponeren uiterlijk twaalf maanden na afloop van het desbetreffende boekjaar plaatsvinden. De uiterste deponeerdatum voor het boekjaar 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 is dus 31 december 2022. Bent u bang dat u het niet redt om de jaarstukken tijdig te deponeren? Dan kunt u desnoods de voorlopige jaarrekening deponeren.
Let op!
Als alle aandeelhouders ook bestuurder of commissaris zijn, is er minder tijd voor het deponeren van de jaarrekening. Zelfs als de maximale vijf maanden uitstel zijn verleend voor het opstellen van de jaarrekening (de normale termijn is vijf maanden), moet u de jaarrekening voor het boekjaar 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 uiterlijk deponeren op 8 november 2022. In statuten kan trouwens van deze wettelijke regeling zijn afgeweken!
Tip
Lukt het echt niet om de jaarstukken op tijd te deponeren en dreigt een faillissement? Dan rest u toch nog een mogelijkheid om de aansprakelijkstelling te voorkomen. Hoewel u als bestuurder wordt geacht uw taak onbehoorlijk te hebben vervuld, bent u niet aansprakelijk als u aannemelijk weet te maken dat uw onbehoorlijk bestuur geen belangrijke oorzaak is van het faillissement. Het is dan voor wat betreft bepaalde belastingen zoals de loonbelasting en de omzetbelasting wel van belang om tijdig een melding van betalingsonmacht te doen.
30. Stop belastingschulden in bv
Vorderingen uit hoofde van verstrekte leningen aan derden zijn bezittingen die in box 3 bij u belastbaar zijn. Maar (grote) belastingschulden zijn niet aftrekbaar in box 3. Stel dat u uw bv de vorderingen en de belastingschulden die u heeft, laat overnemen. In die situatie vindt een verrekening van de vorderingen en schulden plaats. Voor zover de schulden groter zijn dan de vorderingen, krijgt u een schuld aan uw bv. Maar deze schuld kwalificeert wel als schuld voor box 3, waarvoor een afzonderlijk negatief forfaitair rendement geldt. Zo kunt u box 3-belasting besparen. Uiteraard moet de overdracht van de vorderingen en belastingschulden dan wel plaatsvinden vóór de peildatum van 1 januari 2023. Heeft u bezittingen en schulden in box 3? Overweeg dan overname van deze bezittingen en schulden door uw bv.
Let op!
Ontstaat per saldo een vordering op uw bv, dan valt deze vordering onder de terbeschikkingstellingsregeling. Het gevolg is dat u over de rente in box 1 belasting moet betalen. Bereken of dat wenselijk is. Is dat niet zo, draag dan slechts een deel van uw vorderingen over!
31. Voltooi vereffening in 2022
Een holding kan het verlies uit de liquidatie van een vennootschap waarin zij een deelneming heeft, in beginsel aftrekken. Maar deze aftrek is beperkt tot € 5 miljoen. De aftrekbeperking blijft achterwege als op het moment vlak voor het voltooien van de vereffening van het vermogen van de ontbonden vennootschap de holding (indirect) een dusdanig belang heeft in die vennootschap, dat het de activiteiten van die vennootschap kan bepalen. Daarnaast moet de ontbonden vennootschap zijn gevestigd in Nederland, een andere lidstaat van de EU of EER of in een aangewezen staat. In principe moet de holding in de periode van vijf jaar die direct voorafgaat aan het voltooien van de vereffening onafgebroken voldoen aan de eerdergenoemde voorwaarden.
32. Neem in 2022 bedrijfsopvolger in dienst
Als u als dga de aandelen in uw bv schenkt aan uw kinderen of aan een andere bedrijfsopvolger, leidt dat in beginsel tot een fiscale afrekening. De waarde in het economische verkeer van de aandelen minus uw verkrijgingsprijs is dan namelijk belast. Onder voorwaarden is deze fiscale claim door te schuiven. Een van de voorwaarden is dat de verkrijger al gedurende minimaal 36 maanden vóór de schenking in dienstbetrekking was bij de bv. Deze voorwaarde vergt de nodige voorbereiding. Overweegt u de aandelen in uw bv op 1 januari 2026 te schenken aan uw kinderen of bedrijfsopvolger? Neem deze dan uiterlijk 31 december 2022 in dienst bij uw bv.
Let op!
De bedrijfsopvolgingsregeling in de erf- en schenkbelasting staat nu erg onder druk. Het CBS heeft bijvoorbeeld geconcludeerd dat deze faciliteit niet doelmatig is. Of dit ook geldt voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de inkomstenbelasting, is moeilijk te zeggen. De minister van Financiën heeft in ieder geval al aangekondigd verhuurd vastgoed te zijner tijd te willen uitsluiten van de gunstige bedrijfsopvolgings- en doorschuifregeling. Dit pleit voor het tijdig regelen van de bedrijfsoverdracht.
33. Trek u pas na 2022 terug uit VBI
Houdt u een aanmerkelijk belang in een vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI)? Dan berekent de inspecteur in principe een fictief regulier voordeel van 5,53% (percentage 2022) over de waarde in het economische verkeer van de aandelen aan het begin van het jaar. Dit forfaitaire reguliere voordeel mag u verlagen met het bedrag dat u daadwerkelijk aan dividend heeft ontvangen. Maar het forfaitair regulier voordeel mag daardoor niet negatief worden. Vindt u het forfaitaire rendement te hoog? Vervreemd na 1 januari 2023 uw aandelen in de VBI en ga in box 3 beleggen. Als u na de peildatum voor box 3 in 2023 uw belang in de VBI vervreemdt, belandt de opbrengst voor 2023 nog niet in de rendementsgrondslag. Wel moet het forfaitaire voordeel uit de VBI tijdsevenredig worden berekend. Maar die hoogte van het forfaitaire voordeel valt wel mee, aangezien het maar ziet op een korte periode.
Let op!
Brengt u uw vermogen binnen achttien maanden weer over van box 3 naar de VBI? Dan treedt een sanctie in werking. De inspecteur belast dan de (forfaitaire) inkomsten uit het desbetreffende vermogen zowel in box 2 als in box 3. Denkt u erover om vermogen over te hevelen van uw VBI naar box 3, check dan of u voldoet aan de genoemde termijn van achttien maanden.
Tip
U heeft de mogelijkheid om tegenbewijs te leveren. De sanctie geldt niet als u aannemelijk maakt dat u om zakelijke redenen het vermogen binnen achttien maanden terughaalt naar box 3.
34. Geef in 2020 verzwegen tbs uit 2019 op
Heeft u een of meer vermogensbestanddelen ter beschikking gesteld aan uw bv, maar de vergoeding daarvoor gerekend tot uw box 1-inkomen? Meld dat alsnog met gebruik van de inkeerregeling. Stuurt u het verzoek om de inkeerregeling toe te passen binnen twee jaar na de aangifte waarin u het inkomen heeft verzwegen, dan krijgt u geen vergrijpboete opgelegd. Bij een latere inkering zal de inspecteur de boete verminderen tot 60% van de maximale boete die hij kan opleggen als u helemaal niet inkeert. Het ontlopen van de vergrijpboete is niet mogelijk voor zover u inkomen uit aanmerkelijk belang of uit sparen en beleggen heeft verzwegen!
35. Controleer verrekenprijzen
Neemt uw vennootschap goederen of diensten af van gelieerde lichamen in het buitenland of verricht zij prestaties voor gelieerde buitenlandse lichamen? Dan moeten uw vennootschap en het gelieerde lichaam daarbij zakelijke verrekenprijzen toepassen. Houd daarbij in de gaten dat de inspecteur geen verlaging van de fiscale winst toestaat zonder dat daartegenover in het buitenland een verhoging van de belastinggrondslag staat. Controleer daarom of de verrekenprijzen die dit jaar voor buitenlandse concernvennootschappen zijn gehanteerd problemen opleveren onder deze bepaling.
36. Regel tijdig dollaraangifte
Wilt u vanaf 2023 uw aangifte vennootschapsbelasting in een andere valuta dan de euro indienen, bijvoorbeeld de dollar? Vraag dan vóór 1 januari 2023 een beschikking Regeling functionele valuta aan bij de Belastingdienst. Als de inspecteur zo’n beschikking afgeeft, bent u in principe voor een periode van tien jaar gebonden aan deze keuze.
37. Keer in 2022 rente op inleggelden uit
In beginsel dient men dividendbelasting in te houden op uitgekeerde dividenden op aandelen en winstbewijzen, maar ook op vergoedingen voor geldleningen die fungeren als eigen vermogen. Per abuis gold deze inhoudingsplicht niet bij renten op inleggelden van een coöperatie, renten op aandelen in een onderlinge waarborgmaatschappij en andere vergoedingen voor kapitaalverstrekking door oprichters, aandeelhouders, leden, enzovoorts. Deze fout wordt per 1 januari 2023 hersteld. Dat is misschien een reden om dit jaar nog een vergoeding voor kapitaalverstrekking toe te kennen.
38. Bereid verzoek voor FGR voor
Bv’s en nv’s die inhoudingsplichtig zijn voor de dividendbelasting kunnen in beginsel verzoeken om een beschikking van de inspecteur waarin hij de hoogte van het gestorte kapitaal vaststelt. Deze mogelijkheid bestaat nu nog niet voor de houdstercoöperatie en het fonds voor gemene rekening (FGR). Per 1 januari 2023 kan men echter in principe wel zo’n verzoek indienen voor de FGR en andere vennootschappen met een kapitaal dat is verdeeld in aandelen. U kunt dus nu alvast beginnen met de voorbereiding van uw verzoek.
