Nieuwsbrief juni 2021

In dit nummer onder andere:

  • Fiscus moet werkzaamheden dga bewijzen
  • Nieuwe OSS-systeem staat niet open voor FE btw
  • BIK met terugwerkende kracht ingetrokken
  • Bijtelling ondanks niet-afgetrokken kosten auto
  • Woning verkocht aan eigen stichting: inbreng in APV
  • Navordering verboden bij kenbare beoordelingsfout fiscus

De ondernemer en de dga

Fiscus moet werkzaamheden dga bewijzen

Als een dga niet zijn aangifte inkomstenbelasting correct indient maar in beroep gaat tegen de aanslag die de inspecteur oplegt, geldt een omkering van de bewijslast. Maar ook dan moet de fiscus een redelijke schatting hebben gemaakt. Dat betekent dat de inspecteur aannemelijk moet maken dat een dga voor al zijn bv’s werkzaamheden heeft verricht, als dat het uitgangspunt was bij de berekening van het gebruikelijk loon. Is een aandeelhouder geen bestuurder van een bv? En is de inschrijving van deze bv bij de Kamer van Koophandel doorgehaald? Dan is niet aannemelijk dat de aandeelhouder werkzaamheden voor deze bv heeft verricht.

Te herinvesteren stakingswinst meteen in conserverende aanslag

Staakt een IB-ondernemer zijn onderneming en behaalt hij daarbij stakingswinst die is toe te rekenen aan bedrijfsmiddelen en/of de herinvesteringsreserve (HIR)? Dan kan hij de Belastingdienst verzoeken om een deel van de stakingswinst aan te merken als te conserveren inkomen. Het betreft het deel waarvan aannemelijk is dat de ondernemer het tijdig gebruikt voor vervangende investeringen in een nieuwe onderneming. Tijdig gebruik van de stakingswinst voor vervangende investeringen wil zeggen in het jaar van staking of binnen twaalf maanden na de staking. Voor Rechtbank Noord-Nederland nam de inspecteur het standpunt in dat hij eerst een gewone aanslag moet opleggen en daarna een conserverende aanslag. De rechtbank oordeelt dat de wet daartoe niet verplicht. In beginsel moet de Belastingdienst meteen een conserverende aanslag opleggen. Is door tijdsverloop een conserverende aanslag niet meer toegestaan, dan kan de fiscus dat niet compenseren met een gewone aanslag.

Grens excessief lenen gaat voor partners samen gelden

Met het wetsvoorstel Wet excessief lenen bij eigen vennootschap wil de staatssecretaris van Financiën het lenen van grote bedragen bij de eigen bv ontmoedigen. De grens zal bij € 5 ton komen te liggen. In een nota van wijziging maakt de staatssecretaris duidelijk dat de grens geldt voor de dga (of een andere verbonden persoon) en zijn partner samen. Daarnaast voorziet de nota van wijziging ook bij verplaatsing van de werkelijke leiding van de vennootschap uit Nederland in maatregelen om economische dubbele heffing te voorkomen.

Let op!
De maatregelen in het wetsvoorstel hebben geen gevolgen voor conserverende aanslagen waarop specifiek overgangsrecht met betrekking tot de invordering van toepassing is.

Vennootschapsbelasting

Vertraging in nieuwe fiscale kwalificatie open cv

Het conceptwetsvoorstel Wet aanpassing fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen bevat onder meer de voorgestelde afschaffing van de zelfstandige vennootschapsbelastingplicht voor de open commanditaire vennootschap (cv). Dat zou betekenen dat alle bestaande open cv’s fiscaal transparant worden. De fiscus rekent dan bezittingen en schulden van de open cv daardoor direct toe aan de commanditaire vennoten naar rato van ieders gerechtigdheid. In eerste instantie zou het wetsvoorstel behoren tot het Pakket Belastingplan 2022 met een beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2022. Gezien de vele inhoudelijke reacties tijdens de internetconsultatie heeft de staatssecretaris van Financiën besloten hiervan af te wijken. Hij verwacht het wetsvoorstel in de winter als afzonderlijk wetsvoorstel aan te bieden aan de Tweede Kamer.