BTW EN OVERDRACHTSBELASTING
39. Corrigeer btw auto in 4e kwartaal 2022
Als aan uw bedrijf in 2022 btw is gefactureerd in verband met de aanschaf, het onderhoud en het gebruik van de zakelijke auto, is deze btw aftrekbaar als voorbelasting. Tenminste, zolang u(w bedrijf) de auto heeft gebruikt voor belaste omzet. Heeft u de auto in 2022 mede voor privédoeleinden gebruikt? Pas dan daarvoor een correctie toe in uw laatste btw-aangifte van 2022. Wie het werkelijke privégebruik niet heeft bijgehouden, mag uitgaan van 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm). Voor bepaalde auto’s, waaronder auto’s die vijf jaar in de onderneming zijn gebruikt, mag u een forfait van 1,5% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm) hanteren.
Let op!
Woon-werkverkeer telt voor de btw-heffing als privégebruik.
40. Dien tijdig suppletieaangifte btw in
Het is verstandig om op basis van uw administratie geregeld na te gaan of uw btw-aangiften kloppen. Merkt u tijdens de controle van uw btw-aangiften dat u te veel btw heeft afgedragen? Corrigeer dan het bedrag aan te veel afgedragen btw via een suppletieaangifte. U kunt dit zowel over 2022 als over de vijf voorgaande jaren doen.
Tip
U hoeft de suppletieaangifte niet te gebruiken als de correctie hoogstens € 1.000 bedraagt. In deze situatie mag u de correctie namelijk verwerken in uw eerstvolgende btw-aangifte. Hetzelfde geldt voor een correctie van maximaal € 1.000 aan te weinig afgedragen btw.
41. Verwerk BUA-correctie in slotaangifte 2022
Wellicht heeft u in 2022 btw op kosten voor relatiegeschenken of personeelsverstrekkingen afgetrokken. Controleer dan of u een of meer personeelsleden hiermee voor meer dan € 227 (exclusief btw) heeft bevoordeeld. Controleer daarnaast of u een of meer relaties voor meer dan € 227 heeft bevoordeeld. Als minstens een van beide situaties zich voordoet, dient u in de btw-aangifte over het laatste tijdvak van 2022 de afgetrokken btw te corrigeren en alsnog te voldoen. Dit noemt men ook wel de BUA-correctie (BUA: Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting).
Let op!
De BUA-regeling is niet van toepassing op de fiets van de zaak. Daarnaast gelden aparte regels voor de btw-aftrek op kosten van verstrekkingen van eten en drinken aan personeel.
42. Reik vóór 28 januari 2023 90%-verklaring uit
Heeft u in 2021 een onroerende zaak gekocht? En daarbij samen met de verkoper geopteerd voor een btw-belaste levering? Reik dan binnen vier weken na afloop van het boekjaar volgend op het boekjaar van levering (dus vóór 28 januari 2023) de 90%-verklaring uit aan de verkoper en de fiscus. Vermeld in deze verklaring of u de onroerende zaak gebruikt voor doeleinden waarvoor u voor minstens 90% recht heeft op btw-aftrek. Voldoet u in het eerste boekjaar of in het daaropvolgende boekjaar niet meer aan het 90%-criterium? Dan stelt de fiscus dat de levering met terugwerkende kracht alsnog is vrijgesteld van btw. Voor de verkoper betekent dit dat het recht op btw-aftrek vervalt. Hij moet in dat geval dus de in vooraftrek gebrachte btw terugbetalen aan de Belastingdienst. Als u in een later jaar niet meer voldoet aan het 90%-criterium, dient u op de gewone manier uw btw-aftrek te herzien.
Let op!
In de koopovereenkomst kan bepaald zijn dat u de door de verkoper geleden schade (deels) moet vergoeden.
43. Maak afspraken over btw-schade bij levering pand
Verkoopt u zelf een onroerende zaak? En opteert u voor een btw-belaste levering? Neem in dat geval in de koopovereenkomst duidelijke afspraken op over de eventuele btw-schade voor het geval dat de optie voor btw-belaste levering vervalt. U kunt bijvoorbeeld bedingen dat de koper de btw-schade aan u vergoedt als hij niet meer voldoet aan de 90%-norm.
44. Vraag vóór december 2022 om toepassing KOR
Komt uw jaaromzet niet boven de € 20.000 (exclusief btw) uit? Dan kunt u kiezen voor de kleineondernemersregeling btw (KOR). Het voordeel daarvan is dat u geen btw aan afnemers in rekening hoeft te brengen. Ook hoeft u geen btw-aangiften in te dienen. De keuze voor toepassing van de KOR geldt voor een periode van drie jaar. U moet zich uiterlijk vier weken voor het begin van het tijdvak waarin u de KOR wilt toepassen, aanmelden bij de Belastingdienst. Wilt u per 1 januari 2023 de KOR toepassen? Meld u zich dan vóór 1 december 2022 aan bij de Belastingdienst.
Let op!
Het toepassen van de KOR maakt u een btw-vrijgestelde ondernemer. Dit houdt in dat u niet langer btw kunt terugvragen op uw inkopen. Doet u op korte termijn grote investeringen? Dan kan toepassing van de KOR nadelig zijn. U kunt dan de btw op de aanschaf niet meer terugvragen. Vraagt u de KOR aan in het tijdvak na investering, dan moet u mogelijk ook een groot deel van de ontvangen omzetbelasting terugbetalen.
45. Start in 2022 werkzaamheden voor werk-bv
Stel, uw holding heeft een werkmaatschappij die btw-belaste activiteiten verricht. Nu wil uw holding deze werkmaatschappij actief gaan beheren. Het kan dan fiscaal voordelig zijn als dga rechtstreeks namens uw holding de managementwerkzaamheden voor de werkmaatschappij te verrichten. Zo maakt u duidelijk dat uw bv een zogeheten moeiende holding is. Daardoor heeft zij recht op aftrek van voorbelasting voor zover de afgenomen prestaties zijn gebruikt voor btw-belaste activiteiten. Als het u niet lukt om dit huidige btw-tijdvak nog werkzaamheden te verrichten voor de werkmaatschappij, probeer dit dan te doen in het nieuwe belastingtijdvak.
Tip
Als een moeiende holding btw-belaste (management)diensten aan een vennootschap verleent, kan zij de btw op de aan- en verkoopkosten van een meerderheidsbelang in deze vennootschap pro rata aftrekken.
46. Vraag btw over 2021 terug
Zit u al lang te wachten op een betaling van een debiteur? Realiseert u zich dan dat u als crediteur uiterlijk één jaar na het opeisbaar worden van een vordering recht op teruggaaf van btw verkrijgt. U mag de periodieke btw-aangifte verlagen met het bedrag van de teruggaaf. U hoeft geen afzonderlijk verzoek in te dienen bij de fiscus. Heeft u al een jaar lang een vordering op een debiteur? Vraag dan de btw terug.
Let op!
Mocht de debiteur de oninbaar geleken vordering op een later tijdstip alsnog betalen, voldoe dan de eerder in mindering gebrachte btw opnieuw op aangifte.
47. Rapporteer kleine invoer in I-OSS
Heeft u als btw-ondernemer goederen afkomstig uit niet-EU-landen met een waarde van maximaal € 150 afgenomen? Dan kunt u dat rapporteren in een invoer OSS-aangifte (I-OSS). Daarbij is de invoer van goederen uit niet-EU-landen vrijgesteld van btw. Deze regeling geldt trouwens ook voor Noorse btw-ondernemers en niet-EU btw-ondernemers met een vertegenwoordiger in de EU. Als u deelneemt aan de I-OSS-regeling, ontvangt u een speciaal btw-identificatienummer. Dit nummer moet u verstrekken aan de douane voor de btw-vrijstelling van invoer. Ontvangt u als btw-ondernemer goederen afkomstig uit niet-EU-landen met een waarde van maximaal € 150? Rapporteer deze dan in een invoer OSS-aangifte.
48. Vraag tijdig beschikking FE btw aan
Soms zijn btw-ondernemers, of het nu natuurlijke personen of lichamen zijn, in financieel, organisatorisch en economisch opzicht zodanig verweven, dat zij een eenheid vormen. In dat geval vormen zij voor de heffing van de omzetbelasting een fiscale eenheid. In dat geval kunnen deze ondernemers de Belastingdienst verzoeken om hen als één ondernemer voor de omzetbelasting aan te merken. In dat geval kan de inspecteur een beschikking afgeven waarin hij noemt vanaf welke datum hij de btw-ondernemers in ieder geval als een fiscale eenheid voor de omzetbelasting aanmerkt. Nu zijn het in principe de feitelijke omstandigheden die bepalen wanneer de fiscale eenheid ingaat, maar het maakt de zaken wel eenvoudiger als men tijdig de beschikking aanvraagt. Zo hoeft er geen geschil te ontstaan over het moment (bijvoorbeeld aan het begin van het eerstvolgende belastingtijdvak) waarop de fiscale eenheid voor de omzetbelasting ingaat.
Tip
De omstandigheid dat verschillende btw-ondernemers over een belastingtijdvak afzonderlijke btw-aangiftes hebben ingediend, sluit niet uit dat zij in dat tijdvak al een fiscale eenheid voor de omzetbelasting vormden.
WERKGEVER
49. Sluit administraties op elkaar aan
Controleer aan het einde van 2022 zo snel mogelijk of de loonadministratie en de financiële administratie wel op elkaar aansluiten. Dit is bijvoorbeeld van belang als een of meer (belaste) uitbetaalde vergoedingen per abuis niet zijn verwerkt in de loonadministratie. Over deze vergoedingen zijn dan geen loonheffingen afgedragen. Bij het maken van de aansluiting tussen de loon- en de financiële administratie komen zulke afwijkingen naar voren. Vervolgens kunt u de verschuldigde loonheffingen alsnog afdragen. Dit kan onder voorwaarden in de vorm van eindheffing gebeuren.
50. Laat werknemers met lage lonen 1.248 uur werken
Werkgevers die werknemers in dienst hebben met het minimumloon of iets daarboven, hebben recht op het lage-inkomensvoordeel. Het gaat om werknemers die in 2022 tussen de € 10,73 (ondergrens) en € 13,43 verdienen. De tegemoetkoming is € 0,49 per uur met een maximum van € 960 per werknemer. Uw werknemer moet minimaal 1.248 verloonde uren per kalenderjaar hebben. Als uw werknemers aan de voorwaarden voldoen, betaalt het UWV het voordeel in de loop van 2023 aan u uit. Is het nog niet helemaal zeker of bepaalde werknemers meer dan 1.248 uur verloonde uren krijgen? Probeer die werknemers extra in te plannen, zodat uw bedrijf aan het minimumaantal uren komt.
51. Benut loonkostenvoordelen
Profiteer van de loonkostensubsidies voor werknemers van 56 jaar en ouder of arbeidsgehandicapte werknemers. Als u voornoemde werknemers in dienst neemt, kan u dat een loonkostensubsidie opleveren. Voor arbeidsgehandicapte werknemers die u herplaatst en voor werknemers uit de doelgroep van de banenafspraak en scholingsbelemmerden, heeft u mogelijk eveneens recht op een loonkostensubsidie. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de categorie van werknemers waartoe uw werknemer behoort. De subsidie bedraagt echter minimaal € 1,01 per verloond uur en maximaal € 3,05 per verloond uur. De subsidie is gemaximeerd op € 2.000 voor een werknemer uit de doelgroep van de banenafspraak en scholingsbelemmerden, en op € 6.000 voor de overige categorie werknemers. Om in aanmerking te komen, dient u een afschrift te vragen aan uw werknemer van de doelgroepverklaring. In beginsel moet uw werknemer binnen drie maanden na de start van de dienstbetrekking die verklaring aanvragen.
52. Check resterende vrije ruimte
Vanwege de huidige krapte op de arbeidsmarkt kan het nu extra interessant zijn om de vrije ruimte van de werkkostenregeling optimaal te benutten. Ga daarom na wat u nog aan vrije ruimte over heeft. In 2022 is de vrije ruimte 1,7% van de totale loonsom tot een maximumbedrag van € 6.800. Daar mag u nog 1,18% van de totale loonsom, voor zover deze meer bedraagt dan € 400.000, aan toevoegen. Als u merkt dat u nog vrije ruimte over heeft, kunt u deze benutten door bijvoorbeeld nog dit jaar een leuk kerstpakket naar uw werknemers te sturen. Overigens stijgt de vrije ruimte over de eerste € 400.000 in 2023 van 1,7% naar 1,92%.
Tip
Check of het berekenen van de vrije ruimte per concernonderdeel (concernregeling) gunstiger is.
53. Keer in 2022 gebruikelijke bonus uit
Heeft u aan het einde van 2022 nog vrije ruimte over? En overweegt u om een of meer werknemers een bonus te geven? Laat dan deze bonus in de vrije ruimte vallen. Daarbij geldt wel als voorwaarde dat u de bonus nog in 2022 uitbetaalt. Ook belangrijk: er moet zijn voldaan aan het gebruikelijkheidscriterium. De bonus mag dus niet meer dan 30% afwijken van wat voor vergelijkbare werknemers in dezelfde sector gebruikelijk is.
Tip
Het ministerie van Financiën keurt in ieder geval een bonus van maximaal € 2.400 per werknemer per jaar goed. Het leveren van bewijs of onderbouwing is dan dus niet nodig. Bent u dga en is er genoeg vrije ruimte? Dan mag u zichzelf ook een bonus van € 2.400 toekennen.
Let op!
Wilt u een hogere bonus toepassen? Zorg dan voor bewijs dat een dergelijke bonus gebruikelijk is in uw sector.
54. Laat uw werknemer bij u inkopen doen
Als uw bedrijf producten verkoopt die ook bij uw werknemers populair zijn, geef hen dan korting op de producten die zij bij u kopen. De korting is voor uw werknemers onbelast als de producten niet branchevreemd zijn. De korting is bovendien alleen onbelast voor zover zij niet te hoog is. Voor zover de korting per product hoger is dan 20% van de waarde van dat product in het economische verkeer of samen met andere verleende kortingen meer bedraagt dan € 500, wordt het overschot in aanmerking genomen als belast loon. Eventueel kunt u dit overschot aanwijzen als eindheffingsloon en vervolgens ten laste brengen van uw vrije ruimte. Daardoor is er alsnog geen belasting over verschuldigd. U mag deze regeling eveneens toepassen ten aanzien van oud-werknemers van wie de dienstbetrekking is geëindigd door pensionering of arbeidsongeschiktheid.
55. Maak afspraken over thuiswerken
Sinds 1 januari 2022 mogen werkgevers aan hun werknemers een onbelaste thuiswerkvergoeding betalen. Het gaat hier om een belastingvrije vergoeding van maximaal € 2 per thuiswerkdag. Dat mag ook een vaste vergoeding zijn volgens een structureel thuiswerkpatroon. U kunt als werkgever per dag óf de onbelaste thuiswerkkostenvergoeding óf de onbelaste reiskostenvergoeding woon-werkverkeer geven. Heeft u in 2022 de thuiswerkvergoeding nog niet toegekend, kijk dan of u dat in 2023 alsnog kunt doen. Ga desnoods alvast in overleg met uw werknemers.
Tip
Als meer werknemers gaan of blijven thuiswerken, heeft uw bedrijf waarschijnlijk minder kantoorruimte nodig. Als uw bedrijf een kantoorpand huurt, kan het misschien met de verhuurder een inkrimping van de gehuurde ruimte overeenkomen om de huurlasten te verlagen. Heeft uw bedrijf een eigen kantoorpand, dan zou het de overbodige ruimte kunnen verhuren en zo huurinkomsten genereren.
56. Richt vóór 2023 een personeelsfonds op
Wilt u uw werknemers steunen in financieel krappe tijden of bij tegenslagen door uitkeringen en verstrekkingen aan hen te doen toekomen? Dan kan het interessant zijn om nog in 2022 een personeelsfonds op te richten. Uitkeringen en verstrekkingen uit zo’n fonds zijn namelijk onder voorwaarden onbelast. Een belangrijke voorwaarde is dat de bijdrage van de werkgever gedurende de laatste vijf jaar niet hoger is dan de totale bijdrage van de gezamenlijke werknemers in die periode. Als het fonds minder dan vijf jaar bestaat, moeten de bijdragen gedurende het bestaan van het fonds worden vergeleken. De bijdragen van de werknemers moet u inhouden op hun nettoloon.
Tip
Als u nog in 2022 een personeelsfonds opricht en de werknemersbijdrage bijvoorbeeld inhoudt op de dertiende maand of eindejaarsuitkering van uw werknemers, kunt u zelf ook nog een bijdrage doen. Dan kunt u uw werknemers in 2022 al ondersteunen.
57. Houd personeelsfeestje 2023 op de zaak
Wilt u een personeelsfeest organiseren begin 2023? Organiseer dit feest dan op de werkplek. Een begin 2023 gepland personeelsfeestje kan onder de werkkostenregeling onbelast blijven als u de borrel op de werkplek organiseert. Deze faciliteit betreft zowel de drankjes en hapjes (geen zakelijke maaltijden) die de werknemers consumeren, als de kosten van bijvoorbeeld entertainment. Zou u toch kiezen voor een externe locatie, dan zijn het personeelsfeestje én de consumpties als eindheffingsloon belast. En wel tegen de factuurwaarde. Natuurlijk kunt u hiervoor de vrije ruimte gebruiken. Maar dan legt u al vroeg in 2023 beslag op deze ruimte.
Tip
De verstrekte consumpties op de werkplek zijn eveneens onbelast voor werknemers van andere vestigingen, locaties of kantoren én voor werknemers van andere werkgevers met wie u de concernregeling toepast.
58. Pas op met de concernregeling in 2022
Als uw bedrijf een concern vormt met minstens twee concernonderdelen, kan het handig zijn om de concernregeling toe te passen. In dat geval hoeft u de vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers van meer dan één concernonderdeel niet langer te splitsen. U kunt de concernregeling toepassen bij een aandelenbelang van minimaal 95%. Als twee of meer stichtingen gedurende het gehele kalenderjaar in financieel, organisatorisch en economisch opzicht zo met elkaar zijn verweven dat zij een eenheid vormen, is eveneens sprake van een concern. In 2022 heeft u voor de eerste € 400.000 fiscale loonsom een vrije ruimte van 1,7%, daarboven geldt 1,18%. Bij toepassing van de concernregeling kunt u slechts één keer gebruikmaken van de vrije ruimte van 1,7%. Zonder toepassing van de concernregeling heeft u voor elke vennootschap over de eerste € 400.000 fiscale loonsom 1,7% vrije ruimte. Beoordeel daarom of toepassing van de concernregeling voordelig is voor u.
Tip
Heeft u de concernregeling in 2022 toegepast, maar is dat achteraf gezien nadelig? Dan kunt u uiterlijk bij de aangifte over het tweede tijdvak van 2023 kiezen om de concernregeling in 2022 niet toe te passen.