Onderzoek naar nieuwe solidariteitsheffing

Een analyse van het economenblad ESB wijst erop dat een flink deel van de coronasteun waarschijnlijk is beland bij bedrijven die dat niet nodig hadden. Volgens hun berekeningen is in 20 van de 29 sectoren meer dan 50% van de ernstige omzetverliezen vermoedelijk niet te wijten aan de coronacrisis. Bovendien golden voor het eerste steunpakket nog geen nadere voorwaarden over uitkering van bonussen en dividend. Sommige bedrijven hebben daarom ondanks het genieten van coronasteun flinke bonussen uitgekeerd. Dit heeft geleid tot grote verontwaardiging in de Tweede Kamer. Het CDA heeft voorgesteld om bedrijven die in de coronacrisis winst hebben gemaakt een solidariteitsheffing op te leggen als bijdrage aan de steun voor noodlijdende bedrijven. De minister van Financiën gaat de mogelijkheden van een solidariteitsheffing onderzoeken voor het Belastingplan 2022. Het kabinet doet nu ook een (moreel) beroep op bedrijven die in 2020 onnodig staatssteun kregen om dat geld terug te storten. Overigens hebben sommige bedrijven daadwerkelijk ontvangen bedragen aan steun teruggestort.

BTW

Dienst voor gelieerd lichaam kan btw-belast zijn

Voordat sprake kan zijn van een btw-belaste prestatie, moet sprake zijn van een handeling in het economische verkeer. De omstandigheid dat een handeling plaatsvindt ten behoeve van een gelieerd lichaam sluit deelname aan het economische verkeer niet uit. Tot dit oordeel komt rechtbank Zeeland-West-Brabant. Voor de aanwezigheid van een economische activiteit moet om te beginnen het karakter van de werkzaamheid duurzaam zijn. Vervolgens dient de activiteit onder bezwarende titel plaats te vinden. Daartoe moet tussen de dienst en de ontvangen tegenprestatie een rechtstreeks verband bestaan. Zo’n verband bestaat volgens de rechtbank alleen als tussen de dienstverlener en de afnemer een rechtsbetrekking bestaat. Daarbij vindt over en weer een uitwisseling van prestaties plaats. Bovendien moet de vergoeding de werkelijke tegenwaarde vormen voor de verleende dienst. Of de vergoeding hoger of lager is dan de kostprijs, maakt de rechtbank niet uit.

Let op!
Prestaties tussen gelieerde personen vormen geen economische prestatie als sprake is van een fiscale eenheid voor de omzetbelasting.

Spelen met tenaamstelling geen garantie aftrek voorbelasting

Als een particulier btw krijgt gefactureerd over de kosten van de nieuwbouw van een eigen woning, heeft hij in principe geen recht op aftrek voorbelasting. In een zaak voor hof Arnhem-Leeuwarden meende een particulier daar iets op te hebben gevonden. Hij had namelijk de facturen op naam van zijn bv laten stellen. Maar deze opzet faalde jammerlijk. Het hof zag niet in hoe de bv de woning zou kunnen gebruiken voor haar eigen economische prestaties. De werkruimte in de woning was alleen te bereiken via privévertrekken. De werkruimte was dan ook niet zelfstandig of praktisch afsplitsbaar. Verder had de dga de grond, inventaris en opstal tot zijn privévermogen gerekend. De bv was daarmee evenmin gerechtigd tot opbrengsten uit de woning. Al met al voldoende redenen voor het hof om de aftrek van voorbelasting te weigeren.

Nieuwe OSS-systeem staat niet open voor FE btw

Per 1 juli 2021 zal het éénloketsysteem One Shop Stop (OSS) het systeem van de Mini One Shop STOP (MOSS) vervangen. De MOSS accepteert ook een fiscale eenheid (FE) voor de omzetbelasting. Maar inschrijving en deelname aan OSS vindt plaats op het niveau van de werkmaatschappij. Voor een FE moet registratie in de OSS plaatsvinden met het btw-identificatienummer van de werkmaatschappij die de leveringen verricht. Zijn er meerdere onderdelen binnen de FE die goederen leveren? Dan moeten deze afzonderlijk worden geregistreerd. De fiscus past het huidige registratieformulier aan. De Belastingdienst zet een al geregistreerde FE automatisch over.

Let op!
In principe is de toepassing van de fiscale eenheid voor de omzetbelasting niet optioneel. Als de inspecteur constateert dat verschillende ondernemers in financieel, organisatorisch en economisch opzicht een eenheid vormen, zal hij hen als een FE voor de btw moeten aanmerken.