59. Check of de sectorindeling voor 2023 klopt
Eind 2022 krijgt u van de Belastingdienst een beschikking met de sectorindeling én de premies voor de werkhervattingskas voor 2023. Ga na of de sectorindeling klopt met de activiteiten van uw bedrijf. Als u namelijk in de verkeerde sector wordt ingedeeld, kan dit grote financiële gevolgen hebben.
60. Voltooi afsluiting loonadministratie 2022
Het einde van het jaar nadert, zodat het bijna tijd is om de loonadministratie over 2022 af te sluiten. Pak dat voortvarend aan. In ieder geval moet de afsluiting plaatsvinden vóórdat u de loonaangifte over het laatste tijdvak van 2022 moet indienen. Controleer bij de afsluiting of u van iedere werknemer een kopie heeft van het identificatiebewijs. Zorg er ook voor dat u alle rekeningen van verstrekkingen en terbeschikkingstellingen aan werknemers en declaraties van aan werknemers vergoede kosten op orde heeft.
61. Check vóór 2023 administratie van uitzendkrachten
Maakt u binnen uw bedrijf gebruik van uitzendkrachten, gedetacheerden of andere medewerkers die niet bij uw onderneming in dienst zijn? Controleer dan vóór het einde van 2021 of uw administratie met betrekking tot deze medewerkers op orde is. U moet bijvoorbeeld van al deze medewerkers de identiteit hebben gecontroleerd. Omdat u uitzendkrachten niet mag vragen om een kopie van een identiteitsbewijs, is het raadzaam bij de controle het soort identiteitsbewijs, het nummer en de geldigheidsduur te noteren Bovendien moet u bijhouden hoeveel loon en vakantiebijslag zij hebben ontvangen én hoeveel uren zij hebben gewerkt.
Let op!
Daarnaast moet u de registratie van het uitzendbureau checken. Voldoet u niet aan deze verplichting? Dan kan de Nederlandse Arbeidsinspectie u bij een eventuele controle een boete opleggen van in beginsel € 8.000 per werknemer (voor werkgevers die natuurlijke personen zijn bedraagt de boete in beginsel € 4.000). Deze boetes kunnen bij recidive zelfs twee- of driemaal zo hoog uitpakken!
62. Zeg tijdelijk contract op vóór 1 december 2022
Zijn er in uw bedrijf tijdelijke arbeidsovereenkomsten die aflopen op 31 december 2022? Laat dan vóór 1 december 2022 aan de werknemer schriftelijk weten of u de tijdelijke arbeidsovereenkomst verlengt of niet. Deze zogeheten aanzegverplichting van een maand geldt voor tijdelijke contracten van minimaal zes maanden. Als u niet (tijdig) aanzegt, kan de werknemer een schadevergoeding eisen van maximaal een bruto maandsalaris. Leg desnoods voor heel 2023 vast wanneer de contracten aflopen en stel een reminder in uw agenda in om u twee à drie maanden van tevoren te waarschuwen.
Tip
Door de aanzegging per e-mail met ontvangstbevestiging te versturen, kunt u bewijzen dat u de aanzegging tijdig heeft gedaan. Andere bewijsmiddelen zijn echter ook toegestaan, zoals een aangetekende brief.
63. Vorm voorziening voor transitievergoeding
Tegenwoordig heeft een werknemer bij ontslag meestal recht op een transitievergoeding. Die transitievergoeding bedraagt 1/3e maandsalaris per gewerkt jaar. De vergoeding is maximaal € 86.000. Als het jaarsalaris van uw werknemer hoger is dan € 86.000 is de transitievergoeding voor uw werknemer gemaximeerd op het bruto jaarsalaris. Vorming van een voorziening voor een transitievergoeding is onder voorwaarden mogelijk. De uitgaven vinden hun oorsprong in feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan in de periode voor de balansdatum. De uitgaven moeten ook zijn toe te rekenen aan de periode voor balansdatum. Belangrijk is ook dat een redelijke mate van zekerheid bestaat dat de uitgave zal worden gedaan. Om een voorziening te vormen zal met name moeten worden aangetoond dat er een redelijke mate van zekerheid is dat in de toekomst een transitievergoeding verschuldigd zal worden. Denk in dit kader aan een reorganisatie of een herstructurering. Bent u met een werknemer in gesprek wegens zijn slechte functioneren? Vorm dan een voorziening als een ontslag onvermijdelijk is. Vormt u een voorziening voor een toekomstige transitievergoeding? Leg uw onderbouwing daarvan goed vast.
64. Pas vóór 14 december 2022 uw aangiftetijdvak aan
Wellicht wilt u in 2023 een ander aangiftetijdvak gebruiken voor de loonheffingen. Bijvoorbeeld omdat u het loon voortaan om de vier weken gaat uitbetalen. Wijzig dan het loonaangiftetijdvak. Daarvoor moet u de Belastingdienst een ingevuld formulier ‘Wijziging aangiftetijdvak loonheffingen’ opsturen. Hierin verzoekt u om een wijziging van het aangiftetijdvak. Dit formulier moet uiterlijk 14 december 2022 binnen zijn bij de Belastingdienst. Als de inspecteur het formulier later ontvangt, kunt u pas in 2024 een ander aangiftetijdvak gebruiken.
65. Verleg vóór 1 januari 2023 inhoudingsplicht binnen concern
Heeft uw concern een of meer buitenlandse concernonderdelen? Dan kan het Nederlandse concernonderdeel de buitenlandse concernonderdelen veel administratieve rompslomp uit handen nemen als het akkoord gaat met verlegging van de inhoudingsplicht naar het Nederlandse concernonderdeel. Dien daarvoor gezamenlijk vóór 1 januari 2023 een verzoek in bij de Belastingdienst.
66. Zorg vlug voor een A1-verklaring
Heeft u werknemers in dienst die in Nederland werken maar wonen in het buitenland? Dan is het de vraag in welk land deze werknemers zijn verzekerd voor de sociale verzekeringen en of u voor hen sociale premies moet inhouden en afdragen. Bij de sociale zekerheidsinstantie van het woonland (in de meeste gevallen Duitsland of België) kunt u hierover zekerheid krijgen door een beschikking aan te vragen die aangeeft welk wettelijk stelsel van sociale zekerheid van toepassing is. Deze beschikking staat bekend als de A1-verklaring. Meestal geldt een A1-verklaring voor 12 maanden. Daarom moet u jaarlijks een nieuwe beschikking aanvragen. Het einde van het jaar is een geschikt moment om te inventariseren wanneer de lopende verklaringen aflopen. Maak hiervan een overzicht. Mochten er een of meer verklaringen per 31 december 2022 aflopen, vraag dan nog in 2022 een nieuwe beschikking aan als u ook in 2023 zekerheid wilt hebben over de vraag of de betreffende werknemers wel of niet in Nederland zijn verzekerd voor de sociale verzekeringen.
67. Verleng werkvergunningen vóór 2023
Als sommigen van uw werknemers een EU- of EER-nationaliteit hebben, moet u voor deze werknemers beschikken over een tewerkstellingsvergunning of een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid. Deze vergunningen worden voor een bepaalde periode afgegeven en lopen meestal per het eind van een kalenderjaar af. Daarom is het raadzaam om zo snel mogelijk te checken of een of meer werkvergunningen per 31 december 2022 aflopen. Als dit inderdaad het geval is, vraag dan direct een verlenging aan, mits dit gewenst is.
Tip
Voor Zwitserse werknemers heeft u, net zomin als voor EU-werknemers, geen tewerkstellingsvergunning nodig.
68. Neem nog dit jaar buitenlandse werknemer aan
Verwerft u dit jaar een werknemer vanuit het buitenland, dan kunt u onder voorwaarden de 30%-regeling op zijn loon toepassen. Volgens die regeling is voor 30% van het brutosalaris van de werknemer sprake van een onbelaste kostenvergoeding. Maar dan mag die werknemer niet op minder dan 150 kilometer van de Nederlandse grens hebben gewoond. Het kabinet wil dat per 1 januari 2024 alleen maar mogelijk wordt om de 30%-regeling toe te passen tot maximaal de zogeheten Balkenendenorm (€ 216.000 in 2022). Hierbij zal echter een overgangsregeling gelden met een ingroeipad van drie jaar. Daardoor is het waarschijnlijk interessant om nog dit jaar of in 2023 een buitenlandse werknemer aan te nemen om het overgangsrecht optimaal te benutten.
Let op!
De werknemer moet ook over een specifieke deskundigheid beschikken die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of schaars aanwezig is. De vraag of iemand een specifieke deskundigheid heeft, beoordeelt de fiscus aan de hand van zijn loon. Voor werknemers zonder universitaire mastergraad of werknemers met universitaire mastergraad en ouder dan 30 jaar geldt in 2022 een minimumloon van € 39.467. Voor werknemers die wel een universitaire mastergraad hebben maar jonger zijn dan 30 jaar geldt een minimumloon van € 30.001. Voor zover het loon van uw buitenlandse werknemer lager is dan € 39.467, respectievelijk € 30.001, kunt u dit nog contractueel verhogen. Op die manier zorgt u ervoor dat u voor de werknemer de 30%-regeling kunt toepassen. Deze regeling is maximaal vijf jaar na indiensttreding geldig.
Let op!
Heeft u het loon van uw aangeworven buitenlandse werknemers nog niet aangewezen? Doe dit dan voor 1 januari 2023.
69. Bepaal de werkelijke extraterritoriale kosten
Vaak zal de toepassing van de 30%-regeling voor uit het buitenland geworven werknemers voordelig zijn. Met de invoering van het maximum van de Balkenendenorm per 1 januari 2024 is het echter interessant om inzicht te krijgen in de werkelijke extraterritoriale kosten. Werkgevers kunnen dan namelijk ervoor kiezen om de 30%-regeling niet toe te passen maar de werkelijke extraterritoriale kosten onbelast te vergoeden. In de desbetreffende loontijdvakken moet de werknemer wel voldoen aan de voorwaarden.
Tip
De keuze geldt in beginsel voor een kalenderjaar. In het volgende jaar kan de werkgever dus eventueel een andere keus maken.
AUTO
70. Koop nog in 2022 een nieuwe elektrische auto van de zaak
Als een auto van de zaak zo langzamerhand aan vervanging toe is en u wilt investeren in een nieuwe elektrische auto, doe dit dan nog dit jaar. Op de bijtelling voor het privégebruik van een in 2022 voor het eerst toegelaten elektrische auto van de zaak mag u namelijk een korting van 6% toepassen met een maximum van € 2.100. In 2023 daalt deze maximale korting naar € 1.800. Als u nog dit jaar een elektrische auto koopt waarbij u de eerste weggebruiker bent, mag u gedurende zestig maanden na de eerste toelating op de weg de korting van 2022 toepassen.
71. Verkoop nieuwe bestelauto in 2023
Voor bestelauto’s die op naam komen te staan van een ondernemer geldt een vrijstelling. De ondernemer moet de bestelauto wel voor meer dan 10% gebruiken voor zijn onderneming. Daarbij moet het gaan om een onderneming voor de btw, anders dan de levering van een nieuw vervoermiddel in een andere lidstaat. Als u binnen vijf jaar na de inschrijving van de bestelauto niet meer voldoet aan de voorwaarden van de BPM-vrijstelling, bent u in beginsel BPM verschuldigd alsof u de bestelauto op dat moment had ingeschreven. Heeft u dus een bestelauto later inschrijven op 31 december 2017? Dan kunt u BPM besparen door te wachten met het verkopen van deze bestelauto tot na de jaarwisseling.
Let op!
Per 1 januari 2025 komt de BPM-vrijstelling voor bestelauto’s voor ondernemers te vervallen.
72. Check gebruik van bedrijfsauto in 2023
Voor het ter beschikking stellen van een auto van de zaak aan een werknemer, moet u in beginsel een bijtelling toepassen. Deze bijtelling op het loon geeft het voordeel van het privégebruik van de auto weer. Maar onder voorwaarden kan die bijtelling achterwege blijven. Bijvoorbeeld als de werknemer aan u een kopie overlegt van de ‘Verklaring geen privégebruik auto’. In zo’n document verklaart de werknemer hooguit 500 privékilometers te rijden met de auto van de zaak. Informeer vóór de jaarwisseling bij uw werknemer of de situatie per 1 januari 2023 hetzelfde blijft. Als uw werknemer in 2023 meer dan 500 privékilometers rijdt met de auto, moet u immers de bijtelling voor privégebruik gaan toepassen.
Let op!
De bijtelling geldt per kalenderjaar. Maak uw werknemer hierop attent. Zo voorkomt u dat de 500-kilometergrens net voor het einde van het jaar wordt overschreden. Rijdt uw werknemer bijvoorbeeld alleen in de maand december privé met de bedrijfsauto en gaat het om meer dan 500 kilometer? Dan moet u toch het voordeel van het privégebruik voor het gehele jaar in aanmerking nemen.
73. Bewaak de grens van 500 privékilometers
Stel, u stelt een auto van de zaak ter beschikking aan een werknemer. Deze werknemer gebruikt de auto niet zo vaak voor privéritten. Doordat hij in de kerstvakantie de auto van de zaak gebruikt om op wintersport te gaan, komt hij echter net boven de 500 privékilometers uit. Dat is zonde, want daardoor moet u over het hele jaar de bijtelling vanwege privégebruik van de auto van de zaak toepassen. In beginsel is de bijtelling in 2022 22% van de cataloguswaarde. Als de CO2-uitstoot nihil is, is het bijtellingspercentage tot een waarde van € 35.000 (totale waarde als het gaat om een waterstofauto) maar 16%. Waarschuw werknemers dus als ze in december net de grens van 500 privékilometers dreigen te overschrijden.
Let op!
De bijtelling bedraagt 35% van de waarde in het economische verkeer voor auto’s die meer dan vijftien jaar geleden voor het eerst in gebruik zijn genomen.
74. Houd in autobranche autogebruik bij
Bent u actief in de autobranche? Dan is het goed mogelijk dat (velen onder) uw werknemers niet het hele jaar in dezelfde auto van de zaak rijden. Houd in die situatie goed bij welke werknemers in welke auto’s rijden. Zeker met het einde van het jaar in zicht is het verstandig om te checken of u de registratie van de auto’s en de werknemers op orde heeft. In paragraaf 4 van de Handreiking privégebruik auto vindt u praktische tips voor de autobranche.
75. Laat werknemer zijn boeten betalen
Misschien begaat een werknemer tijdens zijn gebruik van de auto van de zaak verkeersovertredingen. Soms moet het bedrijf dan in eerste instantie de boeten betalen. Heeft uw bedrijf daar ook mee te maken, verhaal dan nog dit jaar deze boeten op de werknemer. Anders kan de inspecteur het bedrag van de boeten tot het loon van de werknemer rekenen. Uw bedrijf riskeert dan bovendien een naheffingsaanslag loonheffingen.
76. Zeg vóór 2023 leasecontract auto werknemer op
Gaat u ervan uit dat een werknemer die nu nog rijdt in een geleasede auto van de zaak begin volgend jaar zijn ontslag neemt? Regel dan dat de schadevergoeding die de leasemaatschappij in rekening brengt voor het voortijdig beëindigen van het leasecontract voor rekening komt van deze werknemer. Dit gaat het beste als u het leasecontract opzegt vóór 1 januari 2023 en zelf de schadevergoeding betaalt aan de leasemaatschappij. Vervolgens vordert u het bedrag van de afkoopboete van uw werknemer. Zo kan uw werknemer de doorbetaling van het boetebedrag weer als eigen bijdrage aftrekken van zijn bijtelling vanwege het privégebruik van de leaseauto van de zaak.
77. Schaf gewone auto in 2022 aan
Als u weleens een auto aanschaft en daarbij BPM betaalt, weet dan dat in 2023 de CO2-uitstootgrenzen met betrekking tot de tariefschijven weer dalen. Dat betekent dat u eerder aanloopt tegen de hogere BPM-tarieven. Bovendien stijgen de BPM-tarieven in 2023 met 2,35%. Dit geldt ook voor dieselvoertuigen. Schaf een gewone auto daarom nog in 2022 aan.
78. Verhoog reiskostenvergoeding
Zakelijke autokosten zijn aftrekbaar voor ondernemers en onbelast te vergoeden aan werknemers. In beide gevallen hanteert de fiscus daarbij het forfait van € 0,19 per zakelijke kilometer. Dit bedrag is lange tijd hetzelfde gebleven, maar stijgt per 1 januari 2023 naar € 0,21. Pas zo nodig declaratieformulieren en/ of arbeidsovereenkomsten aan deze wijziging aan.
Tip
Ook de aftrek van kosten van ziekenbezoek en de aftrek van giften die bestaan uit het afzien van een reiskostenvergoeding door vrijwilligers stijgen van € 0,19 per kilometer naar € 0,21 per kilometer.
ESTATE PLANNING/PRIVÉ
79. Vraag snel om teruggaaf over 2017
Had u over 2017 nog recht op een teruggaaf inkomstenbelasting? Maar bent u vergeten deze teruggaaf aan te vragen? In dat geval hebt u tot 1 januari 2023 de tijd om de teruggaaf alsnog aan te vragen. De Belastingdienst betaalt u het belastingbedrag alleen terug als dit de teruggaafdrempel overschrijdt. In 2017 bedroeg deze € 14, in plaats van de € 15 die voor 2022 geldt.
80. Doe aan middeling nu het nog kan
Genoot u in drie achtereenvolgende, nog vrij recente jaren wisselende box 1-inkomsten, dan heeft u misschien recht op een teruggaaf vanwege middeling. Om te beginnen moet u dan meer belasting hebben betaald dan wanneer u in die drie jaar gelijkmatige inkomsten had genoten. Bij middeling vindt voor drie achtereenvolgende jaren een herrekening van de belasting plaats op basis van het gemiddelde inkomen. Is die belasting meer dan € 545 lager dan de betaalde belasting, dan krijgt u het meerdere terug. Om de middelingsteruggaaf te krijgen, moet u een verzoek indienen bij de Belastingdienst. U kunt het verzoek indienen tot 36 maanden na het moment waarop de laatste aanslag van die drie jaar onherroepelijk vaststaat. Heeft u nog recht op een teruggaaf over 2014 tot en met 2016 en heeft de aanslag 2016 een dagtekening van 20 november 2019, dan staat deze sinds 1 januari 2020 onherroepelijk vast. Een aanslag is onherroepelijk als de termijn van 6 weken voor bezwaar, beroep, hoger beroep of cassatie is verstreken. U heeft dan nog tot en met 2022 de tijd om die teruggaaf aan te vragen. Vraag de teruggaaf daarom voor 1 januari 2023 aan. Op internet zijn diverse tools beschikbaar om de middelingsteruggaaf te bepalen.
Let op!
Het kabinet wil per 1 januari 2023 de middelingsregeling afschaffen. Het gevolg is dat het laatste tijdvak waarover men kan middelen zal bestaan uit de jaren 2022, 2023 en 2024.