Familievermogensrecht

Verzwegen inkomen verlaagt niet altijd belastbare erfenis

Het Burgerlijke Wetboek kent een bepaling voor situaties waarin een deelgenoot goederen, die tot een gemeenschap behoren, opzettelijk verzwijgt, zoek maakt of verborgen houdt. Een voorbeeld van een gemeenschap is een onverdeelde nalatenschap. Volgens de desbetreffende bepaling verbeurt de deelgenoot die de goederen uit het zicht houdt zijn aandeel in die goederen. Zijn aandeel komt dan toe aan de andere deelgenoten. Deze sanctie is aan de zware kant, zo stelt onder meer Hof Arnhem-Leeuwarden. In de desbetreffende zaak had een echtpaar een tegoed bij een Zwitserse bank. De echtgenoten hadden dit tegoed niet opgegeven in hun belastingaangiften. Enige tijd na het overlijden van de man had zijn weduwe een deel van dit vermogen ondergebracht in buitenlandse lichamen. Deze lichamen zouden na haar overlijden het vermogen doen toekomen aan haar (klein)kinderen. Haar (klein)kinderen kregen dit te horen op het sterfbed van hun (groot)moeder. Onder zulke omstandigheden ligt het niet voor de hand dat de sanctie van rechtswege intreedt, zo oordeelt het hof. Minstens één andere deelgenoot zal er om moeten verzoeken. Pas als dat gebeurt, verlaagt het verbeurde aandeel de nalatenschap van de erflater.

Tip!
Voor zover de Belastingdienst nog inkomstenbelasting bij de erflater kan navorderen, verlagen deze belastingschulden in principe wel de nalatenschap.

Notaris moet inlichten over fiscaal nadeel latrelatie

De erfbelasting kent een ruime vrijstelling voor partners zoals echtgenoten en geregistreerd partners. Wie met de erflater een affectieve relatie onderhield maar geen samenlevingsovereenkomst heeft opgesteld of iets anders heeft geregeld, kan de partnervrijstelling niet toepassen. Als een notaris in zo’n situatie de opdracht krijgt een bestaand testament aan te passen, doet hij er goed aan de betrokkenen te wijzen op de fiscaal nadelige positie. Een notaris heeft immers een uitgebreide zorgplicht.

Let op!
Het verzaken van deze zorgplicht kan leiden tot het moeten betalen van een schadevergoeding aan een erfgenaam die een klachtenprocedure heeft gestart.

Loonheffingen en sociale verzekeringen

BIK met terugwerkende kracht ingetrokken

Om de coronacrisis te bestrijden heeft de regering per 1 januari 2021 een nieuwe regeling ingevoerd, de baangerelateerde investeringskorting (BIK). De BIK was een afdrachtvermindering van de loonbelasting. De BIK zou 3,9% van de investeringen bedragen voor zover de werkgever voor maximaal € 5 miljoen per kalenderjaar in nieuwe bedrijfsmiddelen investeerde. Voor zover de investeringen het bedrag van € 5 miljoen overschreden, zou de BIK 1,8% bedragen. Uit een informeel overleg met de Europese Commissie blijkt echter dat de kans bestaat dat de BIK ongeoorloofde staatssteun is. Daarom wordt de BIK-regeling met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 ingetrokken. Ter compensatie van het verlies van de BIK stelt het kabinet voor om de AWf-premie voor werkgevers in 2021 te verlagen. Deze verlaging gaat wellicht in per 1 augustus 2021.

Handreiking verwerking vakantiebijslag

De Belastingdienst heeft een handreiking gepubliceerd over de verwerking van uit te betalen vakantiebijslag in de aangifte loonheffingen. Er is pas sprake van vakantiebijslag als de werkgever dit periodiek voor de werknemer reserveert. Zo bouwt hij dus vakantiebijslag op. De werkgever dient het bedrag van de daadwerkelijk uitbetaalde vakantiebijslag aan te geven in de rubriek ‘Vakantiebijslag’. Het bedrag dat hij per aangiftetijdvak aan vakantiebijslag heeft gereserveerd, vermeldt hij in de rubriek ‘Opgebouwde recht vakantiebijslag’. Als de werkgever de rubriek ‘Vakantiebijslag’ invult, moet hij ook de rubriek ‘Opgebouwde recht vakantiebijslag’ invullen. Dat kan in het aangiftetijdvak waarin hij de vakantiebijslag uitbetaalt en in de voorgaande tijdvakken. Is de werknemer verzekerd voor de werknemersverzekeringen? Dan is de uitbetaalde vakantiebijslag loon voor de werknemersverzekeringen (loon SV) en moet de werkgever ook deze rubriek invullen.