81. Verzoek om voorlopige aanslag IB
De inspecteur brengt rente in rekening op een aanslag inkomstenbelasting 2021 die hij oplegt na 1 juli 2022. Deze rente is tegenwoordig 4% per jaar. In vergelijking met de rente die de bank u vergoedt, is deze rente hoog. U kunt belastingrente beperken door zo snel mogelijk een voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2021 aan te vragen. Verwacht u dat u voor 2021 nog moet bijbetalen, dan is het zinvol zo snel mogelijk een voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2021 te vragen aan de Belastingdienst.
Tip
Als u een belastingaanslag 2021 niet of te laat tijd betaalt, brengt de Belastingdienst ook nog invorderingsrente in rekening. Die rente komt bovenop de belastingrente. Overigens bedroeg de invorderingsrente van 23 maart 2020 tot en met 30 juni 2022 slechts 0,01% op jaarbasis. Dat was een maatregel in verband met de coronacrisis. Van 1 juli 2022 tot en met 31 december 2022 bedraagt de invorderingsrente 1% per jaar. De eerstvolgende stijging van de invorderingsrente is per 1 januari 2023, en wel naar 2%.
82. Schenk in 2022 voor een eigen woning
Hebt u kinderen tussen de 18 en 40 jaar? Dan kunnen zij eenmalig de vrijstelling voor schenkingen van u verhogen naar € 27.231. De dag van de 40e verjaardag valt overigens nog binnen de leeftijdsgrens. Betreft het een schenking aan kinderen voor een studie, dan is de eenmalige vrijstelling € 56.724. Bij een schenking voor een eigen woning stijgt de eenmalige vrijstelling zelfs naar € 106.671 (bedrag 2022). De vrijstelling van € 106.671 geldt overigens voor iedereen die tussen de 18 en 40 jaar oud is en het geld voor zijn eigen woning gebruikt. Het kabinet wil de verhoogde vrijstelling bij schenking voor een eigen woning afschaffen. In 2023 zal een verlaging van de vrijstelling plaatsvinden naar het bedrag van de eenmalige verhoogde vrijstelling van ouders aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar (€ 28.947). In 2024 komt het tot een volledige afschaffing van de verhoogde schenkingsvrijstelling ten behoeve van de eigen woning.
Let op!
Uw kind moet kiezen welke verhoogde schenkvrijstelling hij wil gebruiken, die van € 27.231, € 56.724 of € 106.671. Bij keuze voor een bepaalde vrijstelling kan hij niet meer kiezen voor een andere verhoogde vrijstelling.
Tip
U hoeft het gehele bedrag van € 106.671 niet in één jaar te schenken. Het onbenutte deel kunt u gespreid schenken over een periode van maximaal twee jaar die direct volgt op het eerstgenoemde kalenderjaar. Let op dat de toepassing van de verhoogde vrijstelling wordt beïnvloed als eventueel in een voorgaand jaar al een eenmalig verhoogde schenking plaatsvond. De mogelijkheid van gespreid schenken komt te vervallen voor schenkingen gedaan in of na 2023.
Let op!
Ook bij gespreid schenken mag de begunstigde de leeftijdsgrens van 40 jaar niet overschrijden. Heeft degene aan wie u wilt schenken de leeftijd van 40 jaar al bereikt, maar is zijn partner wel jonger? Dan is de eenmalige vrijstelling toch toe te passen.
83. Laat kind onderhoud aan woning in 2022 afronden
Heeft uw kind van u in 2020 een schenking ontvangen om daarmee zijn eigen woning te verbeteren of te onderhouden? Waarschijnlijk heeft uw kind toen de verhoogde schenkingsvrijstelling van op dat moment € 103.643 toegepast op de schenking. Een voorwaarde voor deze vrijstelling was dat de schenking plaatsvond onder de ontbindende voorwaarde dat het geschonken bedrag binnen twee jaar na het kalenderjaar van schenking moet zijn besteed aan de verbetering of het onderhoud. Wijs uw kind dus erop dat de werkzaamheden vóór 2023 moeten zijn afgerond, anders vervalt de vrijstelling!
84. Vul snel verhoogde vrijstelling aan
Is vóór 2010 de eenmalig verhoogde vrijstelling voor een kind tussen de 18 en 35 jaar benut, maar daarna niet meer? Dan is in 2022 de verhoogde vrijstelling bij schenkingen aan kinderen tussen de 18 en 40 jaar voor de eigen woning toe te passen. Feitelijk gaat het hier om een aanvulling op de eerder genoten toegepaste verhoogde vrijstelling. Maak gebruik van de aanvullende vrijstelling van € 29.493 in 2022 als vóór 2010 de eenmalig verhoogde vrijstelling voor een kind tussen de 18 en 35 jaar is benut en daarna niet meer.
Tip
Het begunstigde kind of zijn partner moet op het moment van de schenking voor de eigen woning tussen de 18 en 40 jaar oud zijn.
85. Dien vóór 1 maart 2023 aangifte schenkbelasting in
Heeft u in 2022 een of meer schenkingen ontvangen, waarover u schenkbelasting moet betalen? Dan moet u uw aangifte schenkbelasting indienen vóór 1 maart 2023. Zo bent u in ieder geval op tijd. Als u de eenmalige (bijzondere) verhoogde vrijstelling voor schenkbelasting wilt gebruiken zodat u per saldo niets betaalt, moet u eveneens tijdig uw aangifte indienen. Want in deze aangifte moet u verzoeken om toepassing van de eenmalige (bijzondere) verhoogde vrijstelling. Als u later dan vier maanden na afloop van het kalenderjaar van schenking de aangifte schenkbelasting indient, gaat de aanslagtermijn pas de dag na de aangifte in. U moet in zo’n geval langer wachten voordat u zekerheid heeft over de gevolgen van de schenking.
Tip
U kunt de aangifte schenkbelasting vinden op de website van de Belastingdienst. Of doe online aangifte schenkbelasting via ‘Mijn Belastingdienst’.
86. Los schuld voor papieren schenking af
Heeft u in het verleden aan uw kinderen een schenking gedaan, waarbij u het te schenken bedrag schuldig bent gebleven? Kijk dan of u de schuld als gevolg van deze papieren schenking kunt aflossen. Wil de schuld namelijk fiscaal aanvaardbaar zijn, dan zult u daarover een rente van minstens 6% moeten zijn verschuldigd. Dat is waarschijnlijk een stuk hoger dan het forfaitaire rendementspercentage voor schulden vanaf 2023. Voor 2021 is dit percentage namelijk gesteld op 2,46%. Dat betekent dat u effectief gezien minder rente aftrekt dan dat u betaalt.
87. Betaal uw alimentatie vóór 1 januari 2023
Een alimentatiebetaling aan uw ex-echtgenoot behoort tot de persoonsgebonden aftrek. In 2022 kunt u de alimentatie aftrekken tegen maximaal 40%. In 2022 is de alimentatie nog maar aftrekbaar tegen hooguit 37%. Zorg er dus voor dat de alimentatiebetaling in 2022 valt. Dit betekent dat u uiterlijk op 31 december 2022 het alimentatiebedrag moet hebben overgemaakt.
Let op!
Een alimentatieverplichting is geen schuld die uw box 3-vermogen verlaagt.
88. Koop alimentatieverplichting nog in 2022 af
Het feit dat de partneralimentatie in 2023 aftrekbaar is tegen maximaal 37%, maakt het fiscaal aantrekkelijk om de alimentatieverplichting nog dit jaar af te kopen. Ook de afkoopsom is namelijk aftrekbaar.
89. Voeg giften zoveel mogelijk samen
Giften aan goede doelen kunnen aftrekbaar zijn van de belasting. Het goede doel moet dan een zogeheten algemeen nut beogende instelling (ANBI) zijn. Gewone giften zijn echter niet volledig aftrekbaar. Voor aftrek van giften geldt als voorwaarde onder meer dat de giften zijn betaald. Er is een bedrag dat niet aftrekbaar is, een drempel. In 2022 is deze drempel € 60 of, als dat meer is, 1% van het gezamenlijke (drempel)inkomen. Als u alle giften in één jaar betaalt, heeft u slechts één keer te maken met een niet aftrekbaar bedrag. Het kan daarom verstandig zijn om giften zoveel mogelijk in één keer te betalen.
Let op!
Gewone giften hebben naast een drempelbedrag ook te maken met een maximaal aftrekbaar bedrag. Maximaal is als gift 10% van het gezamenlijke drempelinkomen aftrekbaar. Denk hieraan als u giften zoveel mogelijk in één jaar wilt betalen.
90. Doneer in 2022 aan culturele instelling
Als u dit jaar nog een schenking wilt doen aan een goed doel, overweeg dan eens een donatie aan een culturele algemeen nut beogende instelling (culturele ANBI). Dat is fiscaal voordeliger dan een donatie aan een gewone ANBI. Een gift aan een culturele instelling levert u voor de inkomstenbelasting een aftrekpost op van 125% van het geschonken bedrag, in plaats van 100%. Maar de extra aftrek van 25% is gemaximeerd op € 1.250. Verder geldt evenals bij gewone giften een drempel van 1% van het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek, maar minimaal € 60. De maximale aftrek bedraagt 10% van het verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek. Daarnaast is van belang dat in 2023 het maximale effectieve percentage waartegen u de giften kunt aftrekken, daalt van 40% naar 37%!
Tip!
Als u een eigen bv heeft, kunt u via uw bv ook schenken aan een culturele instelling. Dat levert in de vennootschapsbelasting een extra aftrek op van 50% van het bedrag dat uw bv heeft geschonken aan culturele instellingen. Deze extra aftrek bedraagt maximaal € 2.500.
91. Zet uw gewone giften om in periodieke giften
Uw jaarlijkse giften aan een ANBI zijn pas aftrekbaar als ze boven een drempel uitkomen. Voor 2022 is die drempel minimaal € 60 of, als dat hoger is, 1% van uw verzamelinkomen. Heeft u een fiscale partner, dan geldt 1% van het gezamenlijke verzamelinkomen. De aftrek van giften is bovendien gemaximeerd op 10% van het (gezamenlijke) verzamelinkomen. Zijn uw giften aan goede doelen niet volledig aftrekbaar? Overweeg dan om giften om te zetten in periodieke giften. Hierbij legt u schriftelijk vast dat u gedurende vijf jaar een bepaald bedrag schenkt, tenzij u eerder komt te overlijden. U hoeft voor periodieke giften niet meer naar de notaris. Periodieke giften zijn volledig aftrekbaar. Als u dit jaar uw gift nog omzet in een periodieke gift, profiteert u dit jaar van volledige aftrek.
Let op!
Wanneer de periodieke gift afhankelijk is van het leven van de langstlevende van twee schenkers moet het overlijdensrisico minimaal 1% zijn. Meestal wordt hier niet aan voldaan bij een periodieke schenking op twee levens gedurende vijf jaar. Maak daarom de schenking afhankelijk van het leven van één schenker.
92. Check of uw periodieke giften nog optimaal zijn
Bent u na 4 oktober 2022, 16:00 uur een verplichting aangegaan om periodieke schenkingen te doen of wilt u nog zo’n verplichting aangaan? Dan mag u vanaf 2023 maximaal € 250.000 per kalenderjaar aftrekken. Als u heel het jaar een fiscale partner heeft of wordt geacht te hebben gehad, moeten u en uw partner alle periodieke giften bij elkaar optellen. Het maximum van € 250.000 geldt voor u beiden, dus niet voor iedere fiscale partner. Controleer daarom of u niet zoveel schenkt dat een deel niet meer aftrekbaar is.
93. Voeg zorgkosten zoveel mogelijk samen
Sommige kosten voor zorg, zoals kosten van een tandarts, fysiotherapeut of specialist, zijn aftrekbaar van de belasting. Maar de kosten die onder het verplichte eigen risico vallen, zijn niet aftrekbaar. Überhaupt zijn de zorgkosten alleen aftrekbaar voor zover deze boven de drempel uitkomen. Koopt u dit jaar een gehoorapparaat en verwacht u in 2023 een hoge tandartsrekening? U heeft dan zowel dit jaar als volgend jaar te maken met een drempel. Als het mogelijk is, is het verstandig om zowel het gehoorapparaat als de behandeling bij de tandarts in hetzelfde jaar te laten plaatsvinden. U krijgt dan slechts een keer te maken met een drempel. Op die manier zijn meer zorgkosten voor u aftrekbaar.
94. Sluit nog in 2022 samenlevingscontract
Fiscaal partnerschap kan bepaalde voordelen bieden, bijvoorbeeld als een van de partners zijn heffingsvrij vermogen in box 3 niet volledig benut. Als u en uw partner nog niet elkaars fiscale partner zijn, kunt u nog regelen dat u voor heel 2022 als elkaars fiscale partner voor de inkomstenbelasting wordt aangemerkt. U moet dan op zijn minst ongehuwd samenwonen en per 1 januari 2022 op hetzelfde woonadres staan ingeschreven. Daarnaast moet een bepaalde situatie aan de orde zijn. De situatie die u het makkelijkst op korte termijn kunt realiseren, is het afsluiten van een notarieel samenlevingscontract. Regel dit vóór 1 januari 2023 en voldoe aan de eerdergenoemde voorwaarden. Dan kunt u alsnog voor heel 2022 als fiscale partners worden aangemerkt.
Tip
Er zijn nog vijf andere situaties waarin men fiscaal partnerschap voor de inkomstenbelasting voor het hele jaar kan verkrijgen. Namelijk als uit uw relatie een kind is geboren, een van u beiden een kind van de ander heeft erkend, een van u beiden als partner van de ander is aangemerkt in een pensioenregeling, u samen met uw partner een eigen woning bezit of op uw woonadres een minderjarig kind van een van u beiden staat ingeschreven. In dat laatste geval moeten u en uw partner beiden meerderjarig zijn.
Let op!
Fiscaal partnerschap leidt ook tot het samenvoegen van de schuldendrempels van € 3.200 per fiscale partner. Komen uw eigen schulden boven uw schuldendrempel uit, terwijl uw potentiële fiscale partner geen schulden heeft, dan krijgt u door het fiscale partnerschap te maken met zijn schuldendrempel. Bij fiscaal partnerschap moet u bovendien het verzamelinkomen van u en uw partner samenvoegen voor de berekening van diverse aftrekdrempels, waaronder die van de zorgkosten. Reken dus uit of de voordelen van fiscaal partnerschap opwegen tegen de nadelen.
95. Voer periodieke verrekening 2022 uit
Soms vergeten echtgenoten die op huwelijkse voorwaarden zijn getrouwd om een periodiek verrekenbeding in die voorwaarden ook echt uit te voeren. Bij het achterwege blijven van die verrekening vindt bij het einde van het huwelijk door scheiding of overlijden (ook fiscaal) een afrekening plaats alsof er een gemeenschap van goederen was. Bent u ook getrouwd op huwelijkse voorwaarden met een verrekenbeding? Vergeet dan niet om deze afrekening ook over 2022 op te stellen.
Tip
U kunt een periodiek verrekenbeding dat jarenlang niet is uitgevoerd ‘repareren’ door de te verrekenen bedragen alsnog te berekenen. Leg vervolgens de uitkomst vast in een vaststellingsovereenkomst. Daarna moet u het beding wel jaarlijks uitvoeren of de huwelijkse voorwaarden op dit punt laten aanpassen.
96. Betaal nog in 2022 lijfrentepremie
Als u te maken heeft met een pensioengat, is het misschien interessant om een lijfrente af te sluiten. De lijfrentepremies zijn namelijk binnen bepaalde grenzen fiscaal aftrekbaar. De aftrek van lijfrentepremie is in beginsel beperkt tot de zogeheten jaarruimte. Daarnaast is de premie alleen aftrekbaar als u deze ook daadwerkelijk heeft betaald in het jaar waarin u de premie wilt aftrekken. Zorg er daarom voor dat u de lijfrentepremie uiterlijk 31 december 2022 heeft betaald.
Tip
Heeft u in de afgelopen vijf jaar lijfrentepremies betaald zonder deze op te geven in uw aangifte inkomstenbelasting? En staat de desbetreffende aanslag al onherroepelijk vast? Dan kunt u een verzoek om ambtshalve vermindering indienen bij de inspecteur. U moet dan kunnen bewijzen dat u de betaalde premie niet heeft afgetrokken. Bijvoorbeeld door het overleggen van kopieën van uw aangiften en de aanslagen over de betreffende jaren. Om voor teruggave over 2017 in aanmerking te komen, moet u voor 1 januari 2023 verzoeken om een ambtshalve vermindering.
97. Los kleine schulden voor 2023 af
Het laten staan van kleine schulden is fiscaal nadelig, aangezien zij pas de heffingsgrondslag van box 3 verlagen voor zover zij een drempel van € 3.200 (bedrag 2022) per fiscaal partner overschrijden. Dit geldt ook onder het geboden rechtsherstel, want de omvang van de schulden in vermogenscategorie 3 moet men nog altijd bepalen aan de hand van de wettelijke regels inclusief schuldendrempel. Het is fiscaal voordeliger om kleine schulden af te lossen. Zo zijn zij op de peildatum van 1 januari 2023 niet langer aanwezig, terwijl de box 3-heffing direct is verlaagd. Los daarom kleine schulden voor 1 januari 2023 zoveel mogelijk af.
98. Doe nog in 2022 grote uitgaven
Is uw vermogen zo hoog dat u zelfs onder de forfaitaire spaarvariant box 3-heffing moet betalen? En bezit u genoeg spaargeld om eventuele uitgaven nog in 2022 te doen? Dan is het misschien fiscaal voordelig om grote privéaankopen die u eigenlijk in 2023 had willen doen, zoals de aanschaf van een nieuwe auto of nieuwe meubels, vóór de jaarwisseling te doen. Zulke bezittingen behoren namelijk niet tot de grondslag voor de box 3-heffing, terwijl het spaargeld dat u voor de aankoop gebruikt dan op de peildatum van 1 januari 2023 niet meer meetelt voor de grondslag. Zo kunt u in box 3 flink wat belasting besparen!
Let op!
Geld dat op banktegoeden staat, valt in vermogenscategorie 1. Het forfaitaire rendement van deze vermogensklasse voor 2022 is nog niet vastgesteld, maar voor 2021 was dit rendement slechts 0,01%.
99. Zoek zakelijke reden om belegging in 2022 te verkopen
Zonder nadere maatregelen is de box 3-heffing onder de Overbruggingswet box 3 gemakkelijk te verlagen door vlak vóór de peildatum beleggingen te verkopen. Vervolgens stort men de opbrengsten tijdelijk op een bankrekening. Daarom wordt zo’n verkoop en storting genegeerd als deze plaatsvindt in een aaneengesloten periode van drie maanden die aanvangt voor en eindigt na de peildatum. Deze maatregel geldt echter niet als u aannemelijk maakt dat u heeft gehandeld om zakelijke, dat wil zeggen niet-fiscale redenen.