Let op!
Vermeldt de werkgever in elk aangiftetijdvak de vakantiebijslag of de aanspraak daarop in het loon SV? En is geen sprake van een reservering? In dat geval moet de werkgever ‘0’ aangeven in de rubriek ‘Vakantiebijslag’ en in de rubriek ‘Opgebouwde recht vakantiebijslag’.

Fiscus actualiseert handreiking ‘Bijtelling fiets van de zaak’

Mag een werknemer de fiets van de zaak gebruiken voor woon-werkverkeer? Dan gaat de Belastingdienst ervan uit dat de fiets ook voor privégebruik ter beschikking staat. Voor dit privégebruik dient de werkgever per kalenderjaar een bedrag bij het loon te tellen. Deze bijtelling bedraagt 7% van de waarde van de fiets. De standpunten van de Belastingdienst over de grondslagbepaling zijn te vinden in de geactualiseerde handreiking ‘Bijtelling fiets van de zaak’. De handleiding vermeldt dat de consumentenadviesprijs inclusief omzetbelasting de grondslag van het forfait vormt. Als de oorspronkelijke prijs niet is te achterhalen, mag de werkgever uitgaan van de consumentenadviesprijs van de meest vergelijkbare fiets. De vergoeding of verstrekking van accessoires die verband houden met de ter beschikking gestelde fiets is geen loon, maar een vergoeding voor intermediaire kosten. Deze vergoeding staat los van de bijtelling. Hetzelfde geldt ook voor een vergoeding of verstrekking van een fietsverzekering. De terbeschikkingstelling van een regenpak aan de werknemer is wel loon van de werknemer.

Auto

Bijtelling ondanks niet-afgetrokken kosten auto

Zodra een werkgever een auto leaset en ter beschikking stelt aan een werknemer, moet zij in beginsel de bijtelling vanwege het privégebruik toepassen. In een recente zaak voor rechtbank Noord-Nederland meende een bv dat zij de bijtelling achterwege kon laten. Een van haar motiveringen was dat zij de kosten van de ter beschikking gestelde auto niet had afgetrokken. Maar de rechtbank vond deze omstandigheid onvoldoende van belang. De rechtbank oordeelde zelfs dat hier sprake was van grove schuld, zodat de Belastingdienst de bv een vergrijpboete mocht opleggen.

Tip!
De werkgever kan wel de eigen bijdrage van de werknemer in mindering brengen op de bijtelling. Als de eigen bijdrage minstens zo hoog is als de bijtelling, vindt per saldo geen heffing over het privégebruik plaats.

Toekomstvoorzieningen

Bevriezen PEB en staken PEB zijn verschillende opdrachten

Als een dga een pensioen in eigen beheer (PEB) in zijn bv heeft ondergebracht en dit PEB niet tijdig heeft bevroren, voldoet hij niet meer aan de fiscale voorwaarden. Dat betekent dat de bv fiscaal moet afrekenen over het PEB. Als de belastingadviseur van de bv haar niet heeft gewaarschuwd voor deze afrekening, kan de bv hem aansprakelijk stellen. Dat wordt anders als de bv de samenwerking met de belastingadviseur heeft beëindigd ruim voordat de afwikkeling van het PEB in werking trad. Tot dat oordeel komt althans rechtbank Midden-Nederland. Ook oordeelt de rechtbank dat een belastingadviseur een opdracht tot het bevriezen van het PEB niet hoeft te verstaan als de opdracht om het PEB te staken. Daarvoor verschillen deze opdrachten te veel van elkaar. Het niet notuleren van de bevriezing is evenmin een fout die tot schade kan leiden als notulering van dit besluit niet is verplicht tot de uitvoering daarvan.

Pensioen in woonstaat deels belast? Geen NL-se aftrekpost!

Zogeheten kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen mogen de Nederlandse hypotheekrenteaftrek en persoonsgebonden aftrek toepassen. Normaal gesproken dient iemand minstens 90% van zijn inkomen in Nederland te behalen om een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige te zijn. Maar een buitenlandse genieter van Nederlands pensioen kan ook een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige zijn als het inkomen in zijn woonstaat heel laag is. Dat betekent dat de fiscus van de woonstaat door dit lage inkomen geen rekening kan houden met de persoonlijke situatie of gezinssituatie van de belastingplichtige. Uit een uitspraak van rechtbank Zeeland-West-Brabant blijkt dat de Belastingdienst ervan mag uitgaan dat de woonstaat wel een aftrekpost heeft verleend als de belastingplichtige in zijn woonland een lage, maar positieve aanslag krijgt opgelegd. Bijvoorbeeld doordat slechts een deel van de pensioeninkomsten in de heffingsgrondslag is betrokken.