100. Betaal belastingaanslagen vóór 2023
Belastingschulden tellen niet mee bij de berekening van de schulden voor box 3. Daarom is het raadzaam om een ontvangen belastingaanslag te betalen vóór 1 januari 2023. Over de gelden waarmee u deze aanslag betaalt, hoeft u dan geen box 3-heffing te betalen.
Tip
De regel dat een openstaande belastingschuld niet kwalificeert als schuld in box 3 kent enkele uitzonderingen. U mag bijvoorbeeld de nog niet-betaalde erfbelasting wél als schuld aangeven in box 3.
101. Wacht met verkoop groene belegging
Wilt u de vrijstellingen in box 3 optimaal benutten? Benut dan ook de vrijstelling voor groene beleggingen. Deze beleggingen zijn namelijk vrijgesteld tot een maximum van € 61.215 (bedrag 2022) per persoon (€ 122.430 bij fiscale partners). Met de extra heffingskorting van 0,7% levert dit in box 3 een aardige belastingbesparing op. Wilt u dit belastingvoordeel ook in 2023 benutten? Dan is het van belang dat u de groene fondsen op 1 januari 2023 (peildatum) in bezit heeft. Dus als u overweegt om deze fondsen van de hand te doen, houd deze dan in elk geval aan tot na 1 januari 2023.
Tip
Als u nog geen groene beleggingen heeft maar overweegt om uw geld groen te beleggen, doe dit dan zo mogelijk al vóór 1 januari 2023. In dat geval kunt u immers al in 2023 profiteren van de vrijstelling én de heffingskorting.
102. Dien vóór 1 november 2022 uw verzoek om een voorlopige aanslag in
U kunt uw box 3-vermogen per 1 januari 2023 drukken door vóór 1 november 2023 een verzoek om een voorlopige aanslag in te dienen. Als de Belastingdienst u vóór 1 januari 2023 een belastingaanslag oplegt die u direct betaalt, heeft u uw box 3-vermogen al verminderd. Maar zelfs in het geval dat de Belastingdienst pas na 31 december 2022 de aanslag vaststelt, kunt u uw belaste box 3-vermogen verlagen. U mag in deze situatie namelijk het na 31 december 2022 betaalde belastingbedrag aftrekken van het box 3-vermogen per 1 januari 2023. Hetzelfde geldt trouwens ook als u vóór 1 oktober een definitieve aangifte heeft ingediend.
103. Maak vliegreis nog in 2022
Wilt u nog een vliegreis maken naar het buitenland, om daar korte tijd te verblijven? Weet dan dat de vliegbelasting per 1 januari 2023 stijgt met € 17,95. Doordat het huidige vliegbelastingtarief van € 7,947 jaarlijks wordt geïndexeerd, bedraagt het nieuwe tarief inclusief indexatie en verhoging € 26,43 per vertrekkende passagier. Het vliegen op korte afstanden wordt zo ontmoedigd, omdat de vliegbelasting hierop relatief zwaarder drukt. Overweeg daarom nog in 2022 de vliegreis te maken.
104. Zoek nieuwe beschermde huurder
Zowel voor de inkomstenbelasting over het inkomen uit sparen en beleggen als de erf- en schenkbelasting moet men de waarde van verhuurde onroerende zaken bepalen. De waarde van verhuurde woningen met huurbescherming wordt bepaald door de WOZ-waarde te vermenigvuldigen met de leegwaarderatio. Vanaf 2023 geldt voor tijdelijke huurcontracten en voor verhuur aan gelieerde partijen een ratio van 100%. Hiermee is in die situaties de leegwaarderatio in feite afgeschaft. Verhuurt u dus aan een gelieerde partij, overweeg dan om permanent aan een derde te verhuren.
EIGEN WONING
105. Stel verkoop hypotheekvrije woning uit tot 2023
Bent u van plan om binnenkort uw schuldenvrije woning te verkopen zonder direct een nieuwe woning aan te kopen? Misschien is het beter daarmee te wachten tot in 2023. Bij een verkoop vóór 1 januari 2023 telt de ontvangen verkoopsom immers mee in de grondslag van de vermogensrendementsheffing van het jaar 2023 (peildatum 1 januari 2023). Als u de woning bijvoorbeeld op 5 januari 2023 verkoopt, valt de koopsom in 2023 niet in box 3.
Let op!
De verhoging van de overdrachtsbelasting per 1 januari 2023 kan het wel moeilijker maken om uw eigen woning in 2023 te verkopen tegen de gewenste verkoopprijs. Tenminste, als de koper de woning wil gaan verhuren, want voor eigen woningen verandert het tarief niet.
106. Verkoop woning onder hypotheek in 2022
Overweegt u uw eigen woning, waarop nog een hypotheek rust, te verkopen? En wilt u daarmee wachten tot na de jaarwisseling om zo box 3-belasting te besparen? Dan zal die besparing van box 3-belasting misschien tegenvallen. Na de verkoop valt immers alleen het verschil tussen de verkoopprijs en de som van de verkoopkosten en de af te lossen hypotheek in box 3. Tegenover dit (beperkte) voordeel staat dat per 1 januari 2023 de overdrachtsbelasting voor andere onroerende zaken dan eigen woningen stijgt naar 10,4%. Dat maakt het duurder voor een koper om uw eigen woning over te nemen, tenzij het voor hem ook een eigen woning wordt. Dit kan weer een reden zijn om uw eigen woning toch wel in 2022 te verkopen.
107. Betaal hypotheekrente 2023 vooruit
Bereikt u in 2023 de AOW-leeftijd of valt u vanwege een andere reden in 2023 onder een lager belastingtarief? Betaal dan in 2022 nog de hypotheekrente die betrekking heeft op de periode tot 1 juli 2023. U trekt deze rente dan tegen een hoger tarief af, zodat u minder belasting betaalt. Daarnaast is het zo dat het toptarief waartegen u de hypotheekrente kunt aftrekken in 2023 daalt van 40% naar 37%.
Let op!
Voor een langere periode vooruitbetalen is zinloos. Doet u dat toch, dan weigert de inspecteur de vooruitbetaalde rente als aftrekpost voor 2022.
108. Los hypotheek in 2022 af
In bepaalde gevallen is het (fiscaal) voordelig om uw eigenwoningschuld deels of volledig af te lossen. Stel bijvoorbeeld dat u nog een gedeeltelijk aflossingsvrije hypotheek heeft met een vrij hoge rente. Tegelijkertijd beschikt u over belast vermogen in box 3 dat u niet liquide nodig heeft. Als het rendement op dat vermogen lager is dan wat u netto aan hypotheekrente betaalt, is aflossen waarschijnlijk voordelig. Informeer bij uw bank hoeveel u boetevrij kunt aflossen. Vaak is dat maximaal 10% tot 20% van het oorspronkelijke hypotheekbedrag per jaar. Los vóór 1 januari 2023 af, dan behaalt u hierbij ook een box 3-voordeel.
Let op!
Extra aandacht is nodig als u uw hypotheek aflost met banktegoeden. De regering zal namelijk de vermogensrendementsheffing moeten aanpassen en de verwachting is dat het forfaitair rendement op banktegoeden aan de lage kant zal zijn (0,04% voor 2020). In dat geval is het goed mogelijk dat vervroegde aflossing fiscaal niet voordelig is.
Let op!
Als u in 2022 geen eigenwoningschuld heeft of een eigenwoningschuld die minder bedraagt dan het eigenwoningforfait, krijgt u een aftrek. Die aftrek was aanvankelijk het eigenwoningforfait of het positieve verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten eigen woning. Per saldo was het inkomen uit eigen woning dan nihil. Sinds 2019 wordt die aftrek beperkt. In 2022 is nu 13,33% van het verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten eigen woning belast. In de komende jaren zal steeds 3,33% extra van het saldo als inkomen worden bijgeteld. In 2023 zal daardoor 16,66% van het positieve verschil tussen het eigenwoningforfait en de aftrekbare kosten belast zijn als inkomen uit werk en woning.
109. Ga in 2022 een schuld voor verbouwing aan
Bent u van plan uw eigen woning te laten verbouwen? Ga dan de benodigde verplichtingen aan vóór 1 januari 2023. Zo verlaagt u uw grondslag voor de heffing in box 3.
Let op!
Als u slechts een deel van uw eigen woning verhuurt, blijft in principe de kwalificatie van eigen woning behouden. Maar u betaalt dan wel box 1-belasting over het eigenwoningforfait ten aanzien van het verhuurde deel en over 70% van de ontvangen huur. De betaalde hypotheekrente voor de woning blijft volledig aftrekbaar.
110. Dien verklaring overdrachtsbelasting ‘onvoorziene omstandigheden’ in
Als een natuurlijk persoon een woning verkrijgt die voor hem als hoofdverblijf gaat dienen, hoeft hij slechts 2% (of soms zelfs geen) overdrachtsbelasting te betalen. Bij het toetsen aan dit hoofdverblijfcriterium mag men nu rekening houden met onvoorziene omstandigheden die zich voordoen na de verkrijging, bijvoorbeeld een overlijden of schenking. Ook onvoorziene omstandigheden die zich voordoen nadat de koopovereenkomst tot stand is gekomen, maar vóór de levering, zijn mogelijk van belang. Lever daarom een ingevulde verklaring overdrachtsbelasting ‘onvoorziene omstandigheden’ in bij de notaris.
Let op!
Hierbij is zeer belangrijk dat de verkrijger vóór het moment van de onvoorziene omstandigheid de intentie had om de woning als hoofdverblijf te gaan gebruiken, maar door deze omstandigheid hier niet meer toe in staat is.