Eigen woning

Fout eigenwoningforfait blijft als juiste forfait hoger is

Sommige belastingplichtigen hebben de eigendom van meer dan een woning, terwijl maar een van die woningen kwalificeert als een eigen woning. In zulke gevallen komt het voor dat de Belastingdienst per abuis het eigenwoningforfait toepast van de woning die niet de eigen woning is. Hof Den Haag meent dat het in zulke gevallen niet per definitie nodig is om het eigenwoningforfait te vernietigen. Is het eigenwoningforfait van de juiste woning hoger en doet de inspecteur een beroep op interne compensatie? Dan kan het onjuiste eigenwoningforfait eventueel in stand blijven. De aanslag is dan immers niet op een te hoog bedrag vastgesteld.

Tip!
Onder voorwaarden kan een woning die te koop staat of voor de bewoning in aanbouw is tijdelijk kwalificeren als een tweede eigen woning. Het eigenwoningforfait voor zo’n tweede eigen woning bedraagt nihil.

Woning verkocht aan eigen stichting: inbreng in APV

Stel dat een natuurlijk persoon zijn eigen woning verkoopt aan een stichting. Deze stichting heeft hij zelf opgericht. De stichting heeft als statutair doel het behartigen van de financiële belangen van de verkoper of, na zijn overlijden, van zijn overlevende broers of zussen. Vervolgens huurt de verkoper de woning terug van de stichting. In zo’n situatie is volgens rechtbank Den Haag sprake van een afgezonderd particulier vermogen. Het gevolg is dat de Belastingdienst de woning nog steeds fiscaal toerekent aan de verkoper.

Let op!
Ook in het geval van tijdelijke verhuur van zo’n ingebrachte woning blijft sprake van een eigen woning. Daardoor kan de Belastingdienst de verhuurregeling toepassen. In dat geval is 70% van de ontvangen huur belast in box 1.

IMF bekritiseert Nederlandse hypotheekrenteaftrek

Het Internationaal Monetair Fonds IMF stelt in een rapport dat de manier waarop in Nederland vermogen wordt belast, leidt tot een te grote ongelijkheid. Volgens het IMF hanteert Nederland een unieke belastingheffing over bezit via de drie belastingboxen. Vooral de belastingheffing op de eigen woning is volgens het IMF te ruimhartig. Aangezien de heffing over de eigen woning plaatsvindt op basis van een percentage van de WOZ-waarde, worden huizenbezitters nauwelijks belast. Het IMF is evenmin voorstander van de hypotheekrenteaftrek. Dat leidt ertoe dat mensen een zo hoog mogelijke hypotheek zullen nemen. Daardoor zullen ze vaker meer bieden op een woning dan de vraagprijs. Zulke omstandigheden drijven de prijzen op. Het IMF bepleit in het rapport een aantal hervormingen. Een daarvan is het verplaatsen van de eigen woning van box 1 (inkomen uit werk en woning) naar box 3 (sparen en beleggen). Daarmee zouden de belastingvoordelen voor huizenbezitters verdwijnen.

Administratieve verplichtingen

Navordering verboden bij kenbare beoordelingsfout fiscus

De hoofdregel bij navordering is dat de inspecteur over een nieuw feit moet beschikken als de belastingplichtige niet te kwader trouw is. Daarnaast mag de Belastingdienst navorderen als sprake is van een zogeheten kenbare fout. Een uitspraak van hof Den Haag maakt duidelijk dat de kenbare fout niet tegelijkertijd een beoordelingsfout van de fiscus mag zijn. Heeft de inspecteur namelijk een beoordelingsfout gemaakt, dan mag hij niet navorderen. Kenbare fout of niet. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als de Belastingdienst een uitgeworpen aangifte alleen op de uitworpreden controleert, terwijl bekend is dat er andere aandachtspunten zijn.

Let op!
Een fout wordt geacht kenbaar te zijn als het bedrag dat te weinig aan belasting is betaald minstens 30% is van de wettelijk verschuldigde belasting